T00096

Toezegging bij terrorismebestrijding 1



Minister Donner zal samen met de minister van BZK onderzoeken of ter voorkoming van terroristische aanslagen meer vertrouwensfuncties in de publieke en private sector dienen te worden aangewezen. Ook wordt onderzocht of nadere duiding in de wet van vertrouwensfuncties wenselijk is. Bezien wordt in hoeverre een controle mechanisme in het leven kan worden geroepen op grond waarvan nagegaan kan worden of vertrouwensfuncties worden vervuld door personen die daadwerkelijk onderworpen zijn aan een veiligheidsonderzoek.


Kerngegevens

Nummer T00096
Oorspronkelijke nummer tr_JUST_2004_26
Status afgevoerd
Datum toezegging 15 juni 2004
Deadline 1 januari 2004
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie
Commissie commissie voor Justitie (Just.)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Kamerstukken Wet terroristische misdrijven (28.463)


Opmerking

Tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel terroristische misdrijven op 14 en 15 juni 2004 heb ik over het screenen van personen en de aanwijzing van vertrouwensfuncties een aantal opmerkingen gemaakt. Deze opmerkingen behelzen geen van alle een toezegging van enig onderzoek als waarnaar wordt verwezen (vgl. Handelingen I 2004/05, blz. 1763-1764/ blz. 1773-1774). De strekking was veeleer te benadrukken dat naast het wetsvoorstel terroristische misdrijven tal van andere wetgevingstrajecten in gang waren gezet met het oog op een adequate bestrijding van terrorisme. Ook maakte ik melding van een algehele doorlichting van de strafwetgeving. Aan de problematiek rond de screening van personen, werkzaam op de voor de Nederlandse samenleving vitale knooppunten, wilde ik in het kader van deze projecten nader aandacht besteden.
Inmiddels is volstrekt duidelijk dat de Wet veiligheidsonderzoeken een solide wettelijke grondslag biedt voor een effectieve aanwijzing van vertrouwensfuncties. Ingevolge de Wet veiligheidsonderzoeken kunnen door de vakminister, in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, functies als vertrouwensfuncties worden aangewezen die de mogelijkheid bieden de nationale veiligheid te schaden. Bij functies op vitale knooppunten kan dat het geval zijn. Daarbij geldt de sluitstukgedachte. Dit houdt in, dat indien in voldoende mate beveiligingsmaatregelen van organisatorische, personele, bouwkundige en elektronische aard en ICT-maatregelen zijn getroffen en er alsnog ontoelaatbare restrisico’s bestaan, de mogelijkheid van het aanwijzen van vertrouwensfuncties wordt bezien. Aan een aanstelling van personen op dergelijke functies gaat een door de AIVD in te stellen veiligheidsonderzoek vooraf.

Uit de stukken

Handelingen EK 2003-2004, 33-1763

[…]

Minister Donner: […]

De heer Van de Beeten en de heer Rosenthal hebben mij in dit verband gevraagd naar de problematiek van de screening in de particuliere sector. Strikt genomen, hebben wij met de verklaring omtrent het gedrag en het veiligheidsonderzoek bij gevoelige functies al een instrumentarium. Het is waar dat, zoals de heer Rosenthal aangaf, werkgevers niet steeds een duidelijk beeld hebben van de mogelijkheden tot bescherming van burgerobjecten. De wetgeving zal daar ook niet steeds op toegesneden zijn. Strikt genomen is het onder andere voorwerp van wetgeving die op dit moment nog in voorbereiding is. Nogmaals,dit is een eerste wet. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat dit wetsvoorstel indertijd is opgesteld in reactie op de aanslagen op 11 september. Het is nog door het voorvorige kabinet ingediend. Formeel ben ik verantwoordelijk voor het gehele traject, maar de enige ingreep die onder mijn directe verantwoordelijkheid is geschied,is de uitbreiding bij nota van wijziging tot de werving voor jihad en de samenspanning. Ik ga daar straks nog op in. Het kabinet is niet van mening dat wij er met dit wetsontwerp zijn. In de discussie met de Tweede Kamer over het terrorismebeleid is al aangegeven, dat er wetgeving nodig is over het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces. Het wetsvoorstel daarover ligt nu bij de Raad van State.

Voorts wordt op dit moment de gehele strafwetgeving doorgelicht, mede in het licht van de problematiek die verband houdt met wat gangbaar wordt aangeduid als ''de 150 personen'',waarbij het niet om 150 personen gaat,maar om die personen die men moet volgen zonder dat men concreet aanwijzingen van een strafbaar feit heeft die ingrijpen rechtvaardigen. Die problematiek roept inzake de screening en op andere terreinen de vraag op of op dit moment de bevoegdheden die het mogelijk maken terroristische aanslagen tegen te houden door de voorbereiding te verstoren,adequaat zijn. De wetsontwerpen op dat terrein zullen nog naar de Kamer worden gezonden. Een ander onderwerp van de discussie is of er wettelijke bepalingen nodig zijn om adequaat te kunnen optreden tegen radicalisme en extremisme. Mogelijk wordt ook hiertoe een wetsvoorstel opgesteld en aan de Kamer gezonden. Al die bepalingen zijn nu niet aan de orde. Ik wil deze nu ook niet bespreken,maar deze opsomming geeft wel aan dat het niet een kwestie is die met dit wetsvoorstel rond is en afgedaan is.

[…]



Historie

  • 4 september 2006
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      Brief Minister Donner (kenmerk 5436492/06/6)
  • 15 juni 2004
    toezegging gedaan