Lichten van de Koersk als begin van structurele samenwerking met Rusland



Dinsdag 30 oktober 2001 wenste Voorzitter Gerrit Braks zijn voorganger Frits Korthals Altes geluk met zijn benoeming tot minister van Staat. Hij knoopte daar twee andere felicitaties aan vast, voor Jan Terlouw wegens zijn kinderboekenprijs en voor mij omdat de gezonken onderzeeboot Koersk succesvol in de Barentszee werd gelicht. Een huzarenstuk van het Nederlandse bedrijfsleven dat wereldwijd respect heeft afgedwongen. Voor mij de afsluiting van een jaar lang werken tegen onheilsprofeten die hetzij betwijfelden of de Russische regering de operatie zou doorzetten, hetzij de risico's zwaar hebben aangezet. Voor mij was het risico van de Koersk op de zeebodem te laten liggen veel groter dan een zorgvuldige hijsoperatie op basis van de door Nederland gefinancierde haalbaarheidsstudie. En aan de inzet van de Russische regering twijfelde ik niet omdat het prestige en de betrouwbaarheid van president Putin op het spel stond.

Waarom was het lichten van de Koersk belangrijk? Allereerst wegens de menselijke aspecten van het vreselijke ongeluk; er waren nog 108 lichamen in het wrak. Dan de milieuaspecten: op den duur zou het nucleaire materiaal lekken op een diepte van 105 meter in een visrijk gebied. Een BSE-achtige crisis zou het gevolg kunnen zijn voor het eten van vis. Het allerbelangrijkste vond ik het signaal aan de wereld dat zou uitgaan van het beginsel dat een vervuiler zijn rommel moet opruimen. Geen enkel land mag splijtstof op de zeebodem laten roesten. Dat gold niet alleen voor Rusland. Tenslotte zou met de Koersk de basis gelegd kunnen worden voor een samenwerkingsproject op lange termijn met de Europese Unie ter verwijdering van nucleaire reactoren en ander afval in Noord-West Rusland. Aanvankelijk had ik de hoop dat dit project reeds dit voorjaar van de grond zou komen. De EU heeft hier veel geld voor beschikbaar. Helaas bleken er teveel obstakels, zowel wegens militaire geheimen als de juridische aansprakelijkheid. Daardoor kwam er ook geen geld voor de Koersk, zodat de hijsoperatie uiteindelijk geheel door Rusland is betaald. De Koerskstichting geeft de moed echter niet op. Na aanvankelijke terughoudendheid van militaire zijde kreeg het consortium Mammoet-Smit toch alle vereiste technische informatie. Als die openheid van blijvende aard blijkt te zijn moeten de resterende juridische problemen ook oplosbaar worden. Met de ondertekening van een kaderakkoord tussen de Russische Federatie en de Europese Unie komt dan de weg vrij voor een gigantische opruimactie die van wezenlijk belang is voor het milieu in een groot deel van Europa en daarmede voor de veiligheid van de burgers. Dan wordt het lichten van de Koersk de eerste stap in een proces van structurele samenwerking.

Deze column is op persoonlijke titel geschreven