Plenair Bikker bij behandeling Wijziging begrotingsstaten Veiligheid en Justitie



Verslag van de vergadering van 5 juli 2016 (2015/2016 nr. 37)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 17.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):

Voorzitter. Het behandelen van een suppletoire begroting is een zeldzaamheid in de Eerste Kamer. Zo'n begroting omvat immers vooral wijzigingen gedurende het lopende