E140011
  klaver icoon
Laatste revisie: 03-03-2015

E140011 - Commissiemededeling Tussenopname van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei



In de onderhavige Commissiemededeling wordt de stand van zaken beschreven met betrekking tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie. 


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

De commissie voor Europese Zaken heeft op 9 september 2014 de brief van de Europese Commissie van 25 juli 2014 besproken en deze voor kennisgeving aangenomen. 

Europees

Op 2 maart 2015 werden de resultatenPDF-document van de openbare consultatie over de Europa 2020-strategie gepubliceerd. 


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2014)130PDF-document, d.d. 5 maart 2014

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwant dossier


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Europese Zaken heeft op 9 september 2014 de brief van de Europese Commissie van 25 juli 2014 besproken en deze voor kennisgeving aangenomen. 

De Europese Commissie heeft op 25 juli 2014 per brief gereageerd op de vragen van de fractie van SP in de commissie EUZA. Deze brief zal op 9 september 2014  worden besproken in de eerste commissievergadering na het zomerreces. 

In een brief van 16 mei 2014 aan de Europese Commissie (in het kader van de politieke dialoog) stelt de fractie van de SP vragen over onder andere de wijze waarop de Europese Commissie inclusieve groei wil bevorderen. 

Tijdens de commissievergadering op 6 mei 2014 werd duidelijk dat de fractie van SP inbreng zal leveren voor een politieke dialoog met de Europese Commissie. Een conceptbrief zal worden verzonden naar de leden van de commissie voor Europese Zaken om te bezien of andere fracties zich aan willen sluiten. 

De commissie Europese Zaken besloot op 25 maart 2014 dat zij de mededeling in een komende vergadering wenst te agenderen zodat fracties die dat wensen inbreng kunnen leveren voor schriftelijk overleg met de Europese Commissie in het kader van de politieke dialoog. Relevante vakcommissies worden hierop geattendeerd.

Op basis van het wekelijks overzicht van Commissievoorstellen heeft de fractie van SP binnen de commissie Europese Zaken op 18 maart 2014 verzocht om bespreking van deze Commissiemededeling. Bespreking vond plaats op 25 maart 2014. 


Behandeling Tweede Kamer

De Tweede Kamercommissie voor Economische Zaken heeft schriftelijk overleg gevoerd over het kabinetsstandpunt ten aanzien van de review EU2020. Dit verslag schriftelijk overleg voorafgaand aan de Concurrentieraad van september werd op 25 september 2014 vastgesteld.

In het verslag schiftelijk overleg (vastgesteld op 21 juli 2014) over de Raad Algemene Zaken van 23 juli 2014 laat de fractie van de PvdA weten uit te kijken naar de kabinetsreactie op de publieke consultatie met betrekking tot de evaluatie EU2020. Zij zien deze tegemoet. 

De geannoteerde agenda van de Europese Raad in maart 2014 is in de Tweede Kamer besproken tijdens een algemeen overleg op 13 maart 2014 met de minister van Buitenlandse Zaken en de Minister-President en de commissies voor Europese Zaken, Buitenlandse Zaken en Defensie. 


Standpunt Nederlandse regering

Ten aanzien van de consultatie van de Europese Commissie heeft de minister van Economische Zaken per brief op 19 september 2014 de kabinetsreactie gestuurd die zij voornemens is te verzenden aan de Europese Commissie. Hierin laat het kabinet onder andere weten dat de EU-2020 strategie een goede bijdrage kan leveren aan versterking van het voorzichtige economische herstel in Europa. De strategie biedt ruimte om in te spelen op huidige en toekomstige ontwikkelingen, zoals verduurzaming van de economie, de toenemende digitalisering en de opkomst van nieuwe economieën. De tussentijdse evaluatie geeft in de ogen van het kabinet geen aanleiding om de strategie ingrijpend aan te passen. 

Het standpunt van de regering ten aanzien van deze Commissiemededeling werd niet aangeboden in een apart BNC-fiche maar werd weergegeven in de geannoteerde agenda van de Europese Raad 20-21 maart 2014 (zie paragraaf 'behandeling Raad').


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 2 maart 2015 werden de resultatenPDF-document van de openbare consultatie over de Europa 2020-strategie gepubliceerd. 

Op 5 maart 2014 heeft de Europese Commissie onderhavige mededeling gepubliceerd. Deze diende als input voor een toekomstige herziening van de Europa 2020-strategie. Een eerste discussie hierover vond plaats tijdens de Europese Raad van 20-21 maart 2014. Naar verwachting zal de Europese Commissie begin 2015 verdere voorstellen doen op basis van de consultatie die begon op 5 mei 2014 en liep tot en met 31 oktober 2014. Meer informatie over de openbare raadpleging van de Europese Commissie treft u hier.

