Plenair Bröcker bij voortzetting behandeling Belastingplan 2015



Verslag van de vergadering van 16 december 2014 (2014/2015 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.41 uur


De heer Bröcker i (VVD):

Voorzitter. Respectvol tegenstemmen is een nieuwe variant die collega Reuten in de Kamer introduceert. Ik herinner mij dat, toen ik voor het eerst een belastingplan hier mocht behandelen, de SP-fractie dat toen gesteund heeft. Het is jammer dat die lijn niet wordt doorgetrokken aan het einde van deze zittingsperiode. Nu we het toch over steun hebben, moet ik eerlijk zeggen dat ik het stemadvies dat zal worden ingebracht door collega Essers van de CDA-fractie toch een beetje opmerkelijk vind. Ik denk dat hier in zijn algemeenheid toch op een heel behoorlijke manier wordt samengewerkt. We hebben hier een beleidsarm Belastingplan en we hebben een staatssecretaris die met betrekking tot de stelselherziening redelijk breed wil zoeken naar draagvlak en met name draagkracht. In die context betreur ik het toch wel dat de CDA-fractie deze conclusie heeft getrokken, maar goed, het zij zo.

Ik wil even terugkomen op een paar zaken. Ik wil het internationale onderdeel nog aanstippen. Over het verdragsbeleid, of dit nu multilateraal of bilateraal is, of dit nu het EU-, het OESO- of het OECD-platform betreft — ik weet dat de dynamiek heftig is — heb ik gezegd dat wij moeten blijven streven naar zo objectief mogelijke criteria voor bewijslastverdeling en naar fatsoenlijke processen om bij verschillen van mening de betrokkenen hierover snel duidelijkheid te kunnen bieden. Nogmaals: we begrijpen de dynamiek en de druk, waar collega Van Boxtel al naar verwezen heeft, maar wij willen dit blijven benadrukken.

Ik kom op de informatie-uitwisseling. Ik ben benieuwd naar het beslag dat deze legt op de Belastingdienst, want er worden nogal wat gegevens en informatie uitgewisseld. Ik kan mij zo voorstellen dat dit een redelijk groot beslag zal leggen op de Belastingdienst. Misschien kan de staatssecretaris daarover nog een enkele opmerking maken, als hij dat wil. Anders markeer ik het gewoon als een punt van zorg. Nogmaals: de richting en de acties daarin zijn prima.

Ik denk ook dat we nog een slag kunnen maken in de communicatie over ons fiscaal beleid, met name ons rulingbeleid, voor een beter en scherper inzicht hierin van het parlement, de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Ik denk dat we daarin nog wel wat scherper kunnen communiceren en vervolgens ook debatteren, indien nodig.

Het rapport van de Algemene Rekenkamer is een vrij uniek document. Ik moet zeggen: mijn respect voor de manier waarop men dat allemaal heeft verzameld. Het is een heel indrukwekkend overzicht van de praktijk. In het heel verre verleden heb ik ook in de praktijk van het belastingadvies gezeten. Ik kan alleen maar zeggen: mijn complimenten hiervoor. Uiteindelijk heb ik een herziene versie met track changes gelezen en dat is toch een heel waardevol document. Dat kan misschien ook wel onderdeel zijn van een periodieke uitwisseling tussen de staatssecretaris en de Tweede Kamer en waar nodig de Eerste Kamer over de fiscale onderdelen van ons vestigingsbeleid. We zijn in het defensief. Nogmaals: over misbruik praat ik niet. In zijn algemeenheid is Nederland als klein land in het defensief. Ik denk dat wij in dat overleg een wat bredere constructieve discussie moeten krijgen over een van de keuzes die de staatssecretaris heeft genoemd in zijn stelselbrief. We hebben gesproken over de moeder-dochterrichtlijn. Ik denk dat de staatssecretaris een eerlijk en realistisch beeld heeft geschetst. Ik deel de zorgen van collega Essers met betrekking tot de positie van Nederland in dat heel grote krachtenveld.

Ik kom op het punt van de grondslag voor harmonisatie. Dat was volgens mij niet het voorstel dat ooit naar ons toe is gekomen, het voorstel waar in de Tweede Kamer en ik denk ook in de Eerste Kamer een gele kaart voor is getrokken. Het is meer een fundamentele discussie over de vraag of je de grondslagen waarop je de vennootschapsbelasting per land berekent, wat meer kunt harmoniseren. Het is een onderwerp waarvan we verwachten dat het nadrukkelijk op de agenda komt. Ik hoop dat wij voor die discussie in Nederland goed weten hoe we daarop willen inzetten.

Ik dank de staatssecretaris ook voor de goede transparante discussie over het fiscale instrumentalisme. We constateren dat er breed draagvlak is voor het concept, maar de praktijk is toch behoorlijk weerbarstig. Dat heb ik ook aangegeven in de eerste termijn. Zelfs in het debat dat we vandaag gevoerd hebben, hoor je het toch weer voorstellen. Ik vraag de staatssecretaris het volgende. Als we wat verder zijn met de opgewaardeerde uitvoeringstoets, kan dit dan nadrukkelijk worden besproken in deze Kamer en met name ook in de Tweede Kamer? Misschien kunnen we dat hier ook met een motie ondersteunen. We willen in zijn algemeenheid niet te veel moties indienen hier, maar dit zou misschien een goede follow-up zijn van de motie die wij vorig jaar hebben ingebracht. Ik dank de staatssecretaris nogmaals en sluit daarmee af.