Bij de gereedkoming van de vergaderzaal in 1656 bleek dat het geluid in de zaal tegen de wanden weerkaatste. De oplossing voor dit probleem werd gevonden in het aanbrengen van gobelins.

De gobelins zijn in de tijd van Napoleon naar Parijs meegenomen en tot op heden niet meer teruggevonden.

De acht bovenvlakken die door het verdwijnen van de gobelins waren vrijgekomen, zijn aan het eind van de negentiende eeuw opgevuld met medaillons.

In de 21 medaillons werden portretten van raadpensionarissen geschilderd. In volgorde stellen zij voor: Johan van Oldebarneveldt, Adriaan Pauw, Johan de Witt, Caspar Fagel, Antonie Heynsius, Simon van Slingelandt, Laurens Pieter van de Spiegel en Rutger Jan Schimmelpenninck.

Grappig is dat de medaillons met de raadpensionarissen na de restauratie van 1994 veel donkerder van kleur waren dan het plafond. De oorzaak was dat de medaillons werden geschilderd toen het plafond al was verkleurd.

Bij de laatste restauratie zijn er voor de zaal nieuwe wandkleden gemaakt, geïnspireerd door de vormen en kleurstellingen van het plafond, die in de zeventiende eeuw juist weer waren aangebracht als afsluiting bij de kostbare plafonds.