Plenair De Grave bij voortzetting behandeling Wet hervorming kindregelingen



Verslag van de vergadering van 10 juni 2014 (2013/2014 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.07 uur


De heer De Grave i (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de minister voor zijn beantwoording, die naar mijn taxatie in alle opzichten adequaat was. Ik dank hem zeker voor de toezegging aan de VVD-fractie, waarmee we kunnen vaststellen dat we de gezamenlijke worsteling om te komen tot een nog verdere verbetering als het gaat om het mogelijk maken van werk, aangaan op het moment dat er verder gesproken gaat worden over de implementatie van het rapport van de commissie-Van Dijkhuizen. Ik noteer daarbij dat de minister zegt dat we dat niet gaan doen door een verdere verlaging van het minimumniveau. Dat is ook niet mijn inzet, zoals ik nadrukkelijk heb gezegd. Wat de minister formuleert, is de inzet van de VVD-fractie. Het moet vooral worden gedaan door te kijken in welke mate de lasten op het punt van het sociaal minimumloonniveau verder kunnen worden verlaagd, waardoor hetzelfde kan worden bereikt zonder het sociaal minimum te verlagen.

Ik dank de minister verder voor de adequate reactie op wat ik voor het gemak de Divosa-casus noem. Dat lijkt mij een zeer adequate oplossing. Voor de duidelijkheid — dat zal GroenLinks en de SP niet echt verbazen — lijkt deze toezegging ons genoeg. De VVD-fractie heeft geen behoefte aan een motie.