Plenair Van Dijk bij behandeling Wet veiligheidsonderzoeken



Verslag van de vergadering van 14 april 2015 (2014/2015 nr. 28)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 10.42 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


De heer Van Dijk i (PVV):

Voorzitter. We spreken vandaag over de "grondslag voor het doorberekenen van kosten verbonden aan het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken". Dit betekent dat de kosten van veiligheidsonderzoeken voor vertrouwensfuncties voortaan door de betreffende departementen en, waar van toepassing, private ondernemingen worden gedragen. Dit klinkt redelijk, maar het voorstel levert naar het oordeel van de PVV-fractie onnodige bureaucratie op. Als de overheid veiligheidsfuncties aanwijst, horen daar uiteraard veiligheidsonderzoeken bij. Die kosten kunnen dan net zo goed vanuit de begroting van Binnenlandse Zaken gedragen worden. Daar waar het private ondernemingen betreft, wil de PVV graag weten wat daarvan het effect zal zijn. Wordt dit een lastenverzwaring voor het bedrijfsleven of gaat het om vertrouwensfuncties bij private ondernemingen om zaken te doen met de overheid? In het laatste geval zullen de kosten voor de veiligheidsonderzoeken ongetwijfeld via facturen alsnog op de overheid verhaald worden.

Als de aanvullende kosten voor het bedrijfsleven tot minder veiligheidsonderzoeken gaan leiden, wil de PVV graag van de minister weten wat de gevolgen voor de veiligheid en de integriteit zijn. Het is van het allergrootste belang dan wij ons terdege rekenschap geven van het belang van vertrouwensfuncties op heel veel cruciale posten in het openbaar bestuur en alles wat daarmee samenhangt. Veiligheid kost geld. Dat komt naar voren uit de stukken die de minister ons heeft toegezonden. Dat begrijpen wij allemaal. Wij zien nu een verschuiving of eigenlijk een doorberekening. Het is, zoals anderen al hebben aangegeven, vestzak-broekzak, het verschuiven van een post bij Binnenlandse Zaken naar derden. Als dat gebeurt binnen de overheid, vragen wij ons af wat daarvan het nut is.

Urgenter wordt het als het gaat om bedrijven. Die moeten ineens zelf betalen. Iedereen die weleens in het bedrijfsleven heeft gewerkt, weet dat een bedrijf het liefst zo weinig mogelijk rekeningen krijgt. Dat is heel eenvoudig. Daarbij komt dat een bedrijf nu al vrijwel alle kosten zelf betaalt. Alle kosten voor bedrijfsveiligheid komen nu uiteraard al ten laste van het bedrijf, alleen niet de kosten van vertrouwensfuncties die door het Rijk zijn aangewezen. Naar onze mening gaat het in dit laatste geval om nationale veiligheid en horen die kosten derhalve thuis bij de nationale overheid. De angst van mijn fractie is dat bedrijven wat lichtvaardiger gaan doen over veiligheidsfuncties en vertrouwensfuncties en dat zij zullen zeggen: laten we dit maar even niet doen, want op die manier kunnen we de kosten drukken.

Ook het advies van de Raad van State is kritisch. Zo wordt gesteld dat het introduceren van een kostenprikkel met als enige doel om het aantal vertrouwensfuncties te verminderen, tot het ongewenste effect kan leiden dat de werkgever vanwege financiële motieven het risico van kwetsbare functies binnen zijn organisatie onderschat of onderwaardeert, zodat de vakminister niet goed in staat zal zijn om de dreigingen voor de nationale veiligheid te onderkennen en ten onrechte zal afzien van het aanwijzen van vertrouwensfuncties. Met de Raad van State vinden wij dit mogelijke neveneffect ongewenst. Dit doet de zorgen van mijn fractie alleen maar toenemen. Ik zou graag van de minister antwoord krijgen op de vraag hoe hij zeker gaat stellen dat functies die uit het oogpunt van nationale veiligheid vertrouwensfuncties moeten zijn, ook als zodanig worden aangewezen en niet uit kostenoverwegingen van deze lijst zullen verdwijnen. Wij wachten het antwoord van de minister met belangstelling af.