Nieuwe voorstellen kapitaalmarktunie



Mededeling COM(2018)114:

Mededeling Voltooiing van de kapitaalmarktenunie tegen 2019 - Tijd om snel resultaten te boeken

In deze mededeling wordt een overzicht gegeven van de vorderingen die zijn gemaakt sinds de lancering van de kapitaalmarktunie in 2015 en wordt een vooruitblik gegeven welke voorstellen nog te verwachten zijn tot en met 2019, het jaar dat de bouwstenen van de kapitaalmarktunie gereed dienen te zijn. Met deze mededeling biedt de Commissie tevens - onder verwijzing naar de tussentijdse evaluatie van het actieplan voor de opbouw van de kapitaalmarktunie in juni 2017 - een deel van het hieronder volgende pakket voorstellen aan. 

In het BNC-fichePDF-document bij Mededeling COM(2018)114 schetst de regering het belang van de verdere ontwikkeling en integratie van de kapitaalmarkten tot een kapitaalmarktunie. De grondhouding t.a.v. de proportionaliteit van de mededeling is positief. Gegeven het grensoverschrijdende karakter van een kapitaalmarktunie is de grondhouding t.a.v. de subsidiariteit positief m.b.t. de in de mededeling aangekondigde initiatieven, zo schrijft de regering.

COM(2018)89:

Mededeling over het toepasselijke recht voor de gevolgen van effectentransacties voor de eigendom.

In deze mededeling geeft de Commissie aan dat in drie verschillende richtlijnen het toepasselijke recht wordt bepaald op basis van de plaats van het register of de rekening, maar niet duidelijk is hoe die plaats wordt vastgesteld. Momenteel worden drie interpretaties gehanteerd: de plaats waar de bewaringsdiensten worden verleend; de plaats die is bepaald in de rekeningovereenkomst; de plaats die partijen hebben gekozen, met dien verstande dat slechts kan worden gekozen voor een plaats waar zich een kantoor bevindt van de intermediair bij wie men een effectenrekening aanhoudt (benadering van het Haagse Effectenverdrag). De Europese Commissie maakt geen keuze voor een van deze interpretaties, maar meent dat al deze interpretaties mogelijk zijn op grond van EU-bepalingen. Lidstaten wordt de factor gevraagd zich aan te sluiten bij een van deze interpretaties.

In het BNC-fichePDF-document wordt toegelicht dat in Nederland bepalend is waar de effectenrekening wordt aangehouden, dit is opgenomen in artikel 10:141 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. In het BNC-fiche beoordeelt de regering de proportionaliteit en subsidiariteit van de mededeling als positief.

COM(2018)92 en COM(2018)110: Voorstel voor een richtlijn met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen en Voorstel voor een verordening betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen.

De grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen wordt volgens de Commissie momenteel sterk ontmoedigd door regelgevende belemmeringen, zoals nationale verhandelingsvereisten, toezichtsvergoedingen, alsmede administratieve en kennisgevingsverplichtingen. Het voorstel voor een richtlijn bevat wijzigingen in sommige bepalingen van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU die op de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen van toepassing zijn. Die bepalingen werden als belastend of niet duidelijk genoeg bestempeld en maakten de invoering van aanvullende vereisten (overregulering) mogelijk wanneer zij in nationaal recht werden omgezet.

Het voorstel voor een verordening is gericht op de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen. Het introduceert nieuwe of wijzigt bestaande elementen van de desbetreffende wetgeving, met als doel een interne markt voor beleggingsfondsen tot stand te brengen en de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen te vergemakkelijken. Het voorstel zorgt er tevens voor dat de voor de verschillende soorten beleggingsfondsen geldende regels worden gelijkgetrokken.

In het BNC-fichePDF-document geeft de regering aan het voorstel van de Commissie om barrières voor het grensoverschrijdend aanbieden van beleggingsfondsen te verminderen ondersteunt. De subsidiariteit van het richtlijnvoorstel en het voorstel voor de verordening wordt door Nederland als positief beoordeeld. Nederland is van mening dat het richtlijnvoorstel en het voorstel voor de verordening niet verder gaan dan noodzakelijk met het oog op de verwezenlijking van de doelstelling om de regelgevende belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen binnen de EU te reduceren, waarmee ook de proportionaliteitstoets positief uitvalt.

COM(2018)93 en COM(2018)94:

Voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties en een Voorstel voor een richtlijn van het Europees parlement en de raad betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2014/59/EU (N.B. de richtlijn en de verordening moeten in samenhang worden bezien)

In de huidige situatie bestaat in veel EU-lidstaten een nationaal raamwerk voor gedekte obligaties. De markten voor gedekte obligaties zijn dan ook verschullend, ook in de mate waarin deze ontwikkeld zijn. Met deze voorstellen wil de Europese Commissie gedekte obligaties als goedkope en stabiele financieringsbron voor banken stimuleren, met name in de minder ontwikkelde markten, met als doel de mogelijkheden om de reële economie te kunnen financieren te vergroten. Het richtlijnvoorstel definieert het product ‘gedekte obligatie’ en bevat regels voor speciaal toezicht op de uitgegeven gedekte obligaties en informatieverplichtingen richting investeerders. De eisen uit de richtlijn zijn in sterkte mate gebaseerd op bestaande goedwerkende nationale raamwerken. De verordening wijzigt het bestaande artikel 129 uit de verordening kapitaalvereisten, dat ingaat op de preferentiële behandeling van blootstellingen op gedekte obligaties. Er worden extra eisen gesteld aan de gedekte obligaties als voorwaarde voor preferentiële behandeling van investeringen in gedekte obligaties.

In het BNC-fichePDF-document schrijft de regering:"Nederland heeft een in Europees verband gezien zeer modern en up-to-date raamwerk voor gedekte obligaties dat volledig voldoet aan de eerdergenoemde EBA best practices. Deze best practices vormen in grote mate de basis voor de voorstellen die aan dit fiche ten grondslag liggen. De huidige voorstellen betekenen voor Nederland dan ook vooral een voortzetting van het bestaand beleid. Nederland kan zich dan ook vinden in de huidige voorstellen. " De subsidiariteit en proportionaliteit van de beide voorstellen worden positief beoordeeld.

COM(2018)96:

Voorstel voor een verordening betreffende het recht dat van toepassing is op de derdenwerking van de cessie van vorderingen

Dit voorstel bevat zogenoemde 'conflictregels' (regels die bepalen welk recht van toepassing is in grensoverschrijdende situaties, als meerdere rechtsstelsels van toepassing zouden kunnen zijn) die erop zijn gericht het aantal grensoverschrijdende trasnacties waar cessie, de overdracht van vorderingen, deel van uitmaakt te vergroten door het creëren van rechtszekerheid. Het voorstel harmoniseert de regels voor de geldigheid van een cessie en wijst het recht van de woonplaats van de cedent aan als toepasselijk recht.

In het BNC-fichePDF-document beoordeelt de regering de subsidiariteit van het voorstel als positief.

De beoordeling van de proportionaliteit van het voorstel is echter negatief: "Nederland kan zich vinden in de keuze voor een verordening, maar is van mening dat de voorgestelde regels niet zullen bijdragen aan het gestelde doel om grensoverschrijdende cessie te vergemakkelijken en rechtszekerheid te creëren. Het voorstel sluit niet goed aan bij de regels uit Rome I en de verwachting is dat de rechtszekerheid zal afnemen of gelijk blijven. Zoals bij de beoordeling van het voorstel is weergegeven, is een andere hoofdregel (recht van de gecedeerde vordering) passender om het doel van de verordening te verwezenlijken."

COM(2018)97:

Mededeling van de Commissie - Actieplan duurzame groei financieren

Met dit actieplan beoogt de Commissie de financiering van duurzame groei te bevorderen en bijgevolg aan te sluiten bij de afspraken uit het akkoord van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN. De Commissie stelt een stappenplan voor ter verduurzaming van het financiële stelsel, waarmee aan drie doelstellingen tegemoet moet worden gekomen. Zo zijn er voorstellen om kapitaalstromen te heroriënteren in de richting van duurzame investeringen om zo duurzame en inclusieve groei te bewerkstelligen. De tweede doelstelling van het actieplan is om financiële risico's als gevolg van de klimaatverandering, de uitputting van hulpbronnen, de aantasting van het milieu en sociale kwesties te beheersen. Ten derde wil de Europese Commissie transparantie en langetermijndenken bij financiële instellingen stimuleren. Hiertoe worden diverse stappen (tevens wetgevende voorstellen in het tweede kwartaal van 2018) aangekondigd.

In het BNC-fichePDF-document beoordeelt de regering - gegeven het grensoverschrijdende karakter van financiële markten en het klimaat - de subsidiariteit van dit actieplan en de daarin opgenomen acties als positief. Ook de grondhouding van de regering ten aanzien van de proportionaliteit van het actieplan is positief. De regering plaatst hierbij echter wel een kanttekening: "Ten aanzien van acties die de Commissie voorziet voor het prudentieel kader, is de grondhouding voor de proportionaliteit negatief, voor zover deze zich niet uitsluitend richten op het bestendigen van de financiële stabiliteit, of het beschermen van de rechten van polishouders en pensioendeelnemers omdat dit geen geschikte middelen zijn voor het beoogde doel. "

COM(2018)99 en COM(2018)113:

Voorstel voor een richtlijn ter amendering van richtlijn 2014/65/EU over markten voor financiële instrumenten (MiFID-II) en een Voorstel voor een verordening betreffende Europese crowdfundingdienstverleners

Met het voorstel voor een richtlijn (COM(2018)99) wil de Commissie de toegang tot financiering van innovatieve ondernemingen, startende ondernemingen en andere niet-beursgenoteerde ondernemingen verruimen, onder meer door evenredige vereisten voor het aanbieden van crowdfundingdiensten. Entiteiten die vallen onder de reikwijdte van de Europese crowdfunding verordening zijn volgens dit voorstel dan ook uitgezonderd van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 (MiFID II). Met het voorstel voor Verordening (COM(2018)113) beoogt de Commissie te komen tot een label en regelgevend kader (Europese vergunning)voor crowdfunding en crowdfunding toegankelijk te maken voor ondernemers, waaronder start-ups, scale-ups en het MKB in het algemeen.

In het BNC-fichePDF-document bij deze beide voorstellen schrijft de regering een positieve houding aan te nemen ten opzichte van het nemen van maatregelen op Europees niveau voor een vergunningsregime voor crowdfunding. Nederland heeft echter wel op- en aanmerkingen bij de uitwerking van het vergunningsregime (deze worden nader uitgewerkt in het BNC-fiche ). De subsidiariteit van zowel het voorstel voor de richtlijn als voor de verordening wordt als positief beoordeeld. De regering beoordeelt de proportionaliteit van de voorstellen negatief. Met name ten aanzien van crowdfundingdiensten die thans onder MiFID II vallen, mist de regering in het voorstel een duidelijke visie wat betreft de samenhang met MiFID II en andere relevante regelgeving. De doelen die het voorstel beoogt te bereiken, zouden volgens de regering ook op een eenvoudiger manier - bijvoorbeeld via gerichte aanpassingen van bestaande regimes, zoals MiFID II - bereikt kunnen worden.

COM(2018)109:

Mededeling FinTech-actieplan: voor een meer concurrerende en innovatieve Europese financiële sector

In deze mededeling wordt ingegaan op een FinTech Actieplan, met hierin concrete stappen voor inovatieve bedrijfsmodellen die schaalvergroting mogelijk maken en openstaan voor gebruik van nieuwe technologieën. Met dit plan wil de Commissie ervoor zorgen dat de Europese financiële sector innovatief en concurrend blijft.

In het BNC-fichePDF-document schrijft de regering dat het actieplan grotendeels in lijn met de door Nederland ingezonden reactie op de eerdere consultatie. Nederland kan zich goed vinden in de principes die de Europese Commissie in deze mededeling hanteert bij de beoordeling van het huidig en toekomstig regelgevend kader. De grondhouding t.a.v. de subsidiariteit van het actieplan is positief, gezien de grensoverschrijdende vraagstukken die bij FinTech spelen. De regering neemt tevens een positieve grondhouding in ten aanzien van de proportionaliteit van het actieplan, daar het een mededeling betreft (niet-wetgevende acties).