E090133a
Laatste revisie: 01-07-2013

E090133a - Richtlijn tot wijziging van richtlijn 2003/109/EG teneinde haar werkingssfeer uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten



Onderhavige richtlijn bevat voorstellen om de richtlijn 'status langdurig ingezetenen' uit te breiden naar die personen die internationale bescherming genieten. Deze uitbreiding betekent dat personen die internationale bescherming genieten na vijf jaar legaal verblijf de status van langdurig ingezetene kunnen verwerven in de lidstaat die hun bescherming heeft verleend (eerste lidstaat), onder bepaalde voorwaarden aanspraak kunnen maken op verblijf in een andere lidstaat (tweede lidstaat) en in die tweede lidstaat na vijf jaar legaal verblijf de status van langdurig ingezetene kunnen verwerven.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

nationaal

Op 28 juni 2011 heeft de commissie een mondeling overleg gevoerd met de minister voor Immigratie & Asiel over onder meer het Gemeenschappelijk Asielstelsel. Hierbij werd de reactie van de minister op de commissiebrief van 5 april 2011 betrokken.

Europees

Op 19 mei 2011 is richtlijn 2011/51/EU tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EU van de Raad teneinde haar werkingssfeer uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten gepubliceerd in Pb EU L132.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2007)298PDF-document, d.d. 6 juni 2007

rechtsgrondslag

VwEU artikel 79 lid 2 a en b

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Implementatie

Richtlijn 2011/51/EUPDF-document werd op 11 mei 2011 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L132 op 19 mei 2011. De richtlijn dient voor 20 mei 2013 geïmplementeerd te zijn. 

Op 19 maart 2013 werd hiertoe een voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad teneinde haar werkingssfeer uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten aangeboden aan de Tweede Kamer (zie kamerstukken in serie 33.581).


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor de JBZ-raad besloot op 24 mei 2011 dat zij de reactie van de minister van Immigratie & Asiel van 18 mei 2011 zal betrekken bij het mondeling overleg van 28 juni 2011.

Op 18 mei 2011 heeft de minister voor Immigratie en Asiel een brief gestuurd over het GEAS. Tijdens de vergadering van 11 april 2011 heeft de JBZ-raad ingestemd met de ontwerp-richtlijn teneinde de werkingssfeer van de Richtlijn langdurig ingezetenen uit te breiden met personen die internationale bescherming genieten.

Tijdens de vergadering van 10 mei 2011 constateerde de commissie dat de minister voor I&A niet voor de in de brief van 5 april 2011 gestelde reactietermijn heeft gereageerd. De commissie besloot om op 28 juni 2011 een mondeling overleg te plannen over het GEAS en asiel- en immigratiekwesties in den brede.

Op 5 april 2011 heeft de commissie voor de JBZ-Raad naar aanleiding van de bespreking van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad 11 en 12 april 2011 een brief gestuurd aan de minister voor Immigratie en Asiel over het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). De commissie verzoekt de minister in de brief om een overzicht van de stand van zaken te geven en daarbij in te gaan op alle voorstellen voor verordeningen en richtlijnen die onderdeel van het GEAS vormen (te weten: E090123, E090124, E090125, E090133a, E100007 en E100008).

Op 25 november 2008 heeft de Eerste Kamer instemming onthouden op formele gronden.

Op 19 september 2008 ontving de Eerste Kamer een brief van de staatssecretaris van Justitie met een nadere toelichting op het Nederlandse standpunt met betrekking tot dit voorstel. De staatssecretaris stelt dat voor een deel aan de bezwaren van de Benelux tegemoet is gekomen, onder meer door de rekenmethodes voor de termijn van legaal verblijf aan te passen. Desalniettemin zou aanvaarding van de richtlijn een aantasting betekenen van het Nederlandse asielstelsel, omdat de strikte scheiding tussen asielvergunning en reguliere verblijfsvergunningen niet kan worden behouden. Desalniettemin verzoekt de staatssecretaris de Staten-Generaal om met het richtlijnvoorstel in te stemmen. De commissie heeft in haar vergadering van 23 september 2008 echter besloten deze instemming nog niet te verlenen, mede gelet op het feit dat de besluitvorming van de Raadsagenda was verdwenen.

Op 3 juni 2008 heeft de Eerste Kamer instemming onthouden op formele gronden, waarbij nadrukkelijk steun is uitgesproken voor het standpunt van de Nederlandse regering.

Op 8 april 2008 heeft de Eerste Kamer instemming onthouden op formele gronden.


