E070129
Laatste revisie: 11-07-2008

E070129 - Groenboek Een nieuwe stedelijke mobiliteitscultuur



Doel van het Groenboek is een hernieuwd publiek debat te initiëren over de vraag wat een Europees stedelijk mobiliteitsbeleid zou moeten behelzen. De hoofdvraag is of en hoe dit beleid kan bijdragen aan hetgeen reeds op lokaal niveau gebeurt.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2007)551PDF-document, d.d. 25 september 2007

commissies Eerste Kamer

beleidsterrein


Behandeling Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets

Onderhavig voorstel maakt deel uit van de lijst van 24 voorstellen, die door de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets aan een toetsing worden onderworpen. Op 9 oktober 2007 heeft de TCS het initiatief, voorzien van een doorverwijzing, onder de aandacht gebracht van de vakcommissies van Eerste en Tweede Kamer ter eigenstandige behandeling.


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Verkeer en Waterstaat (V&W) besloot op 30 oktober 2007 alvorens tot een inhoudelijke behandeling over te gaan, de minister van Verkeer en Waterstaat per brief te verzoeken om de kabinetsreactie plus de door het ministerie ontvangen reacties op het groenboek vanuit het maatschappelijk middenveld, zoals bijvoorbeeld van de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

De minister van Verkeer en Waterstaat stuurde op 29 november 2007 een reactie met daarin de mededeling dat de definitieve kabinetsreactie uiterlijk 15 februari 2008 beschikbaar zal zijn. Vooruitlopend op deze definitieve kabinetsreactie is het inventarisatiedocument toegevoegd, met de voorlopige opmerkingen die zijn ingebracht tijdens de internetconsultatie voor het onderhavige groenboek plus het standpunt van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) dat is geïntegreerd in dit inventarisatiedocument.

Op 18 december 2007 besloot de commissie V&W onderhavig dossier nogmaals te agenderen als de kabinetsreactie ontvangen is. De kabinetsreactie werd op 26 februari 2008 besproken en voor kennisgeving aangenomen.


Behandeling Tweede Kamer

Op 8 november 2007 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een notitie opgesteld met betrekking tot de behandeling van onderhavig groenboek.

Binnen de commissie V&W bestond er bij de fracties van CDA, PvdA, SP en VVD de behoefte om de minister nog enkele vragen voor te leggen naar aanleiding van het kabinetsstandpunt d.d. 12 februari 2008. Vragen en antwoorden vindt u hier.

Onderhavig groenboek kwam ook nog ter sprake tijdens een Algemeen Overleg op 2 april 2008.


Standpunt Nederlandse regering

Op 12 februari 2008 stuurde de minister voor Verkeer en Waterstaat een gezamenlijke reactie van het kabinet en de koepelorganisaties van decentrale overheden op het onderhavige groenboek.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het GroenboekPDF-document is gebaseerd op de uitkomsten van een eerdere openbare consultatie en overleg met stakeholders. Doel van het Groenboek is een hernieuwd publiek debat te initiëren over de vraag wat een Europees stedelijk mobiliteitsbeleid zou moeten behelzen. De hoofdvraag is of en hoe dit beleid kan bijdragen aan hetgeen reeds op lokaal niveau gebeurt (p.4). De hernieuwde consultatie loopt tot 15 maart 2008. In de herfst van 2008 zal vervolgens een Actieplan worden gepresenteerd met concrete initiatieven voor duurzame stedelijke mobiliteit (met bijbehorend tijdpad voor implementatie). Uitgangspunt is een geïntegreerde benadering van stedelijke mobiliteit gebruikmakend van technologische innovatie, de ontwikkeling van schone, veilige en intelligente vervoerssystemen, economische prikkels en wetgeving.

De toegevoegde waarde van de EU zou volgende de Europese Commissie diverse vormen kunnen krijgen, waaronder het bevorderen van de uitwisseling van best practices, het bewerkstelligen van gemeenschappelijke standaarden (eventueel harmonisatie), financiële ondersteuning, het ondersteunen van (toegepast) onderzoek, en daarnaast vereenvoudiging en intrekking van bestaande Europese regelgeving en het voorstellen van nieuwe regelgeving.

Stedelijke mobiliteitsproblematiek

De Europese Commissie identificeert met betrekking tot de stedelijke mobiliteit vijf problemen die om een oplossing vragen:

  • 1. 
    verkeerscongestie met de bijbehorende negatieve economische, sociale, gezondheids- en milieueffecten;
  • 2. 
    overheersend gebruik van olie als vervoersbrandstof met bijbehorende C02-uitstoot, uitstoot van andere luchtverontreinigende stoffen en geluidshinder;
  • 3. 
    intelligente transportsystemen worden onvoldoende toegepast om de doelmatigheid van stedelijke mobiliteit te bevorderen en/of er wordt onvoldoende rekening gehouden met de interoperabiliteit van vervoerssystemen;
  • 4. 
    onvoldoende aandacht voor ketentransport: de verschillende vervoersmodaliteiten sluiten onvoldoende op elkaar aan;
  • 5. 
    stedelijke mobiliteit is onvoldoende veilig en beveiligd.

Beleidsopties

Bij ieder bovengenoemd probleem somt de Europese Commissie een aantal mogelijke oplossingen (beleidsopties) op die naar voren zijn gekomen in tijdens een eerdere consultatie. Vervolgens stelt zij een aantal concrete vragen, waarbij de achterliggende vraag steeds is: Wat zou de mogelijke rol van de EU kunnen zijn?

Oplossen van verkeerscongestie: naar steden zonder opstoppingen

De Europese Commissie erkent dat er niet een unieke oplossing bestaat voor verkeerscongestie. Ze noemt een aantal maatregelen (niet noodzakelijkerwijs op Europees niveau) dat een bijdrage zou kunnen leveren aan het terugdringen van verkeerscongestie (alternatieven voor het gebruik van de auto, verbeterd ketentransport, bevorderen van wandelen, fietsen, carpoolen, telewerken en shoppen, veranderend stedelijk parkeerbeleid (parkeertarieven), P&R-faciliteiten, ITS, mobiliteitsmanagement en maatregelen m.b.t. vrachtvervoer). Vervolgens werpt zij de vragen op hoe wandelen en fietsen als alternatieven voor autogebruik kunnen worden gestimuleerd, evenals duurzame vervoer en wat de mogelijke rol van de EU daarbij kan zijn. Ook vraagt zij zich af hoe best practices in de bestrijding van verkeerscongestie in steden beter voor het voetlicht kunnen worden gebracht.

Tegengaan van CO2-uitstoot, luchtverontreinigende stoffen en geluidshinder: naar groenere steden

Nieuwe technologieën (filters, katalysatoren, onderzoek naar schone en efficiënte transportmiddelen en alternatieve brandstoffen), waarvan de toepassing wordt gestimuleerd met economische instrumenten, kunnen hieraan een bijdrage leveren. Een bijdrage kan ook geleverd worden door het stimuleren van groen aanbesteden (schoon en energie-efficiënt) en van eco-rijden. De Europese Commissie werpt de vragen op hoe de toepassing van schone en energie-efficiënte technologieën in het stedelijk transport kan worden bevorderd, hoe groen en energie-efficiënt aanbesteden kan worden gestimuleerd, evenals eco-rijden. Ook legt de Europese Commissie de vraag voor of er op Europees niveau criteria of richtsnoeren, of zelfs geharmoniseerde regels, moeten worden vastgesteld voor het vaststellen van Groene Zones in steden, waarbij de mobiliteit van goederen en personen zoveel mogelijk wordt gewaarborgd.

