Senaat behandelt op 8 april voorstel invoering burgerservicenummer in de zorg



De Eerste Kamer houdt dinsdag 8 april 2008 een stevig debat met minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de invoering van het Burgerservicenummer (BSN) in de zorg (30.380). Het gebruik van het BSN, dat het huidige sofinummer vervangt, is nodig om eenduidig vast te kunnen stellen welke gegevens bij welke cliënt horen.

Zeer kritisch

In juli vorig jaar toonde de Eerste Kamer zich zeer kritisch over de wijze waarop de overheid het nieuwe burgerservicenummer lanceert. Vooral de aanpak van knelpunten als er fouten ontstaan bij het hanteren van het BSN waar burgers de dupe van kunnen worden baarde de senaat grote zorgen. Met moeite trok staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en verantwoordelijk voor het BSN de senaat toen over de streep onder andere met de toezegging dat er een contactpunt komt waar burgers met klachten terecht kunnen. In het debat (30.312) kondigde de staatssecretaris destijds aan dat het contactpunt vier jaar na invoering van het BSN operationeel zal zijn .

Vertraging

De senaat stoorde zich vorig jaar juli ook aan het feit dat de term Burgerservicenummer al in zwang was geraakt, vooral in de zorgsector, terwijl de Eerste Kamer nog niet zijn fiat had gegeven. Na een vertraging van maanden behandelt de Eerste Kamer dinsdag de invoering van het BSN in de zorg. De senaat weigerde een plenaire behandeling voordat staatssecretaris Bijleveld een notitie had gestuurd aan het parlement over het gebruik van het BSN door niet-overheidsorganen. Deze notitie is op 3 maart 2008 verschenen.


Deel dit item: