Plenair Barth bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 13 oktober 2015 (2015/2016 nr. 4)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 22.32 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Barth i (PvdA):

Voorzitter. Voordat ik begin met mijn tweede termijn, wil ik graag een persoonlijk woord van dank uitspreken namens onze hele fractie, naar alle collega's die vandaag naar ons toegekomen zijn om wat woorden van steun uit te spreken. Met name wil ik collega Schalk en de minister-president danken, die dit ook tijdens het debat hebben gedaan. Het is voor veel mensen vandaag een moeilijke dag, met heel confronterende beelden. Dat is het voor ons als PvdA-fractie ook. Wij denken vandaag aan onze collega Willem Witteveen, aan zijn vrouw, aan zijn dochter en aan zijn hele familie die achtergebleven is. Ik heb dit nog nooit eerder in het openbaar gedaan. De steun die we echter krijgen van veel collega's, doet ons enorm goed. Veel dank daarvoor.

Ik wil de minister-president ook bedanken voor zijn overige antwoorden. We moeten het debat vandaag immers wel gewoon kunnen voeren. Ik ben blij met veel van zijn antwoorden. Ik ben ook blij met de toezeggingen die hij heeft gedaan over de positie van laagopgeleiden en het advies dat er gaat komen van de SER over arbeid en zorg, met een reactie van het kabinet. Wij kijken daar met veel en verhoogde belangstelling naar uit. Ik ben ook blij met de antwoorden die de minister-president heeft gegeven op de vraag hoe het kabinet verdergaat met het opvangen van vluchtelingen in Nederland. De PvdA-fractie is van mening dat Nederland een internationale reputatie heeft hoog te houden van een land dat al eeuwen staat voor waarden als tolerantie, vrijheid, gastvrijheid en openheid. Wij vertegenwoordigen hier met trots alle Nederlanders die er hetzelfde over denken, zowel in dit huis als aan de overkant.

De minister-president heeft gezegd dat het kabinet nog steeds vindt dat de werkloosheid in Nederland te hoog is. Dat vinden wij ook. Dat vindt de coalitie en dat vinden veel partijen in deze Kamer. Wij hebben vandaag speciale aandacht gevraagd voor de positie van ouderen en allochtonen. De minister-president heeft geschetst wat het kabinet op dat gebied al doet. Wij zijn echter van mening dat die aanpak geïntensiveerd moet worden, juist omdat het zo pijnlijk is dat voor deze twee groepen de trend van stijgende werkgelegenheid en dalende werkloosheid nog niet zichtbaar wordt. Wij vinden dat alle werklozen in Nederland mee moeten in die trend. Daarom heb ik het plezier om, mede namens collega Hermans, een motie daarover in te dienen.

De voorzitter:

Door de leden Barth, Hermans, Postema, Beuving, Van de Ven en Huijbregts-Schiedon wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de werkloosheid in Nederland volgens ramingen van het CPB in 2016 zal dalen naar 6,7% van de beroepsbevolking;

overwegende dat de werkloosheid onder ouderen en allochtonen naar verwachting tegen die trend in zal blijven oplopen;

overwegende dat de werkgeverslasten die gepaard gaan met het in dienst nemen of hebben van ouderen relatief hoog zijn;

overwegende dat in cao's niet zelden sprake is van bepalingen die het in dienst nemen of hebben van ouderen kunnen bemoeilijken, zoals leeftijdsafhankelijke arrangementen;

van mening dat het ongewenst is dat groepen Nederlanders door discriminatie blijvend de aansluiting met de arbeidsmarkt missen en daarmee kansen ontnomen worden op ontplooiing, economische voorspoed en het leveren van een zinvolle bijdrage aan de samenleving;

verzoekt de regering om in overleg met sociale partners mogelijkheden in kaart te brengen om de arbeidsparticipatie van ouderen en allochtonen te verhogen en het resultaat uiterlijk 1 januari 2017 te overleggen aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter E (34300).