Te weinig toepassing ITS: naar intelligenter stedelijk vervoer en transport

Mogelijke oplossingen: het verzamelen en analyseren van mobiliteitsgegevens, het bevorderen van intelligente toepassingen en diensten in het kader van stedelijke mobiliteit (onder andere smart cards, reis- en vervoersplanners (informed choice on mode and time for travel)), zodat de bestaande infrastructuurcapaciteit beter wordt benut. De Europese Commissie stelt de vragen hoe dit het best kan worden bevorderd en hoe de uitwisseling van informatie en goede praktijken tussen betrokkenen kan worden gestimuleerd. Daarnaast wordt gevraagd of acties nodig zijn gericht op standaardisering van interfaces en de uitwisselbaarheid van stedelijke ITS-toepassingen.

Naar een beter toegankelijk stedelijk vervoer en transport

Om de rechten van de gebruikers van de verschillende vervoersmodaliteiten te versterken, zou volgens sommigen de Europese Commissie het opstellen van een Europees charter inzake de rechten en verplichtingen van passagiers van collectief transport moeten bevorderen. De Europese Commissie werpt in deze consultatie de vraag op of dit noodzakelijk is. De Europese Commissie wijst voorts op de betekenis van het juridische kader dat wordt gevormd door de twee bestaande richtlijnen voor openbare aanbestedingen en de (verwachte) verordening inzake publieke personenvervoersdiensten per spoor en via de weg. Voorts schetst de Commissie mogelijk innovatieve oplossingen voor de problematiek, zoals snelbusdiensten, aparte rijstroken voor collectief transport, het bevorderen van schone taxidiensten etc. Tot slot wijst de Europese Commissie op het verband tussen stadsplanning en mobiliteit. In het verlengde daarvan werpt zij de vraag op hoe beide beter op elkaar kunnen worden afgestemd en wat voor organisatiestructuur daarvoor nodig is (vraag 15). Ook hier is de achterliggende vraag telkens: Wat zou de mogelijke rol van de EU kunnen zijn?

Naar veilig en beter beveiligd stedelijk vervoer

De Europese Commissie schetst de opties dat door het bevorderen van veiliger gedrag van verkeersdeelnemers, van veiliger en beter beveiligde infrastructuur en van veiliger vervoersmiddelen deze doelstelling kan worden bereikt. Hierover worden in het Groenboek een aantal vragen gesteld, onder andere betreffende het gebruik van radarcontroles en videobewaking. De Commissie merkt in deze paragraaf op dat stakeholders naar voren hebben gebracht dat de EU zou kunnen bijdragen aan het bevorderen van een meer algemeen gebruik van instrumenten gericht op handhaving van verkeersregels.

Informatie-uitwisseling en dataverzameling

De Europese Commissie stelt dat de EU een betere informatie-uitwisseling tussen betrokkenen zou kunnen bevorderen, zou kunnen bijdragen aan bewustwordingscampagnes op het terrein van stedelijke mobiliteit en zou kunnen bijdragen aan het op EU-niveau standaardiseren, verzamelen, analyseren en vergelijken van mobiliteitsgegevens. Ze werpt de vraag op of de oprichting van Europees Observatorium voor Stedelijke Mobiliteit (naar het model van European Road Safety Observatory) wenselijk is.

Financiering

In de slotparagraaf van het Groenboek gaat de Europese Commissie nader in op de mogelijkheden tot financiering van een nieuwe strategie inzake stedelijke mobiliteit. Ze werpt vragen op naar hoe bestaande Europese financiële instrumenten (bijvoorbeeld de structuur- en cohesiefondsen) beter kunnen bijdragen aan de doelstellingen. Ook wordt de vraag gesteld naar de wenselijkheid van economische instrumenten en of daarbij de noodzaak bestaat tot het vaststellen van een Europees kader.


Behandeling Raad

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 9 juli 2008 nam het Europees Parlement een resolutie aan naar aanleiding van een rapport dat op eigen initiatief werd opgesteld door de commissie Vervoer & Toerisme.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

In april 2007 heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een bijdrage geleverd aan de internetconsultatie t.b.v. onderhavig groenboek.

Op 25 oktober 2007 heeft VNO-NCW een korte reactie op onderhavig voorstel geleverd.

Op 9 april 2008 heeft het Comité van de Regio's een advies aangenomen inzake het Groenboek.


Alle bronnen