T02022

Toezegging Financieringsstructuur specialist ouderengeneeskunde (33.891)



De staatssecretaris van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Slagter-Roukema, schriftelijk informeren over de financieringsstructuur voor de specialist ouderengeneeskunde in de extramurale eerstelijnszorg.


Kerngegevens

Nummer T02022
Status voldaan
Datum toezegging 25 november 2014
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen extramurale zorg
medisch specialisten
ouderen
Kamerstukken Wet langdurige zorg (33.891)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 9-8-38

Staatssecretaris Van Rijn:

Mevrouw Slagter had nog een vraag gesteld over de specialist ouderengeneeskunde. De vraag was of de financieringsstructuur van de specialist ouderengeneeskunde berekend is op het punt dat het aantal ouderen wat langer thuis zal blijven en of dat een probleem is in de financieringsstructuur. Ook ik vind het belangrijk dat thuiswonenden een adequate behandeling krijgen. De huisarts en de medisch specialist moet voor de zorg aan ouderen met comorbiditeit en complexe problemen de expertise kunnen inschakelen van een specialist ouderengeneeskunde. Dat is mogelijk voor mensen die thuis wonen met een Wlz-indicatie en voor mensen die thuis wonen met behulp van zorg uit de Zorgverzekeringswet. Voor beide is dat mogelijk. Een aparte betaaltitel is niet nodig en zelfs overbodig.

Hoe werkt het? Cliënten die thuis wonen met een Wlz-indicatie kunnen huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde bij de behandeling van een cliënt betrekken vanuit het zorgprofiel van de cliënt. Het betrekken van een specialist ouderengeneeskunde in de thuissituatie met behulp van de Zorgverzekeringswet maak ik in het overgangsjaar mogelijk via een subsidieregeling zoals die nu in de AWBZ ook mogelijk is, extramurale behandeling. De behandeling die nu onder de subsidieregeling valt, zal op termijn worden ondergebracht in de Zorgverzekeringswet, maar juist om er continuïteit te laten zijn, is het zowel in de Wlz als onder de Zorgverzekeringswet mogelijk.

Mevrouw Slagter-Roukema (SP):

Excuus, voorzitter, maar dit is wel een belangrijk punt. Ik zou graag willen dat de staatssecretaris dat toch nog schriftelijk vastlegt. Ik heb zelf van de belangenvereniging Verenso begrepen dat het niet goed geregeld is. In ieder geval mijn ervaring is dat de financiering die er tot nu toe voor staat, nu al niet toereikend is. Er zullen best plaatselijke verschillen zijn. Ik zou het fijn vinden als de staatssecretaris nog eens op papier zet wat nu de positie is van de specialist ouderengeneeskunde eerste lijn, hoe die gefinancierd wordt en hoe je daar in de verschillende gevallen mee om moet gaan.

Staatssecretaris Van Rijn:

Dat wil ik zeker doen, en zeker ook in overleg met Verenso. Ik maak overigens wel onderscheid tussen de vraag of het mogelijk is en de vraag of je tevreden bent over het tarief. Het laatste is natuurlijk een andere kwestie.

Handelingen I 2014-2015, nr. 9-8-41

Staatssecretaris Van Rijn:

De behandeling die onder subsidieregeling gaat vallen, zal op termijn worden ondergebracht bij de Zorgverzekeringswet. Dat heb ik ook al gezegd. Het Zorginstituut Nederland zal hieraan een duiding geven. Ook komt er een advies van de NZa. Tot die tijd is de betrokkenheid van de specialist ouderengeneeskunde geborgd via de aparte subsidieregeling extramurale behandeling. Ik herhaal en bevestig mijn toezegging aan mevrouw Slagter dat ik dat nog even schriftelijk op een rij zet.

Handelingen I 2014-2015, nr. 9-8-51

Mevrouw Slagter-Roukema (SP):

Ik kom op de specialist ouderengeneeskunde. Ik zie uit naar de brief die voor volgende week zal binnenkomen over de financiering van de specialist ouderengeneeskunde, met name in de toekomst. Het is mooi dat er een subsidieregeling is. Ik betwijfel of die voldoende zal zijn. Ik zie echter uit naar de brief. Ik heb overwogen om een motie over dit onderwerp in te dienen, omdat ik het heel belangrijk vind dat er onderzoek komt naar de plek van de specialist ouderengeneeskunde in de Zorgverzekeringswet. Ik hoop dat de brief van volgende week daarop antwoord geeft.


Brondocumenten


Historie