Dit informatiedossier is nog in bewerking.
Op 12 maart 2024 nam de Tweede Kamer de motie Beckerman/Bushoff (TK 33529, 1219) aan, waarmee ingestemd werd met een plan dat voor heel Nederland de omgekeerde bewijslast voor alle mijnbouwactiviteiten in Nederland moet gelden. Het idee achter dat plan is dat mijnbouwbedrijven moeten zorgen voor schadeafhandeling en gedupeerden beter beschermd moeten worden. Bij omgekeerde bewijslast wordt er op voorhand vanuit gegaan dat de fysieke schade aan huizen wordt veroorzaakt door mijnbouw. Op dit moment geldt dat voor schade door gaswinning in Groningen en een deel van Drenthe, maar niet daarbuiten. Die eerste groep kan schade melden bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Schadeafhandeling in de rest van Nederland wordt geregeld door de Commissie Mijnbouwschade.
De Raad van State (RvS) bracht op 25 november 2024 advies uit over mogelijke uitbreiding van het wettelijk bewijsvermoeden (artikel 6: 177a) naar alle mijnbouwactiviteiten in Nederland in opdracht van Hans Vijlbrief, de voormalig staatssecretaris van Mijnbouw. Hij wilde meer duidelijkheid over de juridische uitvoerbaarheid van bovenstaande motie Beckerman/Bushoff. De RvS ziet echter geen rechtvaardiging voor uitbreiding van de omgekeerde bewijslast, omdat het "de aansprakelijkheid [...] van mijnbouwexploitanten aanzienlijk verruimt, zonder dat dit door de feiten gerechtvaardigd wordt." Daarentegen wijst het adviesorgaan wel op andere mogelijkheden om de positie van de schademelders te versterken. Diezelfde aanbevelingen deed de Commissie Mijnbouwschade eerder al. Zo is het advies om de termijn waarbinnen gedupeerden schade moeten melden te verruimen. Nu kan dat tot twaalf maanden na een beving, terwijl de aansprakelijkheid van de mijnbouwonderneming tot op zijn vroegst vijf jaar na die beving loopt. Ook zou het volgens de RvS beter zijn wanneer andere eigenaren van gebouwen zich ook kunnen wenden tot de commissie. Nu is dat alleen het geval bij huizen van particuliere eigenaren of kleine bedrijven.
De Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei (EZ/KGG) ontving op 27 maart 2025 een brief van de minister van Klimaat en Groene Groei over de kabinetsreactie op het Advies Raad van State uitbreiding wettelijk bewijsvermoeden (artikel 6: 177a) naar mijnbouwactiviteiten in Nederland en hoe het kabinet de positie schademelders ten opzichte van bedrijven gaat verbeteren (EK 33.529 / 32.849, X). De commissie besloot naar aanleiding van deze kabinetsreactie een deskundigenbijeenkomst te organiseren. Deze zal plaatsvinden op 3 juni 2025. Daarnaast gaat de commissie in schriftelijk overleg met de minister van KGG hierover.
informatiedossier bij
betrokken commissie
informatiespecialist
-
Cathelijne Timmermann
-
15 april 2025
Mijnbouw (32.849); brief van de minister van KGG over rechtsvorm organisatie afhandeling mijnbouwschade Zuid-Limburg EK, G Bevat bijlagen -
3 april 2025
Mijnbouw (32.849); Conceptverslag van een commissiedebat, gehouden op 3 april 2025, over Mijnbouw TK, nog niet als Kamerstuk gepubliceerd -
-
31 maart 2025
Mijnbouw (32.849); brief van de minister van KGG over appreciatie rapport Rechtvaardige batenverdeling van de mijnbouw EK, E Bevat bijlagen -
27 maart 2025
Gaswinning Groningen-veld (33.529), Mijnbouw (32.849); brief van de minister van KGG over kabinetsreactie op Advies Raad van State uitbreiding wettelijk bewijsvermoeden (artikel 6: 177a) naar mijnbouwactiviteiten in Nederland en hoe het kabinet de positie schademelders ten opzichte van bedrijven gaat verbeteren EK 33.529 / 32.849, X Bevat bijlage -
-
6 maart 2024
Gaswinning Groningen-veld (33.529); tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 25/01) Handelingen TK 2023/2024, nr. 48, item 2