T03699

Toezegging Gesprekken Q4 emitters (36.169)



De minister voor Klimaat en Energie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe dat hij de Kamer uiterlijk in Q4 per brief informeert over de uitkomsten van de gesprekken. De gesprekken zullen zich vooral focussen op de zes regio’s waar de grootste emitters zitten. Daarbij gaat het ook om de best beschikbare technieken in den brede en niet alleen op het gebied van energiebesparing.


Kerngegevens

Nummer T03699
Status openstaand
Datum toezegging 27 juni 2023
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Kamerleden mr. R.A. Janssen (SP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen energiebesparingen
EU
Europese klimaatwet
klimaat
Kamerstukken Implementatie Europese klimaatwet (36.169)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 39, item 12 - blz. 4.

De heer Janssen (SP):

(…)

“Voorzitter. De wetgevingsagenda laat heel veel energiewetgeving zien. Ik heb vandaag wat meer gekeken naar de emissiekant. Dat houden we verder goed in de gaten. De Europese klimaatwet is eigenlijk een soort Europese koepelvergunning. Als ik kijk naar mijn eigen praktijk uit het verleden met twee gelijke fabrieken, een in Spanje en een in Nederland, dan zei de directeur uit Nederland die ik ter verantwoording riep: "Hoe kan dat nou? In Spanje hebben we dezelfde fabriek en daar heb ik nooit problemen en daar word ik nooit ergens op aangesproken." Mijn vraag aan de minister is dus wat dat Europese bronbeleid in de praktijk betekent, bijvoorbeeld tot 2030. Hoe gaan we voorkomen dat er een papieren werkelijkheid ontstaat?

Voorzitter. Ik heb drie belangrijke uitgangspunten aangegeven, waaronder niet subsidiëren wat je kan verplichten. Ik heb de minister dat eigenlijk horen bevestigen in zijn woorden. Hij heeft ook gezegd dat we actief aan de slag moeten met de bevoegde gezagen. Een kleine tip aan de minister: we hoeven niet met alle omgevingsdiensten aan de slag. Er zijn er zes die de bedrijven doen van het Besluit risico's zware ongevallen. Daar zitten alle grote emissiebedrijven in. Dat zijn er maar zes, dus dat is overzichtelijk. Dan heb je meteen de meer dan 400 bedrijven te pakken die de grootste emissies voor hun rekening nemen. Het is goed dat de minister zegt, ook met die omgevingsdiensten, meer aandacht te moeten geven aan het feit dat we gaan verplichten wat we kunnen verplichten in plaats van dat we er alleen maar om vragen. Ik hoorde de minister in de eerste termijn zeggen dat hij bij bedrijven langsgaat om te vragen wat ze gaan doen. Dat is volgens mij niet de vraag. De vraag is: "Wanneer gaat u doen wat u moet doen? Wij gaan het u opleggen." Duidelijkheid vinden ze ook best fijn, want daar kunnen ze op investeren.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 39, item 12 - blz. 10.

Minister Jetten:

(…)

”De heer Janssen ging nogmaals in op het belang van de EU-koepelvergunning — ik vond dat een mooie metafoor — waar ook de normering via het EU-bronbeleid aan is verbonden. Dat schept ook gewoon een level playing field voor de Nederlandse industrie, maar ook het grote mkb en de Nederlandse landbouw sector. We worden niet alleen in Nederland scherper en strenger in de klimaataanpak, maar ook in de omringende landen en in alle 27 lidstaten.

Ik ga me inderdaad vooral focussen op de zes regio's waar de grootste emitters zitten. Ik stel voor dat ik u uiterlijk in Q4 per brief informeer over de uitkomst van die gesprekken. Dan gaat het dus ook om de best beschikbare technieken in den brede en niet alleen op het gebied van energiebesparing.”


Brondocumenten


Historie