De Eerste Kamer zet in op betere uitvoering en stuurde een brief aan de regering met elf verbetervoorstellen voor de uitvoeringstoetsen. De antwoorden van demissionair staatssecretaris Rutte van Justitie en Veiligheid en demissionair minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden dinsdag 9 december besproken in de commissievergadering voor Binnenlandse Zaken.
Regering, parlement en publieke dienstverleners hebben een gezamenlijke opdracht: nieuwe regels moeten in de dagelijkse praktijk uitvoerbaar zijn om het gewenste effect te hebben. Elke betrokkene heeft daarbij een eigen verantwoordelijkheid. Het gaat erom met elkaar ervoor te zorgen dat nieuwe regels werken voor wie of waarvoor ze bedoeld zijn.
In dat kader stuurde de Eerste Kamer op 7 oktober 2025 een brief aan de regering waarin zij vroeg een aantal verbeteringen aan te brengen in de uitvoeringstoetsen die bij het maken van nieuwe wetten en regels worden gedaan. In totaal bevatte deze brief elf verbetervoorstellen. Daaronder was bijvoorbeeld het verzoek om voortaan bij elk nieuw wetsvoorstel zo’n toets uit te voeren, wat momenteel nog niet altijd gebeurt. Ook deed de Kamer een oproep om voortaan niet alleen te kijken naar de uitvoeringslast die een nieuw voorstel met zich meebrengt, maar ook naar de reeds bestaande werklast bij uitvoerders en publieke dienstverleners. De Kamer heeft die informatie nodig om voorstellen voor nieuwe regels goed te kunnen toetsen op uitvoerbaarheid.
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de brief van de Kamer beantwoord op 27 november 2025. Daaruit blijkt dat alle betrokkenen zijn doordrongen van het belang van goede uitvoerbaarheid. Veel is al in gang gezet, maar concrete resultaten moeten nog volgen. De brief zal worden besproken in de vergadering van de commissie Binnenlandse Zaken van dinsdag 9 december.