Plenair Flierman bij voortzetting behandeling Wet langdurige zorg



Verslag van de vergadering van 25 november 2014 (2014/2015 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.44 uur


De heer Flierman i (CDA):

Voorzitter. Namens de fractie dank ik de staatssecretaris natuurlijk voor zijn zorgvuldige en uitvoerige beantwoording. Wat mij betreft was die voor onze fractie voor het overgrote deel naar tevredenheid. Ik loop nog even de vier hoofdstukjes van mijn inbreng in eerste termijn langs.

Wat betreft de mensen in de langdurige zorg zijn wij heel tevreden en gelukkig met de belofte, de stellige uitspraak, van de staatssecretaris dat de zware zorg voor ouderen in de volksverzekering ondergebracht blijft en dat er geen intenties zijn om die risicodragend bij de verzekeraars onder te brengen. Ook zijn uitspraken over mantelzorg en cliëntondersteuning stemmen ons tevreden. Over de cliëntondersteuning wil ik nog wel de volgende opmerking maken wat betreft cliënten die van het ene naar het andere regime overgaan. Bij die cliënten neemt vaak de zorgvraag toe. Zij komen van de Wmo alsnog in de Wlz terecht. Juist in dat soort situaties lijkt het ons van belang dat we de cliëntondersteuning als het even kan in één hand houden, omdat de cliëntondersteuning bij die ingrijpende stappen een vertrouwde sparringpartner kan zijn.

Dan de organisatie van de zorg. We hebben er begrip voor dat de staatssecretaris zegt: als je het hele stelsel al op zijn kop zet, moet je dan de uitvoerende organisaties op hetzelfde moment op de schop nemen? Juist in het belang van continuïteit en ter vergemakkelijking van de invoering van de transitie is het prettig dat er een aantal instanties die in de AWBZ een taak hadden, nog even hun taak blijven vervullen. Dat begrijpen we, maar dat neemt niet weg dat er volgens ons wel degelijk ruimte is om in de toekomst nog eens te kijken naar verbetering. Ik heb van de staatssecretaris begrepen dat hij in de vernieuwingsagenda natuurlijk primair op de zorginhoud ingaat, maar dat wellicht ook een aantal van dit soort organisatorische zaken erbij worden betrokken, zoals de positie van het zorgkantoor, waarvoor door velen aandacht is gevraagd. We zijn er niet helemaal gerust op dat dit goed gaat, maar we zullen afwachten hoe dat zich ontwikkelt. Als bij de staatssecretaris dan een van de vingers aan de pols gaat kloppen, dan is dit misschien ook aanleiding om in actie te komen. De positie van het zorgkantoor en de indicatiestelling zijn onderwerpen die de komende tijd in de gaten gehouden moeten worden. Dat geldt ook voor de positie van de zorgverzekeraars in het algemeen, maar daar hebben we in dit huis over veertien dagen nog een gesprek over met de minister.

We zijn blij met de uitspraken van de staatssecretaris over zijn contacten enerzijds met staatssecretaris Wiebes over het btw-regime en anderzijds met minister Blok over de rol van corporaties bij het realiseren van huisvestingsvoorzieningen voor de langdurige zorg.

De vernieuwingsagenda was het derde luikje in mijn inbreng. Ik heb niets toe te voegen aan wat de staatssecretaris daarover zei in zijn slotwoord. Wij zien die agenda met grote belangstelling tegemoet.

Tot slot de beheersing van de uitgaven. We hebben het nodige gezegd over de herbeoordeling. Ik heb al gezegd dat wij heel goed snappen dat er groepen zijn, misschien grote groepen, waarvoor die herbeoordeling überhaupt niet aan de orde is. Je hoeft die ook niet jaarlijks te doen, zeker niet. Als de staatssecretaris zegt dat dit beledigend of confronterend is voor mensen, dan snappen we dat. We moeten in ieder geval wel ruimte in het hoofd houden voor de mogelijkheid dat met allerlei nieuwe technieken — bijvoorbeeld nieuwe technologie, domotica, ICT, tissue engineering, weefselgroei — een aantal nu nog ernstige aandoeningen toch beter behandelbaar zijn. We moeten op zijn minst de ruimte houden om naar aanpassing van het zorgaanbod te gaan.

Ik vroeg mij nog af of de actualisatie van het zorgplan een vehikel kan zijn waarin je de vraag aan de orde kunt stellen of het aanbod nog past of de situatie zich aanmerkelijk heeft veranderd. Als dat voor de zorg in natura geldt in dat zorgplan, hoe zit het dan met het pgb? Is daar ook periodiek een actualisatie aan de orde waarin je ook naar de situatie en de ontwikkeling daarin zou kunnen kijken? Ik krijg graag op dat punt nog een reactie van de staatssecretaris.

Dat gezegd hebbende, wensen wij de staatssecretaris vooral heel veel succes bij de implementatie van het hele stelsel, de Wlz, de Wmo en de Jeugdwet, na 1 januari. Ik zal mijn fractie in overweging geven om volgende week voor de wet te stemmen.