Het is campagne voor de Provincie. De partij gaat de straat weer op, en ik ga mee.

Eerst praten we nog wat voor, met mensen uit de stad Utrecht en met Statenleden. Over jeugdzorg en verkokering. Over kantelen van diensten en over de controle daarop.

Dan trekken we het winkelcentrum Overvecht in. En spreken mensen aan over de komende verkiezingen.

"Alweer?", "we zijn toch net geweest?"

En dan proberen we uit te leggen waarover het op 11 maart gaat. Niet altijd zo gemakkelijk, want in de stad leeft de Provincie niet echt. En de lijsttrekker die op de folder staat lijkt ook niet op Wouter Bos, zo constateren de winkelende mensen.

De reacties zijn wel anders dan een maand geleden toen het om het parlement ging. Dat wist iedereen, en ook waarom stemmen de moeite waard is. Maar die Provincie, dat leeft echt minder...

Dus leg ik ook nog eens uit dat de Staten de Eerste Kamer kiezen. Dat levert soms herkenning op, maar ook opmerkingen die erop duiden dat mensen denken dat de Eerste Kamer maar steeds in mootjes wordt hernieuwd. Een enkeling mompelt ook nog wel iets over stemvee. Een vage herinnering uit een ver verleden.

Dat het straks wat uitmaakt hoe de samenstelling zich verhoudt tot de andere kamer, kun je - zo blijkt - nog het best uitleggen aan de hand van Duitsland .Want dat de situatie daar veranderd is onlangs, blijkt wel doorgedrongen tot een aantal mensen die we spreken.

Maar ik krijg ook te horen dat we zakkenvullers zijn, eerst maar eens moeten zorgen voor een schone stoep, voor het vertrek van alle zwarten, en dat mijn eigen partij vooral sinds Drees wel erg achteruitgegaan is...

Natuurlijk spreek je mensen aan die helemaal niet stemmen, nu niet en nooit niet. Die zijn het meest uitdagend, dus daar blijf ik dan bij hangen.

Zo ook bij de mevrouw die op een bankje nog even zit te kijken of het zojuist aangeschafte bloesje ook in het buitenlicht nog wel goed kleurt bij haar rok. "Fijn dat je even meekijkt, maar je denkt toch niet dat ik nu daarom ineens wel ga stemmen hé! Trouwens wat doe je zelf eigenlijk en waarom loop je hier voor gek, in dat rode jasje ?"

Trots vertel ik dat ik in de Eerste Kamer zit.

Dat vindt ze wel wat. Gaan die mensen dan ook gewoon de straat op om stemmen te winnen? Ja kennelijk. Nou dat vindt ze eigenlijk wel flink van ons. Want ze dacht eigenlijk dat we daar te deftig voor waren. Waarop ze me spontaan belooft op mij te zullen stemmen, mits ik mijn naam even noem.

Tja, en dan ga ik maar weer uitleggen wie er wel op ons kan stemmen.

Teleurgesteld constateert ze dat ze dan kennelijk eerst op die snorremans in de folder zou moeten stemmen, en dat die dan weer op mij...

Neen, dat vindt ze oneerlijk. En ze snapt overigens ook niet dat ik dat pik.

Tja...

Zo had ik onze positie als indirect gekozene eigenlijk nog nooit bekeken. We zouden het niet moeten pikken, meneer de voorzitter.

Deze column is op persoonlijke titel geschreven