In deze Europese Commissiemededeling word beschreven dat de Europa2020-strategie in de afgelopen jaren gemengde resultaten heeft opgeleverd. De concrete doelen van de Europa 2020 strategie hebben bijgedragen aan een gefocuste inzet van Europese middelen, door deze zo veel mogelijk te richten op het bevorderen van slimme, duurzame en inclusieve economische groei.

Ook hebben deze doelen en de bijbehorende kerninitiatieven de Europese lidstaten en de Europese Commissie geholpen om maatregelen te treffen met het oog op het versterken van het langetermijn groeivermogen van de EU. Wel moet worden vastgesteld dat de sociale en werkgelegenheidsdoelstellingen van de Europa2020-strategie niet worden behaald. In deze mededeling wordt een breed consultatieproces aangekondigd met alle betrokken stakeholders. Na de raadpleging zal de Commissie verdere voorstellen voor de strategie doen in het voorjaar van 2015.


Behandeling Raad

De Raad Algemene Zaken op 16 december 2014 heeft kennis genomen van een symntheserapport dat door het Voorzitterschap was opgesteld. 

De Energieraad van 9 december 2014 heeft van gedachten gewisseld over de Europa 2020 strategie die moet leiden tot meer groei en banen in Europa. De uitkomsten van het debat vormen de bijdrage van de Energieraad aan de discussie over de procesmatige vormgeving van de strategie na 2020. De verschillende bijdragen van de vakraden zullen worden besproken op de Raad Algemene Zaken van 16 december aanstaande en integraal worden voorgelegd aan de Europese Raad in december.  

Tijdens de Raad voor Economische en Financiële Zaken van 8-9 december 2014 heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over de evaluatie van de EU 2020-strategie. In zijn algemeenheid is het Kabinet van mening dat er geen reden is tot grote aanpassing van de Europa 2020 strategie. Het kabinet wenst de focus op vijf hoofddoelen te behouden en dit aantal niet uit te breiden.

De Telecomraad van 27 november 2014 heeft een beleidsdebat gevoerd over de Europa 2020-strategie. Er was veel steun voor de strategie die geleid heeft tot focus op economische groei en ambitieuze doelen heeft gesteld. Ambitie blijft nodig, waarbij een aantal lidstaten aangaf geen extra doelen of indicatoren te willen. Dit is in lijn met het Nederlandse standpunt. 

De digitale agenda is een van de vlaggenschepen van de Europa 2020-strategie. Zo goed als alle lidstaten, waaronder Nederland, noemden beschikbaarheid van en investeringen in supersnelle telecominfra-structuur als een speerpunt. Verschillende lidstaten wezen erop dat dit ook in het buitengebied beschikbaar zou moeten. Ook wezen landen op eigen plannen en inzet van middelen om supersnelle telecominfrastructuur te realiseren. Daarnaast werden digitale vaardigheden, big data, digitali-sering van het MKB en de digitale overheid genoemd als belangrijke onderwerpen. 

De Europese Commissie zal, op basis van de consultatie, begin 2015 een voorstel uitbrengen voor mogelijke verbeterpunten van de Europa 2020-strategie. Gegeven het belang van groei en banen is er in Europa veel politieke aandacht voor de evaluatie van de Europa 2020-strategie. Zo wordt er in de strategische verklaring die de Europese Raad op 27 juni 2014 heeft aangenomen aan de evaluatie gerefereerd, heeft Commissievoorzitter Juncker groei en banen centraal gesteld in zijn beleidsagenda en heeft het Italiaanse voorzitterschap deze evaluatie tot prioriteit verheven aldus de geannoteerde agenda van het ministerie. 

Tijdens de Milieuraad op 28 oktober 2014 zijn enkele conclusiesPDF-document aangenomen over de vergroening van het Europees Semester en de EU 2020-strategie. 

Volgens de geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid(WSBVC) 16 oktober 2014 vond een debat plaats over de tussentijdse review EU 2020-strategie. Men sprak over de gezamenlijke opinie van het Sociaal Beschermingscomité (SPC) en het Werkgelegenheidscomité (EMCO) en het rapport van het SPC met de titel 'Social policy reforms for a fair and competitive Europe'

Tijdens de Landbouw- en Visserijraad op 13-14 oktober 2014 vond er een gedachtewisseling plaats over de Europa 2020-strategie voor groei en banen. Vooruitlopend op de uitkomsten van deze consultatie heeft het Voorzitterschap een bespreking van de strategie in diverse EU-vakraden, zoals deze Landbouw- en Visserijraad, geagendeerd. De discussie tijdens deze Raad zal zich toespitsen op het stimuleren van jeugd­werkgelegenheid in de agrosector en de bijdrage die dit kan leveren aan het realiseren van de Europa 2020-doelstelling op het terrein van werkgelegenheid. Op dit terrein stelt de EU zich als doel om de arbeidsparticipatie van de Europese beroepsbevolking in 2020 verhoogd te hebben van 69% naar 75%. 

