14 juli 1904, debat eerste kamer, pdc
Op 14 juli 1904 verwierp de Eerste Kamer met 27 tegen 22 stemmen de ontwerp-Hoger-Onderwijswet.
Door dit wetsvoorstel kregen bijzondere universiteiten (bijvoorbeeld de Vrije Universiteit in Amsterdam) dezelfde status als openbare universiteiten en werd aan hen bovendien een rijkssubsidie verleend.
De liberale Eerste-Kamermeerderheid wees deze gelijkstelling van openbaar en bijzonder hoger onderwijs af.
Aangezien de regeringspartijen (katholieken en ARP) na de Statenverkiezingen van 1904 een meerderheid hadden gekregen in Provinciale Staten van Zuid-Holland, wist het kabinet dat ze bij nieuwe Eerste-Kamerverkiezingen ook in de Senaat een meerderheid zou krijgen.
Het kabinet-Kuyper ontbond daarop op 19 juli de Eerste Kamer.
Na de Eerste-Kamerverkiezingen, waarbij katholieken en antirevolutionairen inderdaad de meerderheid hadden gekregen in de Eerste Kamer, werd het wetsvoorstel opnieuw ingediend. Ditmaal behaalde het voorstel wel een meerderheid in beide Kamers.