Gezamenlijk gezag bij erkenning kind: debat samengevat



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 15 maart over het initiatiefvoorstel vanuit de Tweede Kamer van de Tweede Kamerleden Van Ginneken (D66) en Van Wijngaarden (VVD) dat regelt dat ook ongehuwde partners bij erkenning van een kind van rechtswege het gezamenlijk gezag kunnen krijgen. Aan het debat nam ook minister Weerwind voor Rechtsbescherming deel als adviseur van de Tweede Kamer. De Kamer stemt dinsdag 22 maart over het initiatiefvoorstel.

In het debat bleken de woordvoerders van VVD, D66, PvdA, ook namens GroenLinks, en PVV op voorhand voorstander van het wetsvoorstel. Zij vonden het goed dat met deze initiatiefwet het onderscheid tussen enerzijds gehuwde ouders en geregistreerd partnerschap en anderzijds ongehuwde ouders verdwijnt. De woordvoerders van SP in mindere, en van CDA, ook namens de ChristenUnie, en SGP in meerdere mate hadden kritische vragen voor de initiatiefnemers en de minister.

De vragen van de Kamer richtten zich onder andere op de weging van het belang van het kind, op het gebrek aan eenduidige registratie in het zogeheten gezagsregister, de positie van de sociale advocatuur in het familierecht, en het risico op een toename van het aantal juridische procedures. Alle fracties waren het erover eens dat goede informatievoorziening over de erkenning en het verkrijgen van gezamenlijk gezag van een kind van belang is, zowel in de huidige regeling als in voorgestelde regeling in de initiatiefwet.


Wetsvoorstel in het kort

Het initiatiefvoorstel regelt dat ook ongehuwde partners bij erkenning van een kind van rechtswege gezamenlijk het gezag krijgen. De initiatiefnemers vinden dat de samenlevingsvorm van ouders tegenwoordig te weinig zegt over de intentie tot een duurzame opvoedingsrelatie. Van Ginneken en Van Wijngaarden, die het wetsvoorstel dinsdag namens de Tweede Kamer verdedigden, willen hiermee de belangen van het kind beter waarborgen; het onderscheid met betrekking tot het gezag tussen kinderen geboren uit gehuwde ouders of ongehuwde ouders wegnemen; de bepalingen beter laten aansluiten bij de behoefte van de veranderde samenleving en problemen wegnemen die door de huidige wetgeving worden veroorzaakt.


Impressie van het debat

Concrete oplossing voor concreet probleem

Senator Recourt (PvdA, het woord voerend mede namens GroenLinks) zei dat het voorstel recht doet aan de veelvormigheid en veelkleurigheid van relaties in de samenleving en een concrete en overzichtelijke oplossing heeft gevonden voor een concreet probleem. Hij vroeg de initiatiefnemers waarom die denken dat juridische procedures over het gezamenlijk gezag na een breuk tussen ouders zullen dalen en niet stijgen. Recourt wilde van de minister weten hoe het gezagsregister, dat bijvoorbeeld gezinstherapeuten en de marchaussee kunnen inzien, eenvoudiger kan worden. Nu is het zo dat wanneer ouders gehuwd zijn er geen aantekening in het register staat. In dat geval is er namelijk al gezamenlijk gezag. Zijn ouders ongehuwd en is er geen aantekening dan is er geen gezamenlijk gezag. Het vereist dus wel wat kennis van degenen die het register moeten lezen, aldus Recourt, zeker wanneer dit wetsvoorstel wordt aangenomen.

Goede wijziging, in belang van het kind

Senator Dittrich (D66) zei dat zijn fractie enthousiast is over het voorstel. De eerste reden is dat wanneer de ouders later onverhoopt uit elkaar gaan, het gezamenlijk gezag blijft. Dat is volgens Dittrich een goede wijziging omdat het later conflicten voorkomt waarvan het kind vaak de dupe wordt. De tweede reden is dat de samenleving anno 2022 en de huidige familiebanden anders zijn geworden, aldus Dittrich. De huidige regeling kent volgens hem een niet te rechtvaardigen onderscheid tussen kinderen van gehuwde ouders en kinderen van ongehuwde ouders. Hij vroeg de minister of hij nog lastige situaties bij de uitvoering van de regeling verwacht. Ook vroeg hij de minister toe te zeggen dat er weer meer ruimte voor sociale advocatuur in het familierecht komt. Hij vroeg tot slot of de minister bij de evaluatie van het wetsvoorstel wil letten op de toegankelijkheid en betaalbaarheid van deze nieuwe regeling.

Voorlichtingsimpuls nodig

Senator Doornhof (CDA, mede namens de ChristenUnie) stelde dat je als ouders ervoor kunt kiezen te trouwen of geregistreerd partnerschap als je kinderen wilt. Vanuit het belang van het kind mag je dat tenminste van ouders verwachten, met het oog op de gezamenlijke gezagsaantekening, aldus Doornhof. Daarbij past het besluit om gezag gezamenlijk te laten vastleggen. In het belang van het kind zou het bij het niet bestaan van dat besluit goed zijn als het gezag bij de moeder komt te liggen. Uiteindelijk is er in alle gevallen volgens Doornhof een voorlichtingsimpuls nodig. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen dan moet er voorlichting aan moeders dat erkenning ook automatisch gezag betekent, en als het wetsvoorstel wordt verworpen dan moet er voorlichting komen dat erkenning niet meteen gezag betekent, besloot Doornhof zijn bijdrage.

Goed dat ouders niet in vrijheid worden beknot

Senator Bezaan (PVV) zei dat haar fractie zich in hoofdlijnen kan vinden in het wetsvoorstel, omdat veel mensen inmiddels bewust kiezen voor het krijgen van kinderen buiten de vorm van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap. Het is goed dat ouders niet in hun vrijheid worden beknot. Volgens Bezaan is goede informatievoorziening over erkenning en gezag belangrijk. Ze was dan ook blij dat het wetsvoorstel daarin ook voorziet. Bezaan merkte op dat de regering verwacht dat het wetsvoorstel niet zal leiden tot minder erkenningen. Dit zal deel moeten uitmaken van de evaluatie. Ze vroeg de minister of hij kon aangeven hoe de sociale bijstand bij scheiding is geregeld en wat de gevolgen van deze regeling daarvoor zijn.

Van 'nee, tenzij' naar 'ja, tenzij' is verbetering

Ook senator De Blécourt-Wouterse (VVD) zei dat de samenlevingsvorm niet alles meer zegt over de intentie voor de duurzame opvoeding van een kind. Toch is er in de huidige wet een verschil. De ongehuwde partner verkrijgt momenteel namelijk niet automatisch het gezag. Volgens de VVD draagt gezamenlijk gezag bij aan gelijkwaardige opvoeding door beide ouders. Met dit wetsvoorstel wordt het van 'nee, tenzij' straks 'ja, tenzij' en verdwijnt het verschil tussen kinderen van gehuwde ouders en kinderen van ongehuwde ouders. Belangrijk voor de VVD is dat de rechter de vrijheid houdt om bijvoorbeeld de erkenning toe te kennen, maar niet het gezag, in het geval de moeder niet met erkenning instemt. Over de voorlichting vroeg De Blécourt of de minister het met de VVD eens is dat mensen eerder informatie krijgen, voordat zij op het gemeentehuis komen, en niet dat dit pas voor het eerst aan de orde komt op het moment van de erkenning.

Huwelijk is meer dan formalisatie relatie

Senator Van Dijk (SGP) zei dat zijn fractie voorstander is van het bijbelse huwelijk als de levenslange verbintenis tussen man en vrouw. Kinderen neem je niet zo maar, het gaat om een klein mensje dat aan je zorgen wordt toevertrouwd, aldus Van Dijk. Dat er steeds meer kinderen buiten het huwelijk worden geboren, betekent niet automatisch dat de intentie van beide ouders is om voor het kind te zorgen zoals de indieners veronderstellen. Volgens Van Dijk zegt de relatievorm inderdaad niet alles over de intenties van de ouders. Hij vroeg wat er nu precies valt onder het belang van het kind. Natuurlijk is een huwelijk of geregistreerd partnerschap geen garantie voor een duurzame relatie, zei Van Dijk, maar hij had moeite met het betoog van de indieners dat het huwelijk slechts gaat om formalisering van de relatie. Is de relatie nu echt zo irrelevant als de initiatiefnemers suggereren, vroeg hij. Tot slot vroeg hij aandacht voor de positie van tienermoeders in dit kader.

Meer rechterlijke procedures door dit wetsvoorstel?

Senator Janssen (SP) vroeg of het niet de voorkeur zou moeten hebben om iets bestaands te verbeteren in plaats van het toevoegen van iets nieuws. Zullen de verhoudingen niet juist verharden, zo wilde hij weten. Wij zijn op zoek naar oplossingen die recht doen aan het belang van het kind en de ouders. Kinderen zijn altijd de dupe als ouders hun conflict bij de rechter uitvechten, aldus Janssen. Het wetsvoorstel lijkt volgens hem meer rechterlijke procedures uit te lokken. Hij vroeg of de minister rekening houdt met de toename van het aantal juridische procedures. Hij sloot zich aan bij de vragen van eerdere sprekers over de sociale rechtsbijstand, in het bijzonder bij het familierecht. De SP-fractie zal een eigen afweging maken op basis van met name de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid, besloot Janssen.


Beantwoording initiatiefnemers en minister

Beide ouders gelijk uitgangspunt

Tweede Kamerlid en initiatiefnemer Van Ginneken betoogde dat het wetsvoorstel het gezamenlijk gezag en de erkenning van het kind koppelt. Dit raakt het belang van het kind, aldus Van Ginneken. Zij zei dat het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) leidend is voor het denken over het belang van het kind. In lijn met het IVRK neemt het wetsvoorstel het onderscheid weg tussen gehuwde en ongehuwde ouders. Volgens Van Ginneken is het belang van het kind zowel pedagogisch als juridisch geborgd in het wetsvoorstel. Ze verwachtte dat conflicten over het gezag zullen verminderen omdat beide ouders met dit wetsvoorstel een gelijk uitgangspunt hebben.

Familierecht in lijn met families van nu

Tweede Kamerlid en initiatiefnemer Van Wijngaarden zei dat de bewuste keuze voor erkenning met dit wetsvoorstel verandert in een bewuste keuze voor erkenning en gezag door de ouders. Zij kunnen nog steeds kiezen voor alleen erkenning. Het is een gegeven dat steeds meer ouders kiezen voor het krijgen van kinderen buiten het huwelijk. Met dit wetsvoorstel wordt het familierecht meer in lijn gebracht met de families van nu, aldus Van Wijngaarden. Hij wees op het niet meer te rechtvaardigen onderscheid tussen gehuwden en ongehuwden en tussen moeders en erkenners.

Meer geld voor sociale advocatuur

Minister Weerwind voor Rechtsbescherming adviseerde positief over het wetsvoorstel. Voor hem is het uitgangspunt dat het in het belang van het kind is dat beide ouders nauw betrokken zijn bij de opvoeding van hun kind en gezamenlijk beslissingen nemen. Daarbij past het gezamenlijk gezag, aldus Weerwind. Ongehuwde ouders ervaren nu nog een soms verwarrende drempel om het gezamenlijk gezag te regelen. Het is volgens hem belangrijk dat dit voor alle kinderen gelijk is geregeld.

In antwoord op de vragen over de sociale advocatuur zei Weerwind dat hiervoor in het coalitieakkoord structureel extra geld is uitgetrokken, waardoor er onder meer betere vergoedingen voor sociaal advocaten zijn. De minister zei verder dat hij verwachtte dat het aantal verzoeken voor gezamenlijk gezag zou kunnen dalen, maar verzoeken voor eenhoofdig gezag kunnen stijgen. Maar zo zei hij, dat kan pas met zekerheid worden gezegd bij de evaluatie, want meten is weten.



Deel dit item: