T01649

Toezegging Verzoek Centraal Planbureau inzake gedragseffecten van de verhoging van het hoogste inkomstenbelastingtarief (33.400)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Reuten (SP), toe om het Centraal Planbureau te verzoeken om de resultaten van informatievergadering over de gedragseffecten van de verhoging van het hoogste inkomstenbelastingtarief aan de Kamer te verstrekken. 


Kerngegevens

Nummer T01649
Status voldaan
Datum toezegging 19 november 2012
Deadline 1 juli 2013
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden dr. G.A.T.M. Reuten (SP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Centraal Planbureau
inkomstenbelasting
Kamerstukken Miljoenennota 2013 (33.400)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, 33 400, nr. 8 – blz. 26-27

De heer Reuten (SP):

[...]

Ik kom bij mijn vierde punt. Waar gaat het nu allemaal om in de vormgeving van de voorgestelde kabinetspolitiek aangaande de inkomensherverdeling? De inkomensafhankelijke ziektekostenpremie en vervolgens de toch wat gecompliceerde verhoging en afbouw van heffingskortingen in combinatie met verschuiving van tariefgroepgrenzen lijken allemaal gericht op één ding, namelijk het angstvallig vermijden van verhoging van het hoogste inkomstenbelastingtarief. Met een hoger tarief doch zonder die constructies was de belasting niet hoger geweest. De ideologische zijde daarvan begrijpen wij, doch wij zijn meer van het schenken van klare wijn. Van de staatssecretaris weet ik dat hij ook voor klaarheid is en dat maakt het debat met hem altijd krachtig. Graag hoor ik van de minister of hij eveneens klaarheid zou prefereren, ook op het genoemde punt.

Handelingen I 2012-2013, 33 400, nr. 8 – blz. 64

De heer Reuten (SP):

[...]

Ik heb een vraag gesteld over het hoogste inkomstenbelastingtarief en de gedragsveronderstelling dienaangaande op het aanbod van arbeid. Daarop hebben we geen antwoord gekregen. Het komt toch een beetje aan op de precieze formulering van dit punt. Ik wil graag informatievoorziening op dit punt. Daartoe dien ik de volgende motie in.

Motie

De voorzitter: Door de leden Reuten, Koffeman, Postema, Vos, Nagel en Ester wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat terughoudendheid bij het verhogen van het hoogste inkomstenbelastingtarief veelal ingegeven lijkt te zijn door de gedragsveronderstelling dat een substantieel gedeelte van degenen die deze verhoging treft, op langere termijn minder zal gaan werken;

overwegende dat deze kwestie van belang is voor de structuur van de inkomstenbelastingen in samenhang met andere belastingen en in dit kader ook voor de begrotingspolitiek;

roept de regering op om zich te laten informeren over de vraag welk onderzoek er bestaat dat, uitgaande van in beginsel falsificeerbare hypotheses, de genoemde gedragsrelatie bevestigt, en in welke mate van statistische betrouwbaarheid, en om zich voorts te laten informeren over het eventueel bestaan van empirisch onderzoek dat de genoemde gedragsrelatie empirisch weerlegt; bij een en ander zou het niet moeten gaan om economisch laboratoriumonderzoek doch om de empirische "open" werkelijkheid;

roept de regering tevens op om de Kamer van het resultaat van genoemde informatievergaring in kennis te stellen, zo mogelijk voorzien van een appreciatie van de regering,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter G (33400).

Handelingen I 2012-2013, 33 400, nr. 8 – blz. 70-71

Staatssecretaris Weekers:

In de motie-Reuten c.s. (G) wordt de regering opgeroepen om de Kamer van het resultaat van een stuk informatievergaring in kennis te stellen. Dat betreft onder meer de gedragseffecten van de verhoging van het toptarief. Ik zal in elk geval het Centraal Planbureau verzoeken de gevraagde informatie te geven, zodat het debat hierover ook op een later moment kan worden voortgezet. Overigens hebben niet alleen de gedragseffecten ertoe geleid dat in het regeerakkoord niet is gekozen voor verhoging van het toptarief of verhogingen van de tarieven als zodanig. Er is voor andere instrumenten gekozen, namelijk de afbouw van de arbeidskorting en het inkomensafhankelijk maken van de algemene heffingskorting. De facto komt dat neer op een lastenverzwaring, met name voor de hogere middeninkomens en de hogere inkomens. We hebben de statutaire tarieven echter in stand gelaten, want als we die verhogen, geven we ook een bepaald signaal af in het kader van het internationaal vestigingsklimaat, dat niet op een positieve manier zal bijdragen aan de vestiging van bedrijven en aan de creatie van werkgelegenheid in Nederland.

De heer Reuten (SP):

Ik wil eraan toevoegen dat wat de staatssecretaris zegt, niet de implicatie van die motie betreft. In de motie wordt uitsluitend gevraagd om het onderzoek naar dat gedragseffect.

Staatssecretaris Weekers:

Uiteraard. Ik heb al gezegd dat ik de motie zo heb begrepen. Ik vraag het aan het CPB.


Brondocumenten


Historie