T01184

Toezegging ANBI-status kerkelijke instellingen (31.930)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid De Boer toe dat een kerkelijke instelling die op dit moment de ANBI-status heeft onder het wetsvoorstel als ANBI zal worden aangemerkt.


Kerngegevens

Nummer T01184
Status voldaan
Datum toezegging 15 december 2009
Deadline 1 januari 2011
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden drs. R. de Boer (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen ANBI’s
kerkelijke instellingen
Kamerstukken Wijziging Successiewet 1956 inzake vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur (31.930)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 456

Staatssecretaris De Jager: […]

De heer De Boer vroeg om te bevestigen dat van kerkelijke en levensbeschouwelijke organisaties aangenomen wordt dat ze zich volledig richten op het algemeen belang. Ik kan bevestigen dat bij een kerkelijke instelling die op dit moment de ANBI-status heeft, ervan kan worden uitgegaan dat deze instelling uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt. Bij levensbeschouwelijke instellingen kan ik deze bevestiging in zijn algemeenheid niet geven. De diversiteit is bij levensbeschouwelijke instellingen namelijk heel erg groot. In algemene zin kan ik dus geen toezegging doen. Per geval moet beoordeeld worden of een levensbeschouwelijke instelling uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt. Gelet op de achtergrond van de vragensteller, de heer De Boer, die mede namens de SGP-fractie zijn vraag stelt, vermoed ik dat in dit geval met name gedoeld wordt op kerkelijke instellingen. Ik heb hierop een duidelijk antwoord gegeven. Dit is immers een sterker afgebakende groep dan de heel brede groep van levensbeschouwelijke instellingen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 426

De heer De Boer (ChristenUnie): […] Het antwoord van de staatssecretaris inzake het 90%-criterium voor kerkelijke en levensbeschouwelijke instellingen is duidelijk. Wel willen we opmerken dat als geantwoord wordt – we begrijpen de bedoeling – dat alle soorten instellingen aan dezelfde voorwaarden worden getoetst om als ANBI aangemerkt te worden, wel blijft gelden wat gesteld is in paragraaf 7 van de memorie van toelichting bij dit wetsontwerp. Ik citeer: ″Bij kerkelijke en levensbeschouwelijke organisaties wordt van oudsher impliciet aangenomen, overigens bevestigd in de jurisprudentie, dat zij zich volledig richten op het algemeen belang.″ Ik krijg graag een bevestiging van de zijde van de staatssecretaris op dit punt.

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 476 – 477

De heer De Boer (ChristenUnie): […] Het volgende punt heb ik al een aantal keren benoemd. De staatssecretaris zegt dan misschien: u hebt dat al een paar keer gedaan; maar driemaal is scheepsrecht. Ik ga akkoord met de wijze waarop de staatssecretaris de zaken rondom de ANBI’s heeft samengevat. Ik heb dit punt ook genoemd in het kader van kerkelijke organisaties. Ik citeer nogmaals wat in de memorie van antwoord staat. Ik constateer op voorhand dat hij in zijn antwoord eigenlijk hetzelfde heeft gezegd. Ik bevestig dat dus nu. Als de staatssecretaris het ermee eens is, zal hij er niets over zeggen, of zal hij zeggen: ja, het is waar. Het citaat is het volgende: bij kerkelijke en  levensbeschouwelijke organisaties wordt van oudsher impliciet aangenomen, overigens bevestigd in de jurisprudentie, dat zij zich volledig richten op het algemeen belang. Dat is ook ons standpunt, maar ik hecht eraan om hier heel klip-en-klaar nogmaals te zeggen dat het ook helemaal vastligt dat de huidige jurisprudentie ook in deze gemoderniseerde wet gehandhaafd wordt.

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 478 – 479

Staatssecretaris De Jager: […] Ik kom bij de kerkelijke organisaties. Ik heb in de memorie en de nadere memorie aangegeven, overigens iedere keer met een kleine toevoeging, dat het om kerkorganisaties gaat die nu al een ANBI-status hebben. Dat zijn naar ik meen de kerken waarop de heer De Boer doelt. Er zijn ook bepaalde kerkelijke organisaties waarvan de heer De Boer niet zal vinden dat het kerken zijn; de fiscus vindt dat ook niet altijd. Ik denk niet dat de heer De Boer een heel sterk pleidooi zal houden voor een ANBI-status voor bijvoorbeeld de Satanskerk. De kerkorganisaties die nu al een ANBI-status hebben – die hadden zij vaak via een koepelconvenant – zullen naar verwachting nagenoeg uitsluitend het algemeen nut dienen.


Brondocumenten


Historie