Behandeling Tweede Kamer

De minister voor Immigratie en Asiel heeft op 14 september 2011 vragen beantwoord over de steun van overige lidstaten voor de kabinetsplannen om EU-regelgeving op het gebied van asiel en immigratie te wijzigen.

Op 16 maart 2011 heeft de minister voor Immigratie en Asiel een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met een overzicht van wat de minister heeft ondernomen om wijziging van Europese regelgeving te bewerkstelligen om de doelstellingen van het regeerakkoord op het punt van immigratie en integratie te realiseren en van zijn aanpak voor de komende periode. Bij de brief hoort het position paper 'Nederlandse inzet EU migratiebeleid'.

De commissies Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer hebben onderhavig voorstel op 7 juni 2007 betrokken bij een algemeen overleg ter voorbereiding op de JBZ-Raad.


Standpunt Nederlandse regering

De Nederlandse regering stelt in fiche vijf het voorstel van de Europese Commissie op hoofdlijnen te steunen. De beoordeling van bevoegdheid, proportionaliteit en subsidiariteit valt positief uit. Wel heeft de regering enige moeite met de inhoud van het voorstel. Dit zou namelijk betekenen dat Nederland opnieuw verschillende vluchtelingenstatussen zou moeten introduceren, terwijl op dit moment een ieder met een verblijfsvergunning voor Nederland dezelfde status met bijbehorende rechten en voordelen heeft. De regering zou dan ook liever zien dat het voorstel van de Commissie nog een stap vérder gaat, waardoor alle derdelanders waaraan in Nederland asiel kan worden verleend, door de richtlijn worden gedekt. Naar het oordeel van de regering wordt op die manier ook meer gehandeld in het licht van de beoogde uniforme Europese asielstatus (zie ook dossier E090122).


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Onderhavige richtlijn is ingediend door de Europese Commissie, om tegemoet te komen aan een eerdere oproep van de JBZ-Raad. Het voorstel behelst een uitbreiding van de richtlijn 'status langdurig ingezetenen' (2003/109/EG) naar alle personen die in een lidstaat internationale bescherming genieten.

Meer concreet wil de Commissie de bestaande richtlijn op een drietal punten aanpassen:

  • Personen die internationale bescherming genieten kunnen de status van langdurig ingezetene verwerven in de lidstaat waar zij verblijven, onder dezelfde voorwaarden als inwoners van derde landen.
  • Personen die internationale bescherming genieten kunnen de status van langdurig ingezetene aanvragen in een andere lidstaat dan de lidstaat waar zij verblijven.
  • Personen die internationale bescherming genieten en de status van langdurig ingezetene reeds hebben verworven, mogen ook in een andere lidstaat verblijven.

In alle gevallen dienen de lidstaten het recht op non-refoulement (het niet-uitzetten van een vluchteling naar een land waar hij mogelijk gevaar loopt) te garanderen.


Behandeling Raad

JBZ-raad 9-10 juni 2011 (agendapunt 1)

Het Voorzitterschap zal naar verwachting een stand van zaken geven met betrekking tot de onderhandelingen in de Raad en met Het Europees Parlement (EP). 

Nederland hecht aan een gemeenschappelijk Europees asielstelsel in uiterlijk 2012. Over het geheel genomen steunt Nederland de wijzigingen die de Commissie voorstelt om te komen tot een betere bescherming en verdere harmonisatie binnen de EU.

Een geharmoniseerd asielstelsel moet volgens Nederland uiteindelijk leiden tot een situatie waarin asielaanvragen in de EU op gelijke wijze worden beoordeeld. Alleen dan kunnen EU-lidstaten volwaardig samenwerken, worden subsidiaire asielstromen maximaal beperkt en kan solidariteit worden betracht met de lidstaten met de grootste asielinstroom. De harmonisering moet zich volgens Nederland daarom met name erop richten dat iedere lidstaat tot eenzelfde uitkomst van het beschermingsverzoek en het niveau van bescherming komt.  

JBZ-Raad 11-12 april 2011 (agendapunt 5)

Het Voorzitterschap lichtte de stand van zaken van de totstandkoming van het GEAS toe.