Het Voorzitterschap wees bij de bespreking van de tussentijdse evaluatie van de Europa 2020- strategie tijdens de Raad Algemene Zaken van 23 juli 2014 op de gecirculeerde roadmap en uitte de wens om alle raadsformaties bij de evaluatie te betrekken. De Europese Commissie wees op haar publieke consultatie, die nog tot eind oktober 2014 loopt en verwelkomde de tot nu toe ontvangen inbreng. Tenslotte deelde de Commissie kort haar eerste indruk van wat tot nu toe is bereikt onder de strategie en stipte enkele resterende uitdagingen aan, waaronder het terugdringen van (jeugd-) werkloosheid.

De Raad Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) van 7-8 juli 2014 heeft gesproken over de herziening van de EU2020-strategie. Nederland neemt ook deel aan de consultatie die in mei is gestart en het kabinet zal naar verwachting in de zomer zijn reactie aan het parlement sturen. Ook is er gesproken over hoe de implementatie van landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees semester kan worden verbeterd. Dit kan bijdragen aan de effectiviteit van de EU2020-strategie en het behalen van bijbehorende doelstellingen. Tijdens de informele Ecofinraad van 13 september aanstaande zal hierover mogelijk verder worden gesproken. 

Tijdens de Europese Raad op 20-21 maart 2014 werd de stand van zaken besproken met betrekking tot de Europa 2020 strategie op basis van de Commissiemededeling terzake. Geconstateerd werd dat de economische crisis geleid heeft tot een vertraging in het bereiken van de vijf hoofddoelstellingen van de strategie. De Europese Raad heeft in de conclusiesPDF-document opgeroepen de inspanningen in dit verband te vergroten. In 2015 zal een evaluatie van de Europa 2020 strategie plaatsvinden.

In een brief van 7 maart 2014 met de geannoteerde agenda van de Europese Raad laat de minister van Buitenlandse Zaken onder andere weten dat de Europese Commissie een publieke consultatie over de Europa 2020 strategie zal houden, op basis waarvan zij begin 2015 mogelijke voorstellen zal doen voor de aanpassing van de Europa 2020 strategie. 

Ook het kabinet zal reageren op deze publieke consultatie en zal hierover het parlement vroegtijdig informeren. De Nederlandse regering zal tijdens de Europese Raad aangeven dat het van belang is dat alle stakeholders, waaronder sociale partners en decentrale overheden, betrokken zijn bij de consultatie over de Europa 2020 strategie. Hierdoor kunnen verbeteringen geïdentificeerd worden die leiden tot een meer effectieve Europese groeistrategie. Dit is van belang omdat de effecten van de crisis, zoals hoge schulden en de hoge werkloosheid, ook in de komende jaren op het groeiherstel zullen blijven drukken. Structureel hogere groeicijfers zullen bijdragen aan de afbouw van schulden en het herstel van werkgelegenheid. 

Op 10 maart 2014 vond een Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBVC), onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid plaats. Hier werd onderhavige Commissiemededeling gepresenteerd waarna een debat volgde. Belangrijkste punten aldus het verslag van het ministerie van SZW:

  • Bepaalde lidstaten stelden dat de jeugdwerkloosheid horizontaal moetworden meegenomen in het Semester, c.q. in de Richtsnoeren Werkgelegenheid.
  • Een enkele lidstaat liet zich positief uit over ex ante coördinatie van beleidsvoornemens.
  • Meerdere lidstaten stelden zich op het standpunt dat de doelen van de strategie niet moeten worden aangepast, maar dat lidstaten nu over moeten gaan tot hervormingen.
  • Sommige lidstaten vroegen aandacht voor het belang van een zorgvuldig proces op politiek en praktisch niveau. Daarmee werd vooral gedoeld op de multilaterale beoordeling van de ontwerp-landenspecifiekeaanbevelingen, waarvoor in het Europees Semester 2014 weinig tijd beschikbaar zal zijn (tien dagen).

De Nederlandse regering heeft tijdens zijn interventie aangegeven dat de strategie niet volledig hoeft te worden herzien en dat de vastgestelde doelstellingen nog steeds moeten worden nagestreefd. Arbeidsmarkt en sociale zekerheid moeten door de lidstaten structureel worden hervormd om mensen weer bij de samenleving te betrekken en vooral aan het werk te krijgen. Voorts heeft Nederland andere lidstaten opgeroepen niet weg te kijken van de noodzaak van structurele hervormingen in eigen land. 

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen