T01258

Toezegging Fundamentele wijzigingen in de fiscale wetgeving voor de BES in een apart wetsvoorstel (32.189/32.190/32.276)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Doek (CDA), toe om niet-omvangrijke, maar wel ingrijpende en fundamentele, wijzigingen in de fiscale wetgeving voor de BES-eilanden in een apart wetsvoorstel aan het parlement voor te leggen.


Kerngegevens

Nummer T01258
Status openstaand
Datum toezegging 14 december 2010
Deadline 1 januari 2012
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden drs. H.A. Doek (CDA)
Commissie commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen Caribisch Nederland
fiscale wetgeving
Kamerstukken Invoeringswet fiscaal stelsel BES (32.276)
Douane- en Accijnswet BES (32.190)
Belastingwet BES (32.189)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 11 – blz. 6

Doek (CDA):

Een volgend punt is de toekomstige behandeling van fiscale wetgeving op de BES-eilanden. De regering is voornemens, toekomstige wetgeving niet anders te behandelen dan andere fiscale wetgeving in Nederland. In de woorden van de regering: "Dit betekent dat omvangrijke en ingrijpende wijzigingen in, of een gedeeltelijke of algehele herziening van de Belastingwet BES et cetera veelal een eigen wetsvoorstel zullen rechtvaardigen. Echter, wijzigingen die samenhangen met de koopkracht van de inwoners van de BES-eilanden of een overzienbare hoeveelheid wijzigingen in één of meerdere fiscale wetten voor de BES-eilanden kunnen naar de mening van de regering meelopen in de jaarlijkse belastingplancyclus." De CDA-fractie kan zich echter wel degelijk voorstellen dat er sprake kan zijn van niet omvangrijke maar wel ingrijpende wijzigingen. Uit de tekst zou je kunnen afleiden dat het alleen zou gaan om omvangrijke én ingrijpende wijzigingen. In het geval dat de wijziging niet omvangrijk is maar wel ingrijpend, hechten wij er dan ook aan dat de voorstellen in aparte wetsontwerpen aan het parlement worden voorgelegd.

Handelingen I 2010-2011, nr. 11 – blz. 11

Staatssecretaris Weekers:

De heer Doek heeft ook gevraagd of niet-omvangrijke, maar wel ingrijpende wijzigingen een apart wetsvoorstel rechtvaardigen. Toekomstige wijzigingen in de fiscale wetgeving voor de BES-eilanden wil ik eigenlijk niet anders behandelen dan andere wijzigingen in de Nederlandse fiscale wetgeving. Dit brengt met zich dat ik het met de leden van de CDA-fractie eens ben dat ingrijpende wijzigingen een eigen wetsvoorstel kunnen rechtvaardigen. Desalniettemin kunnen naar mijn mening wijzigingen die samenhangen met de koopkracht van de inwoners van de BES-eilanden of een overzienbare hoeveelheid wijzigingen in één of meerdere fiscale wetten voor de BES-eilanden in de jaarlijkse belastingplancyclus meelopen. Ik sta in dit kader dezelfde aanpak voor als te doen gebruikelijk bij de Nederlandse belastingwetgeving. Als wij bepaalde fundamentele wijzigingen willen doorvoeren en dit buiten het bestek van het belastingplan kan en dus buiten de tijdsdruk die daarop zit, ken ik de wens van de Eerste Kamer om dit op een eerder moment in het jaar te doen. Als dit mogelijk is, zal ik het zeker niet nalaten. Ik wil echter geen aparte behandeling voor de fiscale BES-wetgeving en Europees Nederlandse fiscale wetgeving.

Handelingen I 2010-2011, nr. 11 – blz. 20

Doek (CDA):

Namens mijn fractie had ik nogal aangedrongen op een bepaalde wijze van behandeling van wetsvoorstellen met betrekking tot de BES-eilanden. De staatssecretaris trok in verband daarmee een parallel met het Nederlandse belastingstelsel, de wijze waarop wij dit doen voor de Nederlandse belastingwetten. Mag ik hem er toch op wijzen dat het ook daarbij lang heeft geduurd voordat deze Kamer het voor elkaar had dat dingen zoals de Bosal-wetgeving werden geregeld. Met deze wetgeving heeft de staatssecretaris aan de andere zijde ook zelf te maken gehad. Deze zat eerst in het belastingpakket. Bij amendement is ze er in de Tweede Kamer uitgehaald, zodat wij daarover in deze Kamer apart konden oordelen. Ik dring er met name op aan om ter zake van de fiscale wetgeving voor de BES-eilanden een zekere mildheid te betrachten, omdat de gevoeligheid aan die kant, bij inwoners van die landen, toch anders ligt dan in het heel professioneel georganiseerde Nederland. In het kader van het omgaan met nieuwe inwoners van het Rijk, lijkt het mij verstandig om dit waar het maar enigszins kan, toch in een apart wetsvoorstel te doen. Dat hoeft dan niet als het om de gewone aanpassing van tabellen gaat et cetera, tenzij dit grote wijzigingen zijn.

Handelingen I 2010-2011, nr. 11 – blz. 23

Staatssecretaris Weekers:

Verder verzocht de heer Doek mij om mildheid te betrachten. Hij vroeg om zaken die veranderd worden in het kader van het fiscale BES-dossier niet te verstoppen in het belastingplan en om daar aparte wetgeving voor te ontwerpen. Als wij in het kader van de koopkrachtdiscussie of anderszins kleine reparaties moeten doen, lijkt het mij zinvol deze in het belastingplan op te nemen. Als er fundamentele zaken aan de orde zijn, ook al hebben zij een gering materieel belang, lijkt het mij goed om deze in een apart wetsvoorstel op te nemen, als dat ook maar enigszins mogelijk is, gelet op de tijd die daarvoor nodig is.


Brondocumenten


Historie