De heer Kox i (SP):

Waarom vindt mevrouw Barth het nodig om in deze Kamer, waar meerdere meerderheden mogelijk zijn, juist met de VVD een motie in te dienen waar twee dingen in staan die meteen opvallen? Het ene is de lagere werkgeverslasten en het andere is het ingrijpen in de cao's. Is dat nu het enige wat de PvdA hier voor elkaar kan krijgen? Zij had ook met ons kunnen komen praten en met een heleboel andere partijen. Dan hadden we echt iets kunnen gaan doen. Mevrouw Barth heeft vorig jaar gezegd dat werk, werk en werk prioriteit één, twee en drie zijn. Ze constateerde dat het allemaal goed ging, maar de werkloosheid bleef. Maar de werkloosheid verhardt en duurt, en de werkloosheid concentreert zich bij de ouderen. 30% van de samenleving kan niet meer meekomen. Nu komt zij echter met een motie waarin de regering verzocht wordt te gaan praten om de werkgeverslasten te verlagen en de cao's aan te passen. Dat de VVD die motie indient, begrijp ik. Maar ik vind het erg raar dat mevrouw Barth deze motie indient voor de VVD.

Mevrouw Barth (PvdA):

Er staat nog veel meer in de motie dan de twee elementen die de heer Kox opnoemt. Er staat bijvoorbeeld ook in dat discriminatie op de arbeidsmarkt veel harder moet worden aangepakt. Het is heel simpel: wij vinden dat je elke mogelijkheid om iets te doen aan het probleem van de werkloosheid onder ouderen en allochtonen moet willen onderzoeken. Nogmaals, de werkloosheid onder die groepen gaat tegen de trend in niet naar beneden, maar stijgt zelfs. In de motie wordt dus ook gevraagd om dit te onderzoeken. We vragen niet om het uit te voeren, maar om het te onderzoeken en te bespreken met de sociale partners. Als in dat overleg met de sociale partners blijkt dat dit een no-go is, horen we dat graag van het kabinet. Als je werk echter echt zo belangrijk vindt, vinden wij dat je het moet aandurven om alles te onderzoeken en het goede te behouden. Daar is het probleem ernstig genoeg voor.

De heer Kox (SP):

Als je in de regering zit, dan gebruik je die positie toch? Dan zeg je toch tegen de regering: doe er iets aan? Er staat van alles in deze begroting, maar behalve de ene stuwraket die de minister noemde — die 5 miljard schieten we in de lucht en dan komt het allemaal goed — staat er niet één plan in om deze werkloosheid aan te pakken. Dan moet de PvdA als regeringspartij toch zeggen: we krijgen hier altijd op ons donder van de oppositie, nu kunnen we iets want we hebben samen, althans aan de overkant, nog de macht en nu eisen we dat de regering iets gaat doen? Mevrouw Barth eist echter dat de regering gaat praten met de sociale partners om de werkgeverslasten te verlagen en de cao's in te perken. Dat is toch heel erg vreemd.

Mevrouw Barth (PvdA):

De heer Kox doet dit heel vaak. Dat is zijn goed recht, maar ik zal blijven zeggen dat ik dat niet correct vind. Hij citeert nu selectief uit de motie. Er staan nog meer dingen in die ook van belang zijn voor het versterken van de werkgelegenheid voor ouderen en allochtonen. Citeer alstublieft uit de motie met alle nuances die daarbij horen.

Het is ondenkbaar dat de aanpak van de werkgelegenheid voor ouderen en allochtonen zou worden geïntensiveerd zonder de sociale partners. Dat zou de beste garantie zijn dat er niets gebeurt en dat er niets wordt geïntensiveerd, want zonder de sociale partners kun je geen werkgelegenheidsbeleid voeren in dit land. Het draagvlak onder de sociale partners is heel belangrijk. Het kabinet doet veel meer dan die 5 miljard. Ik noem de bonus voor oudere werknemers en de scholingsfaciliteit. Er worden al activiteiten ontplooid tegen discriminatie op de arbeidsmarkt. De coalitie vindt dat het sterker moet, dat het geïntensiveerd moet worden en dat de overtreffende trap erin moet. Dat vragen wij met deze motie. Ik zou het heel mooi vinden als de heer Kox dat kan steunen. Nogmaals, de motie vraagt om aan de slag te gaan, te onderzoeken en te overleggen. Ik kan mij niet voorstellen dat de heer Kox daar iets tegen heeft. Stel dat werkgeverslasten in het nadeel werken van de positie van ouderen op de arbeidsmarkt. Dan kunnen wij toch niet wegkijken? Dan moeten wij daar toch iets aan doen?

De heer Kox (SP):

Ik citeerde selectief omdat de voorzitter de hele motie al had voorgelezen. Toen een van de fractieleden van de PvdA kwam vragen of mijn fractie de motie wilde tekenen, zei ik over de twee elementen die ik heb geciteerd: ik vind het dictum uitstekend, maar deze twee dingen vind ik niet goed, want dat zijn VVD-dingen; schrap ze en dan teken ik meteen. Toen kreeg ik natuurlijk te horen dat de VVD dat erin wilde hebben. Laat de VVD dan die zaken verdedigen. Mevrouw Barth verdedigt nu de elementen die voor de VVD noodzakelijk waren voor deze motie. Daarom stemt de SP niet met de motie in.

Mevrouw Barth (PvdA):

Ik verdedig dat de aanpak van dit probleem zo belangrijk is en die trend zo verkeerd dat je het moet aandurven om geen taboes te schuwen. Je moet alles onder ogen durven zien en kijken of dat kan helpen om de werkgelegenheid voor ouderen te verbeteren. Het allerbelangrijkste is dat mensen niet langs de kant blijven staan, maar dat zij weer aan het werk kunnen gaan. Als je de oorzaken van het probleem in kaart brengt, als je vraagt om dingen te onderzoeken, moet je niet van tevoren zeggen: maar daar mag u niet naar kijken. Stel dat wij dan iets over het hoofd zien wat mogelijk helpt. Dan hebben wij de ouderen en de allochtonen in Nederland toch allemaal een hopeloze boodschap verkocht? Dat is wat ik verdedig.

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Wij zijn het absoluut eens over het belang en de urgentie van het aanpakken van die discriminatie op de arbeidsmarkt. Ik vraag mij echter af waarom mevrouw Barth zo laag inzet. Zij vraagt om mogelijkheden in kaart te brengen en de resultaten pas over bijna anderhalf jaar aan de Kamer te zenden. Waarom zegt zij niet: we willen gewoon voor 1 juli 2016 die mogelijkheden zien? Dan kan zij nog in deze kabinetsperiode maatregelen nemen. Anders is zij misschien net te laat.

Mevrouw Barth (PvdA):

Dat signaal begrijp ik. Daarom staat in de motie dat het uiterlijk op 1 januari 2017 moet. Ik houd er altijd erg van om in moties met tijdslimieten te werken, want anders wordt het helemaal op de lange baan geschoven. Als het kabinet in staat is om eerder uit dat overleg met de sociale partners te komen met ideeën, oplossingen en een geïntensiveerde aanpak, dan is dat natuurlijk helemaal niet verboden. Sterker nog, ik zou dat zeer toejuichen.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Mag ik dan met mevrouw Barth afspreken dat wij komend jaar de regering steeds blijven doorvragen op die plannen om die arbeidsdiscriminatie aan te pakken?

Mevrouw Barth (PvdA):

Heel graag. Hoe sneller, hoe beter en hoe effectiever wij de positie kunnen aanpakken van allochtonen en ouderen die langs de kant staan op de arbeidsmarkt, hoe liever en hoe beter het ons is.