T03802

Toezegging Brief markteffecten maatregelen betreffende woningmarkt en toezending overige brieven woningmarkt (36.190)



De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Kemperman (BBB) en Van Meenen (D66), toe een aparte brief te sturen betreffende de markteffecten van maatregelen inzake de woningmarkt. Daarbij zal ook ingegaan worden op de stikstofproblematiek bij de woningbouw. De brief zal bij gelegenheid van indiening van het voorstel voor de Wet betaalbare huur toegezonden worden.

De minister zal tevens een aantal brieven over de woningmarkt, onder andere betreffende het grondbeleid, aan de Kamer sturen ter voorbereiding van een eventueel themadebat.


Kerngegevens

Nummer T03802
Status openstaand
Datum toezegging 5 december 2023
Deadline 1 maart 2024
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden drs. E. Kemperman MBA (BBB)
drs. P.H. van Meenen (D66)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen betaalbaar huren
grondbeleid
markteffecten
woningmarkt
Kamerstukken Wijzigingswet Huisvestingswet 2014 (36.190)


Opmerking

zie ook Wet betaalbare huur (36.496)

Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 10, item 8 - blz. 4

De heer Kemperman (BBB):

(…)

“Kan de minister ons toezeggen dat hij met een integrale analyse komt van de woningmarkt, de impact van de afzonderlijke wetten en de samenhang tussen deze wetten? Het hoeft geen afstudeerscriptie of een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek te zijn, maar wij hebben behoefte aan een samenhang der dingen, omdat we elke week hier wel een stukje van de woningmarkt behandelen.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 10, item 11 - blz. 9-10

Minister De Jonge:

(…)

“De eerste vraag is: kan de minister een integrale analyse maken van de woningmarkt, inclusief een beschouwing van hoe alle wetten en dit wetsvoorstel met elkaar samenhangen? Dat kan ik zeker, maar dan wordt het wel heel laat en dat vindt de voorzitter vast niet goed. Misschien toch een paar dingen die ik ook in reactie op uw betoog zou willen zeggen.

(…)

Als ik me nou eens helemaal richt op die markteffecten — dat doe ik dan bij gelegenheid van het wetsvoorstel Betaalbare huur, want daarbij speelt dit nogal en daarbij gaat deze discussie natuurlijk in alle levendigheid losbarsten of is die al best anderhalf jaar geleden losgebarsten — wil ik die heel graag rationaliseren: wat is het markteffect van de maatregel die je neemt? Soms zie je berichten of interviews met mensen over dat wetsvoorstel en zou je denken dat de hemel naar beneden komt als je dat wetsvoorstel invoert. Dan ga je je daar nog eens beter in verdiepen en zie je bijvoorbeeld dat eigenlijk 60% van alle huurprijzen nu allang op dat niveau zit en dat de rendementsverwachting eigenlijk veel harder wordt beperkt door de rentestijging en door de fiscale arrangementen dan door eventuele huurprijsregulering. Dan zie je dat allerlei negatieve effecten van nu op de woningmarkt worden toegedicht aan een wetsvoorstel dat nog bij de Kamer moet komen.

Ik denk dus dat het heel zinvol is om dat soort nuchtere rationalisaties eens op papier te zetten en dat het heel interessant kan zijn om die te bespreken. Voor alle punten met betrekking tot de stand van zaken ten aanzien van het beleid verwijs ik dus toch naar de Staat van de Volkshuisvesting. Daarbij gaat het ook om: hoe gaat het nou eigenlijk op de woningmarkt, hoe zit het nou eigenlijk met betaalbaarheidsnormen en hoe zit het eigenlijk met de voortgang van onze aanpak? Daar richt ik me echt eventjes op die Staat van de Volkshuisvesting. Maar daar waar het echt over de markteffecten gaat, ben ik zeer bereid om bij gelegenheid van het wetsvoorstel voor de betaalbare huur u een extra brief te doen toekomen waarin we dat ook onderbouwen. Dat lijkt me goed om te doen. Dat rationaliseert ook het beleidsdebat, denk ik, dat we hebben in het eerste kwartaal.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 10, item 11 - blz. 16-17

Minister De Jonge:

(…)

“Dan over de markteffecten van maatregelen. Ik zal zorgen dat daar een aparte brief over komt. Ik zei: bij gelegenheid van het doen toekomen van het wetsvoorstel Wet betaalbare huur. Maar mocht het beleidsdebat eerder worden gepland dan dat ik in staat ben gebleken het wetsvoorstel Wet betaalbare huur aan de Kamer te doen toekomen, dan zal ik er een aparte brief van maken voor uw Kamer, opdat het een van de funderende stukken zou kunnen zijn voor het debat. Ik denk dat de Staat van de Volkshuisvesting dat zeker ook is. Ik denk dat het grondbeleid het zeker ook is. Ik werd er net op gewezen dat het grondbeleid wel aan de Tweede Kamer is gestuurd, maar niet aan de Eerste Kamer. Ik zal de Eerste Kamer gewoon een aantal brieven doen toekomen, opdat wij dat beleidsdebat op een adequate manier zouden kunnen vormgeven. U gaat dan weer helemaal zelf over welke stukken u dan wenst te betrekken; zo zit het wel.”

De heer Van Meenen (D66):

“Ik heb het er met de heer Kemperman in een interruptie even over gehad. Hij verzuimde in mijn ogen om stikstof als onderdeel van de totale situatie te bekijken. Zou het mogelijk zijn om nu eens klip-en-klaar te maken wat nu eigenlijk precies die invloed is? Want ik merk dat er, in ieder geval zeker in dit huis, verschillende opvattingen zijn over hoe groot die invloed nu eigenlijk is.”

Minister De Jonge:

“Klopt.”

De heer Van Meenen (D66):

“Is het mogelijk dat het onderdeel van die brief wordt?”

Minister De Jonge:

“Ja, ik denk het wel, zeker. Daar moet ik even naar kijken. Ik kijk of ik u zo geobjectiveerd mogelijk de informatie kan doen toekomen. Over de mate waarin stikstof een belemmerende factor is van woningbouw wordt inderdaad veel gezegd wat niet helemaal klopt. Het is dus heel zinvol om dat op te helderen, denk ik. Laten we dat doen. "Was het maar alvast januari," denk ik weleens, voorzitter. Heeft u dat ook?”


Brondocumenten


Historie

  • 5 december 2023
    toezegging gedaan