De Commissie verklaarde dat er een belangrijk onderdeel van het asielpakket is afgerond met de goedkeuring van de wijziging van de richtlijn Langdurig Ingezetenen. Er wordt voortgang geboekt op de Kwalificatierichtlijn, maar volgens de Commissie staat er een aantal punten open die in de triloog met het Europees Parlement de komende weken besproken dient te worden. De Commissie erkende de inspanningen van het Voorzitterschap op de Dublinverordening, en hoorde het verzoek van de Raad aan om de Eurodacverordening uit te breiden met toegang voor rechtshandhavingsautoriteiten. Daarnaast wees de Commissie op de noodzaak van voortgang op beide dossiers, inclusief het urgentiemechanisme in de Dublinverordening, dat alleen onder strikte voorwaarden open zal staan voor lidstaten die volledig aan het asielacquis voldoen.

Ten behoeve van de JBZ-Raad van juni 2011 zal de Commissie haar gewijzigde voorstellen indienen op zowel de Procedure- als de Opvangrichtlijn.

JBZ-Raad 2 en 3 december 2010 (agendapunt 3)

Vermoedelijk zal dit agendapunt met name de voortgang van het Gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) en het beleid inzake legale migratie betreffen.

Tijdens de Raad introduceerde het Belgisch voorzitterschap zijn ‘voorzitterschapstestament’ dat in de vorm van een gezamenlijk statement van België en de vier opvolgende voorzitters, Hongarije, Polen, Denemarken en Cyprus was gegoten. De opvolgende Voorzitterschappen committeerden zich om met name bij te dragen aan de totstandkoming van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) uiterlijk in 2012. Het Voorzitterschap ging onder andere op de volgende elementen in: het politiek akkoord op de uitbreiding van de richtlijn langdurig ingezetenen (de eerste keer sinds 2005 dat er weer een akkoord op het asiel- en migratiedossier is tussen Raad en Europees Parlement) en de voortgang in onderhandelingen over Eurodac.

The Permanent Representatives Committee van de Raad van de EU (COREPER) heeft op 19 november 2010 overeenstemming bereikt over verschillende amendementen op richtlijn 2003/109/EC. Als het EP tijdens zijn plenaire decemberzitting akkoord gaat zal de Raad de tekst aannemen.

JBZ-Raad 8 en 9 november 2010 (agendapunt 4)

Het Voorzitterschap heeft binnen het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) een aantal onderwerpen geprioriteerd, namelijk aanpassing van de Eurodac-verordening, de Dublin-verordening, de kwalificatierichtlijn en de richtlijn langdurig ingezetenen. Te verwachten is dat het Voorzitterschap een stand van zaken geeft met betrekking tot de onderhandelingen in de Raad en met het Europees Parlement.

Het voorzitterschap gaf aan dat met betrekking tot de richtlijn langdurig ingezetenen, de kwalificatierichtlijn en de Dublin II verordening de technische discussies in een dermate vergevorderd stadium zijn dat de informele triloog met het Europees Parlement nog dit jaar kan beginnen.

JBZ-Raad 7-8 oktober 2010 (agendapunt 5)

Het Voorzitterschap heeft binnen het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) een aantal onderwerpen geprioriteerd, namelijk aanpassing van de Eurodac-verordening, de Dublin-verordening, de Kwalificatierichtlijn en de richtlijn Langdurig Ingezetenen. De andere dossiers die momenteel in onderhandeling zijn, te weten de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn, genieten geen prioriteit onder het Belgisch Voorzitterschap.

Om ook vooruitgang te boeken in de onderhandelingen over de laatstgenoemde onderwerpen is door het Voorzitterschap op 13-14 september jl. een conferentie georganiseerd over kwaliteit en efficiëntie van asielprocedures. Hier is met name gesproken over de verhouding tussen wetgevende instrumenten en praktische samenwerking en is uitvoerig stilgestaan bij de rol die EASO ('European Asylum Support Office') hierin kan vervullen. Tijdens de terugkoppeling van de conferentie op de Raad werd aangegeven dat het EASO in juni 2011 volledig operationeel zal zijn en dat de uitvoerend directeur reeds op 1 januari 2011 met zijn werkzaamheden zal beginnen.

Het kabinet is van mening, en heeft op de conferentie uitgedragen, dat de kwaliteit en efficiëntie van asielprocedures van groot belang is, maar dat niet alles op detailniveau in wetgeving hoeft te worden vastgelegd. Nederland heeft uiteengezet hoe de nieuwe asielprocedure en het stelsel waarbij in één procedure alle gronden van bescherming worden getoetst, bijdraagt aan kwaliteit en efficiëntie. Om de praktijk in lidstaten nader tot elkaar te brengen is praktische samenwerking en het delen van ervaringen nodig. Het EASO kan hier een grote rol in spelen en zou zich prioritair moeten richten op het organiseren van 'Asylum Support Teams', het verzamelen en analyseren van informatie over landen van herkomst en het verder ontwikkelen en uitrollen van het asielcurriculum.

De minister van Justitie heeft tijdens de Raad begrip getoond voor de keuzes die het Voorzitterschap heeft gemaakt in zijn werkprogramma binnen het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). Hij vroeg ook aandacht voor andere belangrijke dossiers die momenteel in onderhandeling zijn, te weten de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn, die onder het Belgisch Voorzitterschap minder prioriteit lijken te genieten. Ook deze onderhandelingen zullen moeten zijn afgerond om het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te realiseren in 2012.

JBZ-Raad 27 en 28 november 2008 (agendapunt B4)

Het Franse voorzitterschap heeft aangekondigd tijdens de Novemberraad een politiek akkoord over de ontwerprichtlijn te willen bereiken. De Nederlandse regering heeft aan haar akkoord een voorwaarde verbonden: bij de berekening van de termijn van legaal verblijf dienen de woorden "ten minste" te worden toegevoegd, waardoor de termijn vanaf de aanvraagsdatum voor een vergunning kan worden berekend. Op deze manier komt de richtlijn overeen met de Vreemdelingenwet 2000. Vooralsnog is nog geen overeenstemming bereikt over de Nederlandse voorwaarde.

JBZ-Raad 25 september 2008 (agendapunt B5)

Blijkens de aanvullende geannoteerde agenda is dit agendapunt komen te vervallen.

JBZ-Raad 24 en 25 juli 2008 (agendapunt B5)

Blijkens de aanvullende geannoteerde agenda is dit agendapunt komen te vervallen.

JBZ-Raad 5 en 6 juni 2008 (agendapunt B3)

In de Raad vond een debat plaats op basis van een door het voorzitterschap opgesteld compromisvoorstel met betrekking tot bovengenoemde ontwerprichtlijn. Daarin stelde de voorzitter voor om vluchtelingen en subsidiair beschermden onder de reikwijdte van de richtlijn te laten vallen en overige vormen van nationale bescherming buiten de reikwijdte te houden. Voor wat betreft de berekeningswijze van de termijn van vijf jaar legaal verblijf, die nodig is om de status van langdurig ingezetene te verkrijgen, stelde de voorzitter voor om de helft van de tijd tussen de indiening van de aanvraag en de datum waarop de verblijfsvergunning wordt verleend, mee te tellen.

Staatssecretaris Albayrak gaf aan niet in te kunnen stemmen met het voorliggende compromis, noch op het punt van de reikwijdte, noch op het punt van het berekenen van de verblijfsduur. Nederland kan namelijk niet accepteren dat er verschillen zijn in de verblijfsstatus van personen die voor bescherming in aanmerking zijn gekomen, ongeacht of die bescherming nationaal of internationaal van aard is. Wat de verblijfsduur betreft kan Nederland slechts aanvaarden dat de gehele proceduretijd wordt meegerekend.

Een viertal andere lidstaten steunde de interventie van Nederland en een andere lidstaat meldde problemen te hebben met de reikwijdte voor zover deze betrekking heeft op subsidiair beschermden.

De voorzitter concludeerde dat een aantal lidstaten het compromis niet kan aanvaarden en dat het dossier zal worden overgedragen aan het komende Franse voorzitterschap.

JBZ-Raad 18 april 2008 (agendapunt B1)

De voorzitter introduceerde het onderwerp aan de hand van de vragen in het geagendeerde document. Dertien lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan voorstander te zijn van de uitbreiding van de werkingssfeer van de ontwerprichtlijn tot vluchtelingen en subsidiair beschermden. Drie lidstaten stelden zich daartegen te verzetten. Zeven lidstaten gaven aan geen voorstander te zijn van uitbreiding van de werkingssfeer van de ontwerp-richtlijn met andere vormen van bescherming die de lidstaten op humanitaire gronden verlenen. Vijf lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten hier wel voorstander van te zijn.

Ten aanzien van de berekeningswijze van de termijn van vijf jaar legaal verblijf, die nodig is om de status van langdurig ingezetene te verwerven, sprak een lidstaat zich uit voor een uniforme en verplichtende regeling, waarbij een voorstel over het meetellen van de helft van de proceduretijd werd toegelicht. Dit voorstel werd gesteund door een viertal lidstaten. Staatssecretaris Albayrak gaf in dit kader aan voorstander te zijn van gelijke behandeling en niet in te kunnen stemmen met een verplichting om de termijn voor de categorieën anders te berekenen. Andere lidstaten benadrukten ook voorstander te zijn van gelijke behandeling, waarbij verschillen in nationale berekeningswijze, datumverlening versus datumaanvraag van een verblijfsvergunning, werd aangegeven.

Staatssecretaris Albayrak vroeg voorts aandacht voor de verplichting van de tweede lidstaat om de eerste lidstaat die internationale bescherming heeft verleend, te raadplegen.

De voorzitter concludeerde dat op basis van deze bespreking een compromis zal worden uitgewerkt en gaf aan voornemens te zijn vluchtelingen en subsidiair beschermden onder de werkingssfeer van de ontwerprichtlijn te laten vallen en overige vormen van nationale bescherming buiten de werkingssfeer te houden. Vervolgens noemde de voorzitter het voorstel over de berekening van de helft van de proceduretijd een stap in de goede richting.Ten slotte kondigde de voorzitter aan dat de implementatie-termijn van de ontwerprichtlijn op eind 2010 zal worden gezet, opdat er rekening wordt gehouden met de overgangsperiode voor het vrije verkeer van EU-werknemers.

Blijkens de geannoteerde agenda wordt onderhavig ontwerpbesluit mogelijk besproken tijdens de Aprilraad. Het voorzitterschap wil dan overeenstemming bereiken over de tekst van een aantal artikelen dat betrekking heeft op de werkingssfeer van de richtlijn. Ook wordt wellicht gesproken over de berekeningswijze van de periode van vijf jaar die nodig is om in aanmerking te komen voor de langdurig ingezetene-status.

De Nederlandse regering laat weten met een aantal andere lidstaten van mening te zijn dat ook nationale vormen van asielbescherming onder de werkingssfeer van de ontwerprichtlijn zouden moeten vallen. De regering wil hiermee voorkomen dat onderscheid gemaakt moet worden tussen verschillende typen vluchtelingen, terwijl de Vreemdelingenwet 2000 in beginsel slechts één asielstatus kent. Ten aanzien van de periode van vijf jaar meent de regering dat hierbij ook de periode tussen indiening van de aanvraag om internationale bescherming en de datum waarop de verblijfsvergunning is verleend zou moeten meetellen.

JBZ-Raad 6 en 7 december 2007 (agendapunt B18)

Blijkens de aanvullende geannoteerde agenda is dit agendapunt komen te vervallen.

Het voorzitterschap zal mogelijk onderhavig voorstel voor ruimere mogelijkheden voor toekenning van de status van langdurig ingezetene bespreken tijdens de Decemberraad. Er is (nog) geen document geagendeerd. De Nederlandse regering acht de uitbreiding van de werkingssfeer van richtlijn 2003/109/EG wenselijk. Hierbij is Nederland van mening dat de werkingssfeer ook moet worden uitgebreid met andere vreemdelingen die op grond van artikel 29, eerste lid, Vreemdelingenwet 2000 in aanmerking komen voor asielbescherming.

JBZ-Raad 12 en 13 juni 2007 (agendapunt B8a)

De Commissie presenteerde drie voorstellen in het kader van de totstandkoming van de tweede fase van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel: onderhavige ontwerprichtlijn, het Groenboek over de toekomst van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (dossier E090122) en het rapport over de evaluatie van het Dublin-systeem. De Commissie komt met de ontwerp-richtlijn tegemoet aan de wens van de Raad om de reeds op 25 november 2003 aangenomen richtlijn betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten.

Het voorzitterschap concludeerde dat het rapport over de evaluatie van Dublin-systeem en de ontwerprichtlijn verder in Raadskader besproken zullen worden.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 23 april 2008 heeft het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aangenomen.

Het Europees Parlement heeft op 14 december 2010 ingestemd met het compromisamendement op het richtlijnvoorstel aangenomen. Het aangenomen amendement stemt overeen met hetgeen de drie instellingen waren overeengekomen en zou derhalve voor de Raad aanvaardbaar moeten zijn. Na bijwerking van de tekst door de juristen-vertalers zou de Raad de wetgevingshandeling dan ook moeten kunnen aannemen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

De commissie Meijers stuurde op 24 november 2008 een brief aan de staatssecretaris van Justitie waarin zij de staatssecretaris een advies biedt met betrekking tot de reikwijdte van de richtlijn.

Op 1 februari 2008 heeft de Commissie Meijers een notitie gestuurd die betrekking heeft op de ontwerprichtlijn.


Alle bronnen