T01597

Toezegging Jaarlijks informatief gesprek pleegouder-voogden (32.529)



De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Beckers en Quik-Schuijt, toe de verplichte begeleiding van de pleegouder-voogd te beperken tot één informatief gesprek per jaar. In tegenstelling tot wat in de memorie van toelichting wordt gemeld, sluit de pleegouder-voogd een ander contract met de zorgaanbieder dan de gewone pleegouder; dit zal duidelijk gecommuniceerd worden naar de instellingen.


Kerngegevens

Nummer T01597
Status voldaan
Datum toezegging 27 november 2012
Deadline 1 januari 2013
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Kamerleden Mr. H.G.J.M. Beckers (VVD)
mr. A.C. Quik-Schuijt (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen informatieverstrekking
pleegcontract
Kamerstukken Verbetering positie pleegouders (32.529)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 9-3-7

Mevrouw Quik-Schuijt (SP):

Ten tweede het punt van de verplichte begeleiding vande pleegouder-voogd. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft ons hierop een toezegging gedaan, waar-voor zeer hartelijk dank. Wij hadden echter gehoopt in de brief een nadere uitwerking van die toezegging in de wetgeving aan te treffen. [...]  Ten overvloede vermeld ik dat wij al mail hebben ontvangen van pleegouder-voogden die de brief van 26 oktober van het internet hadden gevist, daarmee naar hun pleegzorgbegeleider zijn gestapt en daar nul op het rekest kregen: de aanbieder stelde zelf te mogen bepalen hoe hij inhoud geeft aan de begeleiding, aangezien hij verantwoordelijk is voor het kind! Onze vraag is dan ook: is de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie bereid deze weeffout in het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk te repareren?

Handelingen I 2012-2013, nr. 9-3-9

De heer Beckers (VVD):

De toezegging van de staatssecretaris dat de verplichte begeleiding van de pleegouder beperkt wordt tot één gesprek per jaar, vinden wij een ondersteuning van de ver-antwoordelijkheid die de pleegouder-voogd draagt, zeker als dat gesprek informerend van karakter is en niet directief. Graag krijgen wij van de regering een bevestiging op dit punt.

Handelingen I 2012-2013, nr. 9-3- 13 / 14

Staatssecretaris Teeven:

De heer Beckers vroeg mij te bevestigen dat dat ene gesprek informatief van aard zal zijn. Dat kan ik bevestigen. Het gesprek dient uitsluitend om te kunnen vaststellen dat het kind daadwerkelijk in het pleeggezin woont en om verder te horen hoe het met het kind gaat. Die toezegging is herhaald in de brief van 26 oktober jongstleden. Dat betekent dat gehandhaafd wordt dat pleegouder-voogden een ander contract sluiten bij de zorgaanbieder dan de gewone pleegouders. Dat is zo en dat blijft zo. De intensievere begeleiding die gewone pleegouders krijgen en die als zodanig in het pleegcontract wordt opgenomen, geldt dus niet voor de pleegouder-voogden. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is wel gesproken over de verplichte begeleiding van pleegouder-voogden en over de afschaffing van het aparte contract van pleegouder-voogden. Dat staat er inderdaad in. Ik heb in eerste termijn die pragmatische oplossing voorgesteld en dat in de brief van oktober nog eens herhaald. Volgens mij is daarmee achterhaald wat daarover in de toelichting is opgemerkt. Mevrouw Quik-Schuijt heeft mij gevraagd om reparatiewetgeving op het punt van artikel 28b. In dat artikel staat met zoveel woorden dat in het pleegcontract afspraken worden gemaakt over de begeleiding die de pleegouder ontvangt bij de verzorgingen de opvoeding van het pleegkind. Die bepaling is naar het oordeel van de regering evenzeer van toepassing op de pleegouder-voogden, want ook die sluiten een pleegcontract, waarin over die begeleiding staat dat ze bestaat uit één gesprek per jaar en eventueel – maar alleen als de pleegouder-voogden dat zelf willen – kunnen daar afspraken worden gemaakt over een intensievere begeleiding. Als je meegaat in de redenering van mevrouw Quik-Schuijt zou je kunnen zeggen dat één gesprek niet onder de noemer begeleiding valt. Dat kan ik niet helemaal ontkennen. Maar waar in de wet staat dat afspraken worden gemaakt over de begeleiding, kunnen die afspraken ook omvatten dat geen begeleiding wordt gegeven, dan wel dat er maar één gesprek per jaar wordt ge-organiseerd. Zoals de staatssecretaris van VWS al heeft aangegeven, zullen die werkzaamheden uitdrukkelijk onder de aandacht van de zorgaanbieders worden gebracht. Ik begreep een beetje uit de eerste termijn van mevrouw Quik-Schuijt dat zij had gemerkt dat daar nog niet veel bekendheid aan was gegeven. Dat klopt, want we spreken er nog over. Mijn collega en ik zullen dat zeer wel onder de aandacht van de betrokken instellingen brengen. Dat gaan we ook meteen doen, als deze Kamer instemt met dit wetsvoorstel. Wij verwachten dan ook op dat terrein geen praktische problemen.

Mevrouw Quik-Schuijt (SP):

Gaat de staatssecretaris nog zeggen dat de memorie van toelichting onjuist was? Ik maak mij namelijk zorgen over de duidelijkheid. Als rechter kijk je naar de wet en de memorie van toelichting en dan kijk je niet of er twee jaar later nog eens een brief is verschenen. Ik hecht er wel aan dat het heel duidelijk naar het veld gecommuniceerd wordt, omdat op een lelijke manier te zeggen.

Staatssecretaris Teeven:

U hebt overigens gelijk; mijn collega en ik zullen volstrekt duidelijk naar de instellingen communiceren dat er geen enkel misverstand over kan bestaan dat hetgeen de vorige keer en nu hier is gewisseld ook kracht van wet heeft. Waar in de memorie van toelichting nog enige onduidelijkheid bestaat, moet die worden weggenomen. Ik doe hier de toezegging dat we dit vanuit beide departementen heel duidelijk zullen communiceren naar de instellingen.


Brondocumenten


Historie