De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 26 november met minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over een wetsvoorstel dat gemeenten mogelijkheden geeft om over te stappen van aardgas naar andere vormen van verwarming. De Kamer stemt dinsdag 10 december over het wetsvoorstel en een motie over het ondersteunen van gemeenten bij de warmtetransitie gericht op kwetsbare huishoudens.
Draagvlak en overbelast stroomnet
Tijdens het debat bleken de Kamerleden nog veel vragen te hebben over de uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en noodzaak van en draagvlak voor het wetsvoorstel. Senator Crone (GroenLinks-PvdA) zei dat wetten belangrijk zijn, maar draagvlak voor die wetten nog belangrijker: "Je zult mensen moeten overtuigen van goede alternatieven voor aardgas. Wat gaat de minister doen om de energietransitie ook voor lage- en middeninkomens toegankelijk te maken? Senator Van Strien (PVV) maakte zich zorgen om de overbelasting van het stroomnet (netcongestie), terwijl nog steeds zonneparken worden gebouwd: "Voor netcongestie is tien jaar geleden al gewaarschuwd. Hadden we tien jaar geleden niet moeten kiezen voor kernenergie? Hele project gaat totaal onbetaalbaar worden."
Uitvoerbaarheid en gebrek aan inspraak
ChristenUnie-senator Holterhues, die mede namens PvdD en OPNL sprak, juichte het wetsvoorstel toe. Hij had nog wel vragen over de uitvoerbaarheid van de wet: "Het vergt veel van gemeenten. Zeker kleinere gemeentes beschikken vaak niet over de capaciteit of specifieke kennis. Hoe zorgt de minister ervoor dat gemeenten voldoende gekwalificeerd personeel kunnen aantrekken en behouden?" Senator Baumgarten (JA21) zei dat gemeenten met deze wet in de hand kunnen aanwijzen welke wijken verplicht van het gas af moeten: "Burgers hebben geen inspraak. Ervaring leert dat participatie schijn is. Bovendien ziet de Raad van State risico op een toename van het aantal juridische procedures."
Klimaatdoelen, evaluatie en publieke middelen
Volgens senator Aerdts (D66) is het voorstel een belangrijke stap om de klimaatdoelen dichterbij te brengen: "Deze wet draagt bij aan het minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. De wijkgerichte aanpak zal leiden tot maatwerk." BBB-senator Lievense hield zijn maidenspeech: "Verduurzaming mag niet onbetaalbaar zijn voor bewoners. Het vinden van balans is essentieel, zeker in de gebieden waar gas nog de komende jaren deel uit gaat maken van de energiemiddelenmix. De evaluatie door de Staten-Generaal wordt cruciaal." SP-senator Van Aelst vroeg de minister hoe zij voorkomt dat de kosten die gemeenten moeten maken ten koste gaan van andere taken: "Hoe zorgt de minister voor voldoende middelen? Ook mist de waarborg dat publieke middelen niet in handen van de markt vallen."
Kennis, capaciteit en CO2-toename
Senator Van Ballekom (VVD) heeft weinig moeite met het wetsvoorstel: "Het is volgens ons geen verplichting om van de aanwijsbevoegdheid gebruik te maken. Als gemeente geen alternatief kan bieden, dan blijft gas. Klopt dit? Hebben gemeenten voldoende expertise om dit te realiseren?" Volgens SGP-senator De Vries moeten we als bevolking onze behoefte aan energie bijstellen: "We hebben ook zorgen om de uitvoerbaarheid van de wet. Er is meer nodig dan geld alleen. Er zal veel gevraagd worden van ambtenaren." Senator Dessing (FVD) noemde deze wet een 'nieuwe stap op doodlopende transitieweg': "FVD is faliekant tegen de energietransitie en blijft dat, dus ook tegen deze wet. Dit wetsvoorstel gaat niet leiden tot CO2-reductie, maar tot een toename ervan."
Beantwoording minister Keijzer
Minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) zei dat het wetsvoorstel een essentieel onderdeel is van de puzzel die moet worden gelegd bij de energietransitie: "We hebben alle duurzame bronnen nodig om in de toekomst te kunnen voorzien in onze energie. Naast individuele stappen die mensen zelf al zetten, is collectief handelen noodzakelijk. Dat zit in dit wetsvoorstel. Gemeenten hoeven de aanwijsbevoegdheid niet in te zetten. Huishoudens en bedrijven hoeven niet aan te sluiten op het alternatief dat de gemeente aanbiedt. Ze kunnen ook zelf kiezen voor een duurzaam alternatief."
"Goede participatie en heldere democratische controle is geborgd doordat het wetsvoorstel is ingebed in de Omgevingswet. Het wetsvoorstel draagt eraan bij dat de transitie betaalbaar blijft. Warmtenetten kunnen kosteneffectief worden ingezet, de wijkgerichte aanpak leidt tot efficiëntere inzet van mensen en middelen. In veel sectoren is een gebrek aan personeel en daar lopen we de komende jaren in toenemende mate tegenaan. Hier wordt in allerlei programma's wel over nagedacht," aldus Keijzer.
Er is een motie ingediend:
-
-De motie-De Vries verzoekt de minister te onderzoeken op welke wijzen gemeenten kunnen worden geholpen bij het bieden van ondersteuning bij de warmtetransitie gericht op deze kwetsbare huishoudens, bijvoorbeeld middels het beschikbaar stellen van middelen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De motie is door de minister ontraden.
Over het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie voegt aan de Omgevingswet, de Gaswet en de Warmtewet instrumenten toe waardoor gemeenten (lokale) regels kunnen opstellen om de warmtetransitie in de gebouwde omgeving van aardgas naar duurzame alternatieven tot uitvoering te brengen. In 2050 moeten alle woningen, scholen, winkels, kantoren en andere gebouwen goed geïsoleerd zijn en is aardgas niet langer de standaard om gebouwen mee te verwarmen.
Met dit voorstel kunnen gemeenten wijk voor wijk aan de slag gaan en samen met bewoners en gebouweigenaren een proces doorlopen waarin een afweging wordt gemaakt over wat per wijk het beste warmtealternatief is en wanneer woningen en gebouwen niet langer met aardgas worden verwarmd. De afkoppeling van het aardgas betekent dat gasnetbeheerders niet langer verplicht zijn in het betreffende gebied een gasnet "in werking te hebben". Ook mogen zij ondergrondse infrastructuur verwijderen.
Deel dit item: