Alleen de VVD-fractie in de Eerste Kamer heeft zich op dinsdag 12 oktober uitgesproken tegen het initiatiefvoorstel om de vaste boekenprijs in Nederland in een andere vorm dan tot nu toe na 1 januari 2005 te handhaven. Het voorstel van de Tweede Kamerleden Boris Dittrich (D66), Femke Halsema (GroenLinks) en Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA) werd gesteund door de fracties van CDA, PvdA, GroenLinks, SP, D66, ChristenUnie, SGP en OSF. De VVD vindt de wet onuitvoerbaar.

Al een eeuw bestaan in Nederland prijsafspraken over boeken en muziekuitgaven. Het gaat om privaatrechtelijke afspraken tussen uitgevers en boekverkopers. Zij kregen daarvoor van de overheid ontheffing van het verbod op verticale prijsafspraken. Het doel van deze afspraken was en is: het beschermen en bevorderen van een gevarieerd aanbod van boeken en muziekuitgaven. Winsten op goedlopende producten zouden worden gebruikt om minder populaire uitgaven toch op de markt te kunnen brengen.

De ontheffingen gelden tot 31 december 2004. Het is onzeker of op grond van de in 1998 ingevoerde Mededingingswet per 1 januari 2005 weer ontheffing op het verbod op verticale prijsafspraken zou worden verleend door de overheid. Ook is onzeker of ontheffingen binnen de Europese regelgeving gehandhaafd kunnen worden. De vraag of de Europese Commissie een vaste boekenprijs in Nederland vanaf 2005 accepteert speelde tijdens het debat in de senaat ook een rol. De PvdA-er Jurgens stelde zich op het standpunt dat men zich in Nederland tegenover de Europese Unie weerbaarder moet opstellen. "Niet afwachten wat Europa ervan vindt", zei Jurgens, "maar zelf bepalen of iets wenselijk en mogelijk is".

Deze onzekerheden waren voor de initiatiefnemers Dittrich en Halsema reden met een initiatiefvoorstel te komen om de vaste prijzen voor boeken en muziekuitgaven voortaan wettelijk te regelen. Bij dit initiatief heeft namens de PvdA Van Nieuwenhoven zich aangesloten.

Woordvoerder mevrouw Van den Broek-Laman Trip van de VVD-fractie in de Eerste Kamer zei dat de liberalen het wetsvoorstel afwijzen, omdat het niet aan de strengere criteria voldoet waar de Eerste Kamer zelf zich onlangs achter schaarde. Het voorstel zou in zijn effecten niet meetbaar zijn en evenmin realiseerbaar. Dat niet meetbaar is of de vaste boekenprijs inderdaad leidt tot meer aanbod van verschillende boeken heeft volgens mevrouw Van den Broek-Laman Trip onlangs het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vastgesteld in de nota Boek en markt. Volgens het SCP zou de vaste boekenprijs zelfs potentiële kopers afschrikken. De VVD acht de wet bovendien niet realiseerbaar, omdat in België geen vaste boekenprijs geldt. De liberalen voorzien dat Nederlanders in Vlaanderen boeken goedkoper kunnen krijgen dan in Nederland.

Volgens Dittrich, Halsema en Van Nieuwenhoven heeft het loslaten van de vaste boekenprijs in landen als Engeland en Zweden tot verschraling van het aanbod en het verdwijnen van (kleinere) boekhandels geleid. De VVD is het overigens wel eens met het doel van de initiatiefnemers, maar in liberale ogen is het wetsvoorstel 'meer idealistisch, dan realistisch'. Een vrije boekenmarkt zou tot meer lezers kunnen leiden.

GroenLinks-woordvoerder Van der Lans zei dat zijn fractie het voorstel 'met overtuiging' steunt, maar hij lanceerde toch een reeks contra-indicaties waaruit zou kunnen worden afgeleid dat het instrument 'vaste boekenprijs' niet per definitie leidt tot een gevarieerder aanbod. Van der Lans zei op basis van een eigen onderzoek bij vijf kleinere uitgeverijen dat de laatste tien jaar 'achter de façade van de vaste boekenprijs' zich grote veranderingen hebben voltrokken. Sleutelwoord daarbij is 'kwantumkorting': hoe meer boeken men van een titel afneemt hoe groter de korting. Van der Lans: "Dit betekent dat de vaste boekenprijs grote boekhandelaren meer winst oplevert". De GroenLinkser vreesde dat de wet onvoldoende mogelijkheden biedt om deze grotere winsten ook daadwerkelijk te laten inzetten voor het op de markt brengen van boeken die het minder goed doen bij een groot publiek.

PvdA-woordvoerder Jurgens (oud-voorzitter van de NOS) trok een vergelijking met de publieke omroep. Hij hekelde de passieve rol van de overheid destijds bij de komst van reclame-boodschappen als gevolg waarvan de commerciële omroep vaste voet aan de grond heeft gekregen. Ook nu weer laat de overheid het afweten, oordeelde Jurgens. Hij prees daarom de initiatiefnemers die het bevorderen van de leescultuur tot een publiek belang verheffen.

Van Middelkoop (ChristenUnie/SGP) haalde een tekst aan van de schrijver Godfried Bomans over een honderdjarige. Van Middelkoop: "De vaste boekenprijs is een eeuw oud, maar er mankeert niets aan. Houden zo".

D66-er Schouw sprak ook namens de Onafhankelijke Senaatsfractie, waarin de Friese Nationale Partij is vertegenwoordigd, en wees erop dat ook boeken in de Friese taal (de tweede rijkstaal in Nederland) onder de vaste prijs vallen, hetgeen een zegen is gebleken. "Nederland is een boekenland", zei Schouw. Net als GroenLinks had ook de SP enige bedenkingen. SP-woordvoerder Van Raak wees erop dat schrijvers maar mondjesmaat van de vaste boekenprijs profiteren en dat het vooral de grote uitgeverijen zijn die er baat bij hebben. Met de CDA-er Woldring stelde Van Raak de prijs van schoolboeken aan de orde. Deze vallen niet onder de wet vaste boekenprijzen.

Woldring vroeg aan staatssecretaris Van der Laan om overleg met minister Van der Hoeven van Onderwijs die eerder al heeft aangekondigd, dat zij de schoolkosten, waaronder de kosten van schoolboeken, elke twee jaar tegen het licht zal houden. "Hoe verhoudt zich dit tot de toezegging van de initiatiefnemers dat bij de evaluatie van de wet vaste boekenprijzen ook de prijs van schoolboeken kan worden betrokken?", vroeg de CDA-senator. Van Raak wees erop dat een vrije markt voor schoolboeken alleen zin heeft als er concurrentie is en die is er niet.


Deel dit item: