De wettelijke openbaarheid van de Eerste Kamer bracht met zich mee dat er omstreeks 1880 balkons in de zaal zijn aangebracht. Twee balkons werden over de volle breedte van de zaal op twee ijzeren kolommen geplaatst.

De balkons verdeelden de schoorsteenpartijen in twee gedeeltes. Daarmee viel tevens een deel van de Schilderijen Mars en Vrede achter de balkons.

Bij de laatste grote restauratie (1994/1995) heeft men de schouwen vrij kunnen maken van de balkons, door halve ovalen (vides) uit de balkons te zagen. Zowel de schoorsteenpartijen als de schiderijen van Lievens en Hanneman zijn nu weer in het geheel te bewonderen.

Door de ontmanteling van de oorspronkelijke balkons kwam de solide constructie naar voren. De balkons waren namenlijk gebouwd van een soort spoorwegbruggen.

Om dit zeer interessante detail niet verloren te laten gaan heeft men de uiteinden en bovenrand van de ijzeren liggers afgewerkt in een genuanceerde roestkleur en duidelijk zichtbaar gelaten.

Daarbij zijn de balkons slechts omkleed met een effen stof, waarbij de randen van de balkons zijn vrijgelaten. Het doel om de balkons los van de zaal te maken is hiermee geslaagd.