Verslag van de vergadering van 23 september 2025 (2025/2026 nr. 01)
Aanvang: 14.01 uur
Status: gecorrigeerd
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. De vastgestelde notulen van de plenaire vergadering van 9 september 2025 liggen ter inzage bij de Griffie. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich hiermee heeft verenigd.
Daarnaast ligt een lijst bij de Griffie ter inzage met door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstellen en de commissies waaraan ik deze wetsvoorstellen heb toegewezen.
Op verzoek van de D66-fractie heb ik op grond van artikel 30 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer het lid Croll aangewezen als lid van de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp (BDO).
Op verzoek van de BBB-fractie heb ik het lid Lievense aangewezen als lid van de commissie voor Digitalisering (DIGI).
Op verzoek van de FVD-fractie heb ik het lid Kemperman aangewezen als lid van:
-
-de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV);
-
-de commissie voor Europese Zaken (EUZA);
-
-de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO);
-
-de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS);
-
-de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Ingekomen is een brief van de voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp van 11 september 2025 aan de waarnemend Voorzitter van de Eerste Kamer houdende het advies om de artikel 100-brief over de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea voor kennisgeving aan te nemen. De brief ligt in de zaal ter inzage. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met het advies van de commissie voor BDO heeft verenigd.
Dan is aan de orde het voorstel om de vervaltermijn van de motie van het lid Kemperman over bij algemene maatregel van bestuur buiten gebruik stellen van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (36725-XXII, letter C) met twaalf weken te verlengen. Op grond van artikel 67, eerste lid van het Reglement van Orde zal de motie op 30 september aanstaande van rechtswege vervallen. Kan de Kamer instemmen met het voorstel tot verlenging van de termijn van aanhouden? Dat is het geval. Wenst een van de leden aantekening? Dat is niet het geval.
Op verzoek van de heer Kemperman stel ik voor zijn motie (36725-XXII, letter C) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.