30.312

Wet algemene bepalingen burgerservicenummer



Dit wetsvoorstel introduceert het burgerservicenummer (BSN) voor de klantcontacten tussen burger en overheid waarbij het gebruik van een persoonsnummer nodig is ten behoeve van eenduidige identificatie en registratie van personen en voor de gegevensuitwisseling tussen overheidsorganisaties onderling. Dit algemene persoonsnummer treedt in de plaats van het bestaande sociaal-fiscaalnummer (sofinummer).

Met dit voorstel wordt het optreden van de overheid daadkrachtiger, doelmatiger en tegelijkertijd klantgerichter en beter controleerbaar.

In verband met de invoering van het BSN is aanpassing van een relatief groot aantal wetten noodzakelijk; bijvoorbeeld moet in een groot aantal wetten het begrip 'sociaal-fiscaal nummer' vervangen worden door 'burgerservicenummer'. Vanwege de grote hoeveelheid aanpassingen worden deze ondergebracht in een afzonderlijke aanpassingswet. Voor het gebruik van het BSN in de zorg is het wetsvoorstel Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (30.380).

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 12 september 2006 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 9 en 10 juli 2007. Het voorstel is na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. VVD, GroenLinks en PvdD stemden tegen.

De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat kreeg op 17 oktober 2006 een mondelinge toelichting op het wetsvoorstel van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Op 17 april 2007 vond een presentatie van de Landkaart voor de commissie plaats.


Kerngegevens

ingediend

22 september 2005

titel

Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen categorieën van gebruikers


Hoofdlijnen

  • Het voorstel biedt een juridische basis voor het gebruik van het BSN en regelt het aanmaken, distribueren, toekennen en beheren van het BSN;
  • De minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen (aanmaken, registeren en de beheersvoorziening), maar de toekenning van het nummer wordt opgedragen aan de colleges van burgemeester en wethouders;
  • Het voorstel regelt passende ondersteuning bij het gebruik van het nummer waaronder voorzieningen om onder meer het nummer te verifiëren;
  • Er wordt een zogeheten Landkaart gerealiseerd. De Landkaart is een voorziening in de vorm van een website die voor burgers inzichtelijk maakt welke categorieën van gegevens organisaties volgens de wet mogen vastleggen en uitwisselen en welke wettelijke grondslag daarvoor bestaat;
  • Er wordt een functionaris voor de gegevensbescherming benoemd die als aanspreekpunt gaat functioneren in verband met bestaand in- en extern klachtrecht en de voorzieningen die reeds op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens bestaan;
  • Het voorstel regelt dat alle overheidsorganen het nummer mogen gebruiken bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van hun publieke taak, zonder dat daarvoor nadere regelgeving vereist is. Voor het gebruik buiten de kring van overheidsorganen blijft een specifieke wettelijke grondslag nodig;
  • Het voorstel reguleert niet de gegevensverwerkingen in het kader waarvan het BSN als hulpmiddel wordt gebruikt. Die gegevensverwerkingen dienen aan de daarop betrekking hebbende eisen, zoals onder meer vastgelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens, te voldoen;
  • Het voorstel geeft voor wat betreft het gebruik van het BSN slechts de grondslag voor overheidsorganen om het BSN bij zo'n elders gereguleerde gegevensverwerking te gebruiken;
  • Het BSN introduceert geen nieuwe bedreigingen voor de persoonlijke levenssfeer anders dan dat het nummer door alle overheidsorganisaties kan worden gebruikt. Het is veeleer een verbeterde uitvoering van het sofinummer;
  • Het voorstel biedt enerzijds de mogelijkheid om het BSN bij gegevensverwerkingen te benutten, maar laat daarnaast ruimte over voor het gebruik van andere persoonsnummers, zoals in het advies Van Thijn werd aanbevolen.


Documenten

56
Bladeren:
[1-50] [51-56] documenten
Bladeren:
[1-50] [51-56] documenten