Kort verslag derde deelsessie PACE 26-30 juni 2017



Van 26 tot 30 juni 2017 hebben senatoren De Bruijn-Wezeman, Kox, Oomen-Ruijten, Overbeek, Schrijver, Stienen, Strik en Van de Ven deelgenomen aan de zomersessie van de Parlementaire Assemblee vande Raad van Europa (PACE) in Straatsburg.

Corruptie

In de eerste vergadering op maandag 26 juni heeft senator Kox een mondelinge toelichting gegeven op het gebruikelijke zgn. Progress Report, waarin Bureau en Standing Committee verslag uitbrengen van hun activiteiten sedert de laatste sessie. Zo hebben beide gremia ingestemd met een voorstel om een commissie van onderzoek naar vermeende corruptieactiviteiten van leden en oud-leden van de Assemblee in te stellen. Die commissies zal bestaan uit Sir Nicolas Bratza, voormalig President van het EHRM, de heer Jean-Louis Bruguiere, onderzoeksrechter in Frankrijk en mevr. Elisabet Fura, parlementair ombudsman in Zweden. De commissie krijgt de opdracht nog dit jaar verslag uit toe brengen.

De heer Kox wees vervolgens op een unaniem genomen besluit van het Bureau van 28 april 2017 om het vertrouwen in President van de Assemblee op te zeggen en hem de verdere uitoefening van presidentiële bevoegdheden te ontzeggen. Op dezelfde dag gaf de Assemblee de zgn. Rules Committee opdracht een rapport uit te brengen over de erkenning en invoering van het verantwoordelijkheidsbeginsel die tot enkele wijzigingen in het Reglement van Orde moeten leiden die het mogelijk maken functionarissen binnen de Assemblee, zoals de President en de Vice-Presidenten, alsmede voorzitters en vice-voorzitters van commissies te ontslaan. De heer Kox maakte verder melding van het feit dat de Turkse delegatie, die de vergadering tijdens de vorige deelsessie had verlaten wegens het besluit van de Assemblee om de zgn. monitoringprocedure tegen dat land te heropenen, weer aanwezig was. Gezien de wens van de Assemblee haar rol als Pan-Europees forum voor interparlementaire samenwerking weer volledig te kunnen opnemen blijft het, zo voegde de heer Kox toe,  zowel voor de Russische delegatie als voor de Assemblee betreurenswaardig dat deze lidstaat niet is vertegenwoordigd. 

Mensenrechten in Turkije

Tijdens het gebruikelijke vragenuurtje met de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa heeft senator Strik aandacht gevraagd voor de alarmerende en verslechterde situatie van de mensenrechten in Turkije. De recente en ongegronde verdenkingen tegen de directeur van Amnesty International in dat land en het agressieve optreden tegen de gay pride in Istanboel op zondag 25 juni jl. zijn volgens Strik geen incidenten, maar symptomen van een snel verergerende situatie. Sedert de coup van juli 2016 zijn circa 90.000 mensen gevangen gezet en zijn circa 110.000 mensen ontslagen. Mevrouw Strik betoogde dat de Raad van Europa luider en duidelijker moet zijn in zijn veroordeling van dit Turkse beleid. 

Integriteit en bestuur

Senator Strik heeft eveneens deelgenomen aan een debat over de integriteit van bestuur en rechterlijke macht en de bestrijding van corruptie in de lidstaten. Zij stelde dat de Parlementaire Assemblee alleen dan "schoon" zal blijven als de politieke cultuur en de regels in de lidstaten van de hoogste graad van integriteit zijn. Omdat corruptie geen probleem van het verleden is, is het goed dat in een van de rapporten de stand van zaken met betrekking tot integriteit/corruptie in bestuur en rechtspraak in 4 landen, waaronder Nederland, is weergegeven.

Cultuur, transparantie, persvrijheid, bescherming van klokkenluiders, sociale controle en een gezonde werksfeer zijn alle even belangrijke voorwaarden voor het corruption proof houden van de samenleving. Sommige vormen van corruptie zijn niet typisch en niet direct herkenbaar. In sommige liberale staten tiert corruptie welig dankzij een gebrek aan checks and balances en dankzij absolute politieke macht over media en rechterlijke macht. Die macht leidt tot een omgeving waarin sprake is van angst en intimidatie. Daarom gaat bestrijding van corruptie volgens de senator altijd hand in hand met het streven naar een open democratie waarin het recht en de rechtshandhaving centraal staan.

Belarus

Senator Overbeek heeft namens de fractie van Verenigd Europees Links een bijdrage geleverd aan een debat over een rapport en een resolutie inzake de situatie in Belarus (Wit Rusland).  Hij wees erop dat de Assemblee in 2012 heeft uitgesproken in contact te willen blijven met Belarus in de hoop dat de situatie in het land - zij het in een laag tempo - zou verbeteren. Die hoop was ook versterkt door het feit dat Belarus toestemming verleende aan de PACE tot  het sturen van een waarnemingsmissie bij de parlements- en presidentsverkiezingen. Maar sedert februari 2017 is de situatie ernstig verslechterd. De heer Overbeek zei het eens te zijn met de in de resolutie vermelde concrete stappen die ertoe moeten leiden dat Belarus voldoet aan de minimumeisen op het gebied van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat. Het is aan Belarus om de eerste stappen te zetten. Daarbij geldt dat een moratorium op het uitspreken en uitvoeren van de doodstraf een conditio sine qua non is voor het verwerven van de steun van de fractie van Verenigd Europees Links.

Migratie

De gehele woensdag 28 juni heeft in het teken gestaan van debatten over enkele rapporten die diverse aspecten van het migratievraagstuk belichtten. Secretaris-Generaal Jagland en de burgemeester van Athene, de heer Georgios Kaminis hebben deze debatten ingeleid. 

Senator Strik was gevraagd om namens het Committee on Legal Affairs and Human Rights een zienswijze te geven op een rapport van de Griekse afgevaardigde Varvitsiotis waarin aandacht is gegeven aan de gevolgen voor de mensenrechten van de migratiestromen in het Middellandse Zeegebied. Zij noemde de toon van het rapport verrassend positief en optimistisch, vooral waar het de situatie in Griekenland beschrijft. De beoordeling van de situatie in Griekenland wijkt nogal af van de bevindingen van het Comité van Ministers, de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa, de Griekse Ombudsman, het Duitse Constitutionele Hof en de UNHCR. Mevrouw Strik zei het uit een oogpunt van geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van belang te vinden dat de Raad van Europa, juist op het kernpunt van de mensenrechten, op een lijn zit met deze organen. De commissie heeft enkele amendementen voorgesteld waarmee zij omissies en onjuistheden in het rapport en de daarop gebaseerde resoluties wil corrigeren. Die amendementen zijn ook bedoeld als steun aan de Griekse autoriteiten omdat ze een beroep doen op de lidstaten om te voldoen aan hun verplichtingen op het gebied van gezinshereniging en hervestiging, aldus mevrouw Strik.

De heer Overbeek heeft er in hetzelfde debat op gewezen dat het meest belangrijke uitgangspunt in de discussie moet zijn dat iedereen van wie het leven en welzijn wordt bedreigd als gevolg van oorlogen, vervolging of natuurrampen op grond van internationale en Europese regelgeving het recht heeft bescherming te zoeken. Alle overheden zijn op grond van het internationale recht gehouden om bescherming te bieden aan vluchtelingen, hen toegang tot gezondheidszorg, werk en onderwijs te bieden en het beginsel van non-refoulement te garanderen. Kijkend naar de praktische uitwerking van deze waarborgen stelde hij vast dat de zgn. Turkije-deal die de EU en Turkije in 2016 sloten in alle opzichten te kort is geschoten. Om dezelfde reden waarschuwde de heer Overbeek tegen het uitbesteden van deze wettelijke verplichtingen. Het opzetten van opvangcentra buiten Europa ontslaat ons niet van de nakoming van onze internationaalrechtelijke verplichtingen, zo stelde hij. Bij de veel gehoorde redenering dat migratie voordelen oplevert aan zowel de migrant als de ontvangende samenleving plaatste de heer Overbeek de kanttekening dat migranten niet in utopisch harmonieuze samenlevingen terecht komen. In de meeste gevallen belanden zij in gemeenschappen die in sociaal, politiek en ideologisch opzicht diep verdeeld zijn en waarin zij een start moeten maken op de laagste trede van de sociale hiërarchie en geconfronteerd worden met discriminatie. 

Het eenvoudigweg ontkennen of op een moralistische manier afkeuren van sociale onrust rondom grootschalige immigratie is, zo stelde de heer Overbeek, een gevaarlijke vorm van zelfbedrog. Afsluitend stelde hij dat overheden niet alleen hun verdragsverplichtingen jegens migranten en vluchtelingen moeten nakomen, maar tegelijkertijd alles in het werk moeten stellen om de oorzaken van het vluchtelingenvraagstuk en van illegale migratie, zoals bijvoorbeeld militaire interventies en economische uitbuiting, weg te nemen.

In een mondelinge bijdrage op een rapport over migratie als kans voor Europese ontwikkeling en integratie van vluchtelingen heeft de heer Overbeek zijn eerdere bijdrage nog toegelicht door erop te wijzen dat het zinvol is een onderscheid te maken tussen de positie en de bescherming van migranten enerzijds en de aanpak van migratie als een gecompliceerd sociaal proces. Beide zijn niet synoniem. Migratie als kans vraagt om een realistische benadering en moet niet worden gezien als oplossing van alle problemen in Europa. Evenmin is migratie een oplossing voor de problemen die zich voordoen in Afrika. Men moet er tegen waken ongefundeerde uitspraken te doen over de enorme voordelen van migratie. Die voordelen zijn er - vooropgesteld dat we de juiste voorwaarden scheppen voor een succesvolle integratie van migranten en vluchtelingen - maar men moet ze wel in verhouding blijven zien tot de grote problemen waarmee we te maken hebben. Als we kans zien om een effectieve aanpak van de problemen te ontwikkelen zijn we op de goede weg, zo besloot de heer Overbeek.

Sociale rechten

Een rapport waarin een pleidooi is opgenomen voor versterking van de sociale rechten, neergelegd in het Europees Sociaal Handvest, en voor het intensiveren van de Pan-Europese dialoog met andere Europese instellingen over deze rechten om te komen tot een betere naleving van deze internationale standaarden op het nationale niveau gaf senator Van de Venaanleiding op te merken dat de ALDE-fractie deze voorstellen ondersteunt. Daarop maakt zij één uitzondering. Het rapport maakt deze positieve en constructieve voorstellen afhankelijk van een voorwaarde: meer inkomensgelijkheid.

De ALDE-fractie vindt dat deze koppeling, die bovendien gepaard gaat met additionele belastingheffing, niet houdbaar is omdat de financiering van de voorstellen ondeugdelijk is. In een democratische staat betalen burgers belasting over hun inkomen om de overheid daarmee in staat te stellen haar taken - onderwijs, gezondheidszorg, rechtspraak - etc. uit te voeren. Getalenteerde of bevoorrechte 

burgers hebben de mogelijkheid meer dan een gemiddeld inkomen te verdienen waarover zij dan ook meer belasting betalen. Burgers die niet voor zichzelf kunnen zorgen worden ondersteund door de overheid. Dat noemt men solidariteit op basis van het sociale contract. De ALDE-fractie is echter van mening, zo vervolgde de heer Van de Ven, dat het niet de eerste taak van de overheid is om zich in te zetten voor herverdeling van inkomens. 

Senator Overbeek heeft eveneens een bijdrage geleverd aan dit debat en merkte allereerst op dat fractie van Verenigd Europees Links voorstander is van de afronding van de ratificatie van het Europees Sociaal Handvest zodat de samenwerking met de EU, die ertoe moet leiden dat het Handvest en de Europese Pijler inzake Sociale Rechten die de EU nu ontwikkelt, met elkaar in lijn worden gebracht. De heer Overbeek wees op het feit dat de ontwikkeling van sociale rechten faseverschillen doormaakt in de diverse landen van de Raad van Europa. Daarnaast is duidelijk dat de sociale ongelijkheid in vrijwel alle lidstaten toeneemt. De liberalisering van de arbeidsmarkt heeft geleid tot een groeiend aantal werkende armen: miljoenen mensen werken onder slechte omstandigheden voor extreem lage salarissen. Daarnaast vormen de belastingstelsels in onze landen de oorzaak van groeiende ongelijkheid. Steeds meer rijkdom en welvaart zien wij overgaan naar een steeds kleinere groep mensen. Daarom is de fractie van Verenigd Europees Links van oordeel dat de sociale rechten op duurzame wijze onderdeel dienen uit te maken van de burgerlijke en politieke rechten. Ondertekening door alle lidstaten van het Europees Sociaal Handvest is een stap die moet leiden tot een beter toekomst van de miljoenen mensen die gevangen zijn in armoede, werkloosheid, slechte gezondheid en werkloosheid. Dit is een stap die deze fractie volledig steunt, aldus de heer Overbeek.

Meer informatie:

Website Parlementaire Assemblee van Europa


Deel dit item: