T00520

Toezegging Vrijstelling wettelijk mvv-vereiste (30.925)



De staatssecretaris van Justitie zegt mevrouw Strik toe voor de zomer 2008 de Eerste Kamer te berichten over de uitkomsten van haar onderzoek of het gebod van de gezinseenheid in geval van een afgeleide asielstatus kan worden opgelost via het mvv-beleid.


Kerngegevens

Nummer T00520
Oorspronkelijke nummer tz_JUST_2008_7
Status voldaan
Datum toezegging 1 april 2008
Deadline 1 juli 2008
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Justitie
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Justitie (Just.)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Implementatie van de richtlijn betreffende minimumnormen voor de erkenning en status van onderdanen derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft (30.925)


Uit de stukken

Handelingen I 2007-2008, nr. 25 – blz.1049

Mevrouw Strik (GroenLinks)

De staatssecretaris redeneert dat er geen noodzaak is aan een gezinslid met een andere nationaliteit de afgeleide status te verstrekken, omdat dit gezinslid kan terugkeren naar het eigen land en daar zo nodig bescherming kan aanvragen. Op zichzelf is dat een

begrijpelijke redenering, die achter alleen opgaat als het hele gezin daar veilig en duurzaam kan leven. Immers, dat vereist het gebod van gezinseenheid van artikel 23

van de kwalificatierichtlijn. De staatssecretaris handelt ook niet naar haar redenering, want zij toetst helemaal niet of het gezin in dat land bescherming kan krijgen. In alle gevallen, dus ook als er geen bescherming mogelijk is in dat land, wordt gezinsleden met een andere nationaliteit een afgeleide asielstatus geweigerd. Zij moeten, anders dan gezinsleden met dezelfde nationaliteit, de reguliere procedure doorlopen met de consequenties zoals hiervoor beschreven. Door een deel van de gezinsleden te verwijzen naar het buitenland, met een onzekere duur en uitkomst, verbreekt de regering bewust de gezinseenheid en schendt daarmee artikel 23. De mogelijkheid om onderscheid te maken naar nationaliteit

staat niet in de definitierichtlijn, en evenmin in de gezinsherenigingsrichtlijn. In de definitie van gezinsleden staat slechts dat het gezin al in het herkomstland moet hebben bestaan. Nederland heeft tijdens de onderhandelingen over deze richtlijn wel geprobeerd, de nationaliteitseis in de tekst te krijgen, wat heel even is gelukt. Andere lidstaten verzetten zich echter daartegen en hebben met succes gepleit voor het schrappen van die eis. Omdat de raad expliciet heeft besloten de eis niet in de richtlijn op te nemen, is dan ook aan te nemen dat het ook niet mag. De regering baseert zich regelmatig bij de interpretatie van bepalingen op het onderhandelingsproces. Zij deed dat bij artikel 4 van de richtlijn, en bij

artikel 15c. De bedoeling van de lidstaten is in haar ogen dus relevant, waarmee ik het eens ben. Maar dan moet het wel consequent. Wat betekent het anders dat het de

Nederlandse regering niet is gelukt, het onderscheid naar nationaliteit uit de richtlijn te krijgen?

Staatssecretaris Albayrak:

Mevrouw Strik sprak over vluchtelingen die op basis van de richtlijn en de Nederlandse wet worden toegelaten. Dat biedt mij een aanknopingspunt om partners en kinderen met een afgeleide status van de ouders in Nederland te laten verblijven. Uitzondering daarop zijn diegenen die niet dezelfde nationaliteit hebben. Het lijkt mij het onderzoeken waard of wij het probleem dat mevrouw Strik schetste via het mvv-beleid kunnen oplossen. Ik hoop dat zij mij toestaat om het dieper te onderzoeken, want ik denk dat wij ons beider uitgangspunt, de eenheid van het gezin, zo het beste recht kunnen doen.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ik ben het niet eens met de staatssecretaris dat de richtlijn het toestaat, maar op dat punt kom ik in tweede termijn terug. Ik ben verder wel blij dat de staatssecretaris bereid is om onderzoek te laten doen. Ik ben ook erg benieuwd naar de uitkomsten. Kan zij nu echter al zeggen of zij denkt aan uitbreiding van de hardheidsclausule of aan een nieuwe beleidsregel die gezinnen de zekerheid geeft dat zij bij elkaar kunnen blijven?

Staatssecretaris Albayrak:

Als ik het antwoord op deze laatste vraag wist, was ik hierop zojuist al ingegaan. Ik moet eerst goed laten onderzoeken of het mogelijk is en, zo ja, waar het dan het beste geregeld kan worden.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Op welke termijn kan de staatssecretaris dit regelen?

Staatssecretaris Albayrak:

Ik onderzoek op dit moment hoe een aantal andere elementen uit de mvv uitwerkt op kinderen die reeds langer in Nederland verblijven op basis van een tijdelijke verblijfsvergunning. Een aantal interventies van de minister heeft ons verder ook genoopt om het mvv-beleid te bezien. Ik denk dat dit punt daar goed bij past. De Kamer krijgt hierover nog voor de zomer bericht.


Brondocumenten


Historie