Plenair Duthler bij voortzetting behandeling Begroting Veiligheid en Justitie



Verslag van de vergadering van 15 december 2015 (2015/2016 nr. 13)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 20.35 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Duthler i (VVD):

Voorzitter. Ik dank de minister en de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen in eerste termijn. Mijn fractie heeft nog enkele antwoorden tegoed, onder meer over de rol van de Raad voor de rechtspraak. De minister komt er nog op terug en wij zijn zeer benieuwd naar het antwoord.

De minister heeft aangegeven de bevoegdheidsverdeling tussen de gerechtsbesturen, de Raad voor de rechtspraak en de minister bij de evaluatie van de herziening van de gerechtelijke kaart te zullen betrekken. Ik ben heen en weer aan het bladeren tussen de schriftelijke beantwoording en de aantekeningen van de mondelinge beantwoording. Dat krijg je met zo'n schriftelijke beantwoording. In de schriftelijke antwoorden schrijft de minister dat de positie en de taakopdracht van de Raad als zodanig niet aan de orde komen. De bevoegdheidsverdeling wordt wel betrokken bij de evaluatie. Hoe is het mogelijk dat de positie en de taakopdracht dan niet aan de orde komen?

De minister stelt ook dat hij de signalen over bureaucratisering en de rol van de rechtspraak met de Raad voor de rechtspraak zal bespreken, en de Kamer daarover zal informeren. Dat vind ik een curieuze zinsnede. Natuurlijk is het prima om de Raad voor de rechtspraak in dezen als gesprekspartner te zien. Mij lijkt het echter ook belangrijk om met anderen dan de Raad voor de rechtspraak hierover te communiceren. Mijn fractie verzoekt de minister dan ook om de signalen over die bureaucratisering niet alleen met de Raad voor de rechtspraak te bespreken, maar ook met andere spelers in het veld van de rechtspraak. Dat is punt één.

Mijn tweede punt, dat hier nauw mee samenhangt, is de ICT voor de Nationale Politie. De minister gaf net aan dat er inmiddels 600 miljoen euro is gespendeerd en dat er nog zo'n 60 tot 130 miljoen extra jaarlijks nodig is. Dat is gewoon heel veel geld. Wij doen moeilijk over de rechtspraak en de vraag of er nog 20 miljoen of 25 miljoen bij de begroting kan om de achterstanden in te lopen en de rechtzoekenden beter te kunnen bedienen. Waarom gaan we dan zo makkelijk om met de besteding van gelden voor de ICT? Natuurlijk, de ICT is hartstikke belangrijk voor een vitale bedrijfsvoering; dat is onmiskenbaar. Mijn fractie verwacht dan echter wel hardere sturing op het gehele proces van de integratie van die ICT-systemen. Mijn fractie vraagt de minister dus wanneer hij gaat sturen. Nogmaals, het zou zo mooi zijn als een stukje van het geld dat nu wordt besteed aan de ICT naar de rechtspraak gaat. De heer Van Kappen vertelde mij zojuist tijdens de dinerpauze dat je voor 600 miljoen euro anderhalf fregat kunt bekostigen en dat je voor 400 miljoen euro al een heel modern fregat hebt, met de mooiste, modernste en meest geavanceerde ICT, het nieuwste van het nieuwste op dat gebied. Dat wil ik graag even genoemd hebben. Wij hebben het hier over rechtspraak en de rechtsstaat en daar hoort de veiligheid ook bij.

Ik dank de minister ook voor de toezegging om de Eerste Kamer te informeren over de inventarisatie en de analyse van de achterstanden. Het is heel mooi dat de minister die gaat inventariseren en analyseren. Mijn fractie hoopt op de toezegging dat de minister daar ook acties aan verbindt. Daar gaan we van uit, maar het zou mooi zijn als de minister dat nog even expliciet bevestigt.

Dan kom ik bij de vragen die mijn fractie heeft gesteld over de wijze van bekostiging van de rechtspraak. Die hangen natuurlijk met het vorige onderwerp samen. We hebben daar nog geen reactie op gekregen. We hopen die dus in tweede termijn nog te krijgen. Mijn fractie hoopt ook nog wat meer antwoorden te krijgen over alternatieve vormen van de financiering van de gefinancierde rechtsbijstand. Mijn fractie wil graag dat er niet alleen onderzoek wordt gedaan naar tariefregulering en het niet gebruiken van rechtshulp. We willen graag dat die onderzoeken nog wat verdergaan.

Dan kom ik op de Voorjaarsnota van 2016. De minister geeft aan dat hij maximaal strijdbaar is als het gaat om eventuele extra financiële middelen. Mijn fractie waardeert dat. De fracties in de Eerste Kamer, dus ook mijn fractie, houden er ernstig rekening mee dat er extra geld bij zal moeten. Deelt de minister die verwachting? Kan de minister nog iets nauwkeuriger zijn als het gaat om die maximale strijdbaarheid? Toen het ging over de Nationale Politie, zei de minister er al iets over, maar het zou zo mooi zijn als hij dit kan betrekken bij de gehele begroting.

Tot slot heeft de heer Ruers nog een reactie te goed op zijn suggestie over een parlementair onderzoek. Opvallend in het Kamerdebat van vandaag was dat alle fracties zich zorgen maakten over de rechtsstaat. Eigenlijk hebben alle fracties het rechtsstatelijke perspectief betrokken bij het begrotingsdebat van V en J. Mijn fractie ziet dit debat als een tussenstand van de staat van de rechtsstaat. Hierover hebben we al eerder gedebatteerd. Mijn fractie vindt een parlementair onderzoek nu een brug te ver, maar het tweede debat over de staat van de rechtsstaat, dat eigenlijk al in de planning zit, kunnen we misschien wat naar voren halen. Mijn fractie ziet dat als een gepast vervolg op het debat van vanavond.