Ondersteuning Eerste Kamerfracties: debat samengevat



Op dinsdag 28 november debatteerde de Eerste Kamer over het voorstel van senator Van Meenen (D66) voor een verruiming van de financiële ondersteuning van de Eerste Kamerfracties. Met goede ondersteuning kunnen senatoren volgens hem hun controlerende en wetgevende taken beter uitoefenen. Momenteel is de politiek-inhoudelijke ondersteuning van de fracties gering, zeker bij de kleinere fracties, stelde Van Meenen, terwijl wetgeving complexer is geworden. Hierdoor komt in de beleving van veel fracties de kwaliteit en continuïteit van hun werk voor de Eerste Kamer onder druk te staan, zo bleek tijdens het debat.

Over het voorstel wordt 5 december gestemd. Aanname betekent dat de basisondersteuning voor iedere fractie per 1 januari 2024 voldoende zal zijn om voor 1 fte medewerkers in dienst te nemen. Het bedrag voor fractieondersteuning komt daarmee op circa 9,6% van de totale begroting van de Eerste Kamer, versus de huidige 3,1%. Een meerderheid van de Kamerleden ziet dit als een reparatie van een historisch scheefgegroeide situatie. De verhoging stelt fracties ook in staat tot goed werkgeverschap: in plaats van kleine aanstellingen kunnen fracties de arbeidsvoorwaarden bieden die recht doen aan de hoge kwaliteit van het werk dat zij van de politiek-inhoudelijke ondersteuning vragen.


Impressie

Senator Faber (PVV) merkte op dat zij de werkdruk vindt meevallen. Het voorstel laat in haar ogen zien dat Kamerleden voeling met de samenleving verliezen: terwijl burgers de broekriem moeten aanhalen, gaat de Eerste Kamer meer geld uitgeven. Ze vindt een stijging van jaarlijks 11.500 euro naar 110.984 euro als basisbedrag per zetel onbegrijpelijk, zeker als dit bedrag jaarlijks wordt geïndexeerd. Opmerkelijk vond ze dat het bedrag vrij besteedbaar is en niet geoormerkt. Het verleden laat volgens Faber zien dat de senaat goed functioneerde, ook zonder financiële verruiming. De vraag is of niet gebruikt geld zal worden teruggestort.


Werkdruk

Dat kleinere fracties een grote werkdruk ervaren, met soms maar wekelijks 12 uur ondersteuning voor twee zetels, werd benadrukt door Eerste Kamerleden Dessing (FVD) en Perin-Gopie (Volt). Dessing voegde daaraan toe dat hij in het verleden door gebrek aan ondersteuning soms de keuze maakte om niet aan een debat deel te nemen. Weging van wetten door meer fracties zou volgens hem de kwaliteit van het Kamerwerk ten goede komen. Senator Perin-Gopie (Volt) bracht verder naar voren dat het de taak van senatoren is om wetgeving te toetsen aan de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Als dat werk goed en zorgvuldig wordt gedaan, versterkt de Eerste Kamer de samenleving. Deze verantwoordelijkheid rust volledig op de schouders van de Eerste Kamer. Perin-Gopie verwees ook naar gemeenteraden en de Provinciale Staten die een ruimere ondersteuning kennen dan de Eerste Kamer.


Uitstraling

Volgens senator Janssen (SP) zou het logisch zijn als de grotere fracties minder zouden worden ondersteund, waardoor er meer overblijft voor kleinere fracties. Ook denkbaar is een basisvoorziening voor alle fracties via een centraal punt in de Kamer. Janssen stelde vervolgens voor om te kijken naar hoe de behandeling van wetsvoorstellen goed kan worden voorbereid. De Eerste Kamer mag niet in een situatie terechtkomen waarbij inbreng wordt geschreven door medewerkers die de senatoren ondersteunen. Senator Schalk (SGP) deelde de zorgen van senator Faber over de uitstraling van de verhoging van de financiële bijdrage: het is nodig dit goed aan de burgers uit te leggen. Daarnaast moet volgens hem worden voorkomen dat grotere personele inzet leidt tot extra werkzaamheden, van deskundigenbijeenkomsten tot informatieverzoeken, wat ook tot meer werk voor de griffie zou kunnen leiden. Geld terugstorten dat niet is gebruikt, zou prachtig zijn: we moeten geen spaarpotjes gaan aanleggen als Kamer, aldus Schalk, die overigens aangaf dat zijn fractie het voorliggende voorstel zou steunen.


Kwaliteit

In zijn antwoord liet senator Van Meenen weten dat dit al een bescheidener voorstel is dan eerdere voorstellen die erop zijn gericht de kwaliteit van het wetgevingstraject te verbeteren en merkte hij op dat de regeling na een jaar zal worden geëvalueerd. Ook in vergelijking met andere Europese landen is de verhoging goed uit te leggen: in bijvoorbeeld uitschieter Frankrijk worden senatoren jaarlijks met 100.000 euro per lid ondersteund. Wanneer dit door de buitenwacht als een te grote verhoging wordt gezien, vindt Van Meenen dat dit meer zegt over de situatie waar de Kamer vandaan komt dan waar de Kamer heengaat: de financiële ondersteuning was historisch laag. Hij besloot met de opmerking dat het toekennen van financiële ondersteuning een kwestie van vertrouwen is, waarbij hij uitgaat van zelfdiscipline van de fracties en oormerking van de bedragen niet nodig vindt. Met de extra bijdrage kunnen jonge medewerkers worden ingehuurd en de fracties betere werkgevers zijn. Het doel van de regeling is om de kwaliteit van het werk in de Eerste Kamer in de volle breedte te verhogen.



Deel dit item: