Verslag van de vergadering van 27 september 2016 (2016/2017 nr. 1)

Aanvang: 13.35 uur

Status: gecorrigeerd


Aan de orde is de herdenking van mevrouw H.C.M. Vedder-Wubben.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik verzoek de leden te gaan staan.

Op 23 augustus jongstleden overleed op 65-jarige leeftijd Ria Vedder-Wubben, senator voor het Christen-Democratisch Appèl van 10 juni 2003 tot 7 juni 2011.

Hendrika Cornelia Maria Wubben werd geboren op 20 mei 1951 in Den Haag als telg van een tuindersfamilie. Na het afronden van de hbs werd zij rekenaar bij verzekeringsmaatschappij ENNIA. In de avonduren studeerde zij voor actuaris. Na drie jaar stapte mevrouw Vedder over naar de firma Equity & Law. Ook werkte zij enige jaren voor een pensioenadviseur.

Begin jaren negentig werd, toen nog, Ria Wubben zelfstandig actuaris. In 1998 werd zij partner, en later managing partner, bij Deloitte & Touche. Deze functie combineerde mevrouw Vedder-Wubben vanaf 2003 met het lidmaatschap van de Eerste Kamer. Zij was in de politiek gekomen via het CDA-Vrouwen in Den Haag. In een interview vlak na haar benoeming gaf zij aan dat zij hoopte met haar praktijkervaring tegenwicht te kunnen bieden aan het hoge "studeerkamergehalte" van de Eerste Kamer. Dat heeft zij zeker gedaan. In dit huis zou haar naam onlosmakelijk verbonden worden met het dossier pensioenen. Toen het kabinet in 2005 pleitte voor afschaffing van de fiscale stimulering van de VUT en het prepensioen, gaf zij aan dat zij uit ervaring wist dat voor aanpassing van pensioenregelingen meer dan een jaar nodig is.

Ria Vedder-Wubben had echter niet alleen oog voor de positie van pensioenuitvoerders, maar vooral ook voor de belangen van pensioendeelnemers en pensioengerechtigden. Zo bekritiseerde zij in haar maidenspeech de rigiditeit van het pensioenstelsel en steunde zij de beoogde invoer van een levensloopregeling, omdat deze mensen meer ruimte gaf om hun werk en privéleven in welke vorm dan ook te combineren.

Bij de behandeling van een initiatiefwetsvoorstel over banksparen constateerde mevrouw Vedder-Wubben dat de regeling zeer ongunstig zou uitpakken voor zelfstandigen. Door voet bij stuk te houden kreeg zij van het kabinet de toezegging om te zoeken naar een manier waarop het banksparen kon worden betaald zonder beperking van het pensioengevend salaris. Bij de plannen voor een toeslagkorting voor 65-plussers met een jongere partner in 2010 bracht mevrouw Vedder-Wubben een grote beleidswijziging tot stand. Toen in het debat bleek dat er brede kritiek was op dit voorstel, legde Ria Vedder een alternatief plan voor aan de minister, dat hij dankbaar aanvaardde. Het leidde tot een toezegging met de titel "Aanpassing wetsvoorstel aan wensen Kamer". Ik denk dat dat iets is waar menig parlementariër jaloers op zou zijn.

Naast haar kundige inbreng op het pensioendossier heeft mevrouw Vedder-Wubben zich altijd actief ingezet voor Kameractiviteiten. Voorzitters van de Eerste Kamer deden nooit tevergeefs een beroep op haar als het ging om ontvangsten van binnenlandse of buitenlandse delegaties. Ook was zij acht jaar lang voorzitter van de commissie voor Verzoekschriften.

Ria Vedder-Wubben stond in dit huis bekend als een warm, toegankelijk en nuchter persoon voor wie het gezinsleven met echtgenoot, kinderen en kleinkinderen altijd op de eerste plaats kwam.

De laatste functie die zij bekleedde, was in het bestuur van Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Mevrouw Vedder-Wubben was in augustus 2014 de allereerste, rechtstreeks — met overgrote meerderheid — gekozen bestuurder van dit pensioenfonds. Ook in die hoedanigheid zette zij zich met grote overgave in voor een fatsoenlijke oudedagvoorziening. Het valt diep te betreuren dat zij daarvan door haar onverwachte ziekte en overlijden zelf niet heeft kunnen genieten.

Wij gedenken haar vandaag met respect voor haar persoon en haar verdiensten voor onze parlementaire democratie. Moge dit tot steun zijn voor haar familie en vrienden.

Ik verzoek u allen een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor enkele minuten in afwachting van de heer Van Weyenberg, mevrouw Keijzer en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

U zult zich afvragen waarom ik niet schors om de familie te kunnen begroeten, maar de familie heeft er de voorkeur aan gegeven om niet bij de herdenking aanwezig te zijn, omdat zulks voor hen op dit moment te zwaar is.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.