Plenair Schouwenaar bij behandeling Energieprestatievergoeding



Verslag van de vergadering van 26 april 2016 (2015/2016 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schouwenaar i (VVD):

Voorzitter. Ik kan niet ontkennen dat ik wat verrast werd door de kritiek van de SP op het wetsvoorstel, niet zozeer door die op het huurtechnische gedeelte ervan, maar door die op het staatsrechtelijke aspect ervan. Ik wil daar toch op reageren, omdat het impliciete verwijt dat we hier staatsrechtelijk niet helemaal juist in de weer zouden zijn ons volgens mij allemaal raakt. Ter vermijding van misverstand merk ik op dat ik alleen voor mezelf spreek, namens de VVD-fractie.

Het is een bekend patroon: een wet uitgewerkt in een AMvB en ministeriële regelingen. We hebben op het terrein van de woningwetgeving de gereguleerde sector, waaronder nog allemaal circulaires hangen en veel meer gedelegeerde regelgeving. Dat is op zich normaal te achten. Ik wijs erop dat de Raad van State adviseerde om zelfs geen kaderwet, zoals de heer Ruers het noemde, te maken, maar het gewoon mee te nemen in de huurverhoging. Er is hier echter, in mijn ogen terecht, gekozen voor een rechtsfiguur sui generis, omdat het inderdaad heel specifiek is. Dat die wet verder wordt uitgewerkt in een AMvB lijkt mij eerder wenselijk dan onstaatsrechtelijk. Het gaat om een zeer technisch onderwerp, een onderwerp dat nog in ontwikkeling is. Allerlei getallen kunnen dus nog regelmatig veranderen en de procedure van wetswijziging is daarvoor te omslachtig. Ook om die inhoudelijke redenen vinden wij dus de keuze die nu is gemaakt heel goed.

Het gaat in dit wetsvoorstel om individuele contracten en daarover kunnen, zoals bij alle contracten, conflicten en verschillen van mening ontstaan. Wij menen dat het goed is als de contractpartijen dan in overleg treden en trachten het onderling op te lossen. Zo gaat het ook meestal. Wij vinden het niet op zijn plaats om als het ware een bypass te maken van een garantie die verdere besprekingen, onderling overleg en onderling zoeken naar een oplossing overbodig maakt. Wij zien dat ook niet als het afschuiven op de rechterlijke macht, zoals de heer Ruers het noemde. De rechterlijke macht, waartoe ik in dit geval ook de Huurcommissie reken, is altijd in laatste instantie beschikbaar om toestanden waarin de contractanten er niet uit komen op te lossen en dat is een goede zaak. De Huurcommissie is daar uitermate geschikt voor, want die is deskundig. Het gaat hier juist om technische onderwerpen en ook om laagdrempeligheid. Wat dat betreft vinden wij de keuze voor het sluitstuk Huurcommissie uitstekend.

Ik had nog een punt.

De voorzitter:

Denkt u wel aan uw tijd, mijnheer Schouwenaar?

De heer Schouwenaar (VVD):

Ik kan mijn eigen aantekeningen niet meer lezen, dus wat dat betreft zijn we het eens. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Schouwenaar. Dan zijn we nu toe aan de beantwoording door de minister in tweede termijn. Hij geeft aan dat hij meteen kan antwoorden. Dat is fijn.