Plenair Jorritsma-Lebbink bij voortzetting behandeling Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 15 maart 2016 (2015/2016 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.25 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Jorritsma-Lebbink i (VVD):

Voorzitter. Ten aanzien van participatie heeft de minister veel gezegd, terecht, want dat is ook wel een beetje de kern van de veranderingen in de gehele systematiek. Ik miste eigenlijk maar een ding, namelijk dat het niet alleen cultuurverandering is en ook niet alleen het naar voren halen van het proces. Ik denk zelf dat het te maken heeft met het niveau waarop mensen hun werk aan het doen zijn. Ik denk dat veel van onze ambtelijke medewerkers tot nu toe heel erg bezig zijn geweest met het hanteren van regels. Dat is makkelijk, fijn, zeker en veilig, maar alle ambtenaren moeten boven de materie kunnen hangen, willen zij het later goed doen. Dat geldt ook voor bestuurders, raadsleden en volksvertegenwoordigers. De wet vraagt namelijk veel meer om het totaal te overzien en om daarin eigen keuzes te maken. Ik ben blij dat de minister heeft gezegd dat dat buitengewoon belangrijk is. Natuurlijk zal een rechter toetsen of het goed gedaan is. Dat wordt later de proof of the pudding. Hij zal toetsen of gemeenten of een initiatiefnemer daaraan voldoende aandacht heeft geschonken. Ik mag hopen dat er niet te veel naar de rechter gelopen wordt, maar dat er juist dankzij het feit dat het voortraject goed doorlopen is, snel duidelijkheid ontstaat.

Ik zie in de motie-Meijer alleen maar een verlenging van procedures. Ik ben benieuwd hoe de minister daar tegenaan kijkt. Het zou aardig zijn om ook voor verkorting te kiezen als je dan toch voor verlenging kiest. Dan kunnen we twee normen in de wet opnemen en misschien nog enige winst boeken. Dat hoor ik later wel.

Over de kosten heeft de minister al iets gezegd. Ik neem aan dat artikel 2 gewoon van toepassing is. Ik weet nog niet helemaal zeker of ik het met de heer Verheijen eens ben dat we voor de participatiekant extra financiën beschikbaar moeten stellen. Ik denk dat er voor de implementatie, voor ICT-voorzieningen en noem maar op middelen nodig zijn, maar eigenlijk vind ik dat participatie nu ook al onderdeel moet zijn van het normale proces. Dat is zij ook, vaak te laat. Meestal kost het dan overigens meer moeite om het voor elkaar te krijgen, dus ik weet niet zeker of op dat vlak de hoeveelheid kosten zo zal stijgen vergeleken met de huidige situatie. Sterker nog, ik denk dat je wat je aan de voorkant meer doet, op een later moment in het proces bespaart.

Ik kom op de verhouding tussen de overheidsorganen. Ik ben blij met de opmerking die de minister daarover heeft gemaakt, ook tegen mevrouw Bikker. Ik denk dat het juist goed geregeld wordt in tegenstelling tot hoe het nu gaat. Overigens zou de provincie Utrecht eens moeten gaan kijken naar hoe de provincie Noord-Holland of, beter gezegd, de noordvleugel behalve Utrecht het heeft geregeld. Daar hebben ze het namelijk heel netjes gedaan. Gemeenten hebben gezamenlijk afspraken gemaakt in aanwezigheid van de provincie. Daar is niets op tegen. De regio zelf heeft het uiteindelijk gewoon gedaan. Dat is in mijn ogen de beste oplossing. De minister zei dat een provincie iets nog altijd via een instructieregel kan tegenhouden, maar dat zij niet ging bepalen wat er dan wel moest gebeuren. Het rare is dat dit nu wel mogelijk is.

In het kader van de flexibiliteit merk ik op dat wij nieuwsgierig zijn. Het lijkt mij volstrekt logisch dat er voor geluid en geur bandbreedtes ontstaan. Ik ben heel nieuwsgierig naar de uitkomsten van de gedachten over bodem en natuur. Ik ben heel nieuwsgierig hoe dat er straks uitziet. Nu vel ik daarover nog geen oordeel.

ICT blijft een lastig onderwerp. Ik merk dat de minister ook met spanning kijkt naar hoe dat gaat en of we het voor elkaar krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat de hele wet alleen maar ingevoerd kan worden met een goed systeem van ICT-voorzieningen. Als dat niet werkt, wordt het veel te complex. Dan snappen burgers inderdaad niet meer waar het over gaat.

De voorzitter:

Aangezien de minister van Infrastructuur en Milieu niet meteen kan antwoorden, schors ik de vergadering vijf minuten.