T02385

Toezegging Spoedig indienen van een wetsvoorstel ten behoeve van een garantiefonds voor de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) (34.145)



De minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Rij (CDA), toe dat het ministerie van Veiligheid en Justitie zeer snel met een conceptwetsvoorstel zal komen voor een garantiefonds voor de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). 


Kerngegevens

Nummer T02385
Status voldaan
Datum toezegging 28 december 2016
Deadline 1 januari 2018
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden Mr. M.L.A. van Rij (CDA)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen garantiefondsen
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
Kamerstukken Kwaliteitsfonds notariaat (34.810)
Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen (34.145)


Uit de stukken

Handelingen I 2016-2017, nr. 9, item 5, blz. 1-15

De heer Van Rij (CDA):

(...)

In dat verband zijn er vanuit de verschillende beroepsgroepen tot het laatste moment nog prangende vragen opgekomen. Zo heeft de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) in de brief van 14 november aan de commissie voor Veiligheid en Justitie naar aanleiding van de nota naar aanleiding van het verslag duidelijk aangegeven bereid te zijn om de kosten voor het kalenderjaar 2017 eenmalig op te vangen uit een bestaande reserve. Zulks is nodig omdat de nieuwe wet inzake een garantiefonds voor de notarissen naar alle waarschijnlijkheid pas op 1 januari 2018 ingevoerd kan worden. De CDA-fractie spreekt overigens haar waardering uit voor de bereidheid en de toezegging van de minister naar aanleiding van expliciete vragen van onze fractie dat hij een dergelijke wet wil maken. Die nieuwe wet inzake een garantiefonds voor de notarissen maakt het immers mogelijk dat de notarissen in de toekomst de kosten voor toezicht en tuchtrechtspraak kunnen doorberekenen aan hun cliënten en vervolgens die gelden kunnen afdragen aan het betreffende garantiefonds. Volgens de KNB zou de minister echter onvoldoende rekening houden met het feit dat de KNB voor 2017 niet eenmalig de doorberekening van de kosten voor toezicht en tuchtrechtspraak op de notarissen kan verhalen. Het boekjaar is al op 1 oktober 2016 begonnen. Bovendien zullen de leden niet akkoord gaan met vaststelling van een verordening als daarin wordt voorgesteld om de contributie te verdubbelen.

Graag vernemen we van de minister of hij akkoord kan gaan met een eenmalige dekking uit de reserve van de KNB voor 2017. Naar de mening van de CDA-fractie zou hij dan een elegante oplossing hebben gevonden, zodat de notarissen in 2017 niet op kosten worden gejaagd, ervan uitgaande dat vanaf 1 januari 2018 de wet inzake een garantiefonds voor de notarissen in werking zal treden. Mocht de minister hier niet in meegaan, dan stelt de CDA-fractie voor dat de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen, met inachtneming van artikel 7 daarvan, voor de KNB op hetzelfde moment in werking treedt als de wet inzake een garantiefonds voor de notarissen, dus dat die later in werking treedt.

(...)

Minister Van der Steur:

Ik snap heel goed dat de heer Van Rij zegt. Ik heb daar met de KNB uitgebreid over gesproken, en ik snap haar dilemma ook, wat ik ook heb aangegeven. Ik heb niet in de hand of het wetsvoorstel in een jaar tijd door beide Kamers zal zijn behandeld. Ik ga daarom geen koppeling aanbrengen tussen die twee voorstellen. Wel heb ik aan de KNB toegezegd, en dat doe ik nu ook aan het adres van de heer Van Rij, dat wij van onze kant zeer snel zullen komen met een conceptwetsvoorstel waarin het garantiefonds wordt geregeld. Ik ben bereid om, ook gehoord de opmerkingen van de heer Van Rij, de inwerkingtreding te laten plaatsvinden op 1 januari 2018. Maar dat moet het dan wel zijn, omdat op die datum iedereen helderheid moet hebben. Ik kan dit alles niet verbinden aan het verloop van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel inzake het garantiefonds, dat ik zoals bekend niet in de hand heb. Daarbij reken ik op steun van de heer Van Rij en de zijnen om ervoor te zorgen dat we dat dan heel snel kunnen behandelen.

De heer Van Rij (CDA):

Om het even scherp te krijgen: u zegt dat inwerkingtreding van deze wet uiterlijk 1 januari 2018 zal plaatsvinden. Gelijke monniken, gelijke kappen; dit geldt dus voor de notarissen, de advocaten én de gerechtsdeurwaarders. U zegt dat het van het tempo van het parlementaire proces afhangt of de wet over het garantiefonds wel of niet snel komt. Als die wet na 1 januari 2018 komt, hebben de notarissen toch een overbrugging. Alles wijst er echter op dat dit, als ik het zo mag formuleren, niet de moeilijkste wet is die u maakt. U hebt dit ook al in gang gezet. Naar alle waarschijnlijkheid moet die wet dus in de loop van 2017 door het parlement kunnen komen. Heb ik dat goed begrepen?

Minister Van der Steur:

Dat hebt u heel goed begrepen. U kunt dit noteren als een toezegging van deze minister aan uw fractie naar aanleiding van uw suggestie.

(...)

De heer Van Rij (CDA):

(...)

(...) De verwachting is dat de wet garantiefonds voor de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie ingediend wordt bij de Tweede en Eerste Kamer en dat dit tot positieve besluitvorming zal leiden in 2017. (...)

(...)

Minister Van der Steur:

Voorzitter. Ik dank de leden die in tweede termijn het woord gevoerd hebben. Ik dank de heer Van Rij voor zijn exposé over en opsomming van de toezeggingen die ik heb gedaan in onze uitwisselingen. Ik kan hem de bevestiging geven dat hij de juiste samenvatting daarvan heeft gegeven.


Brondocumenten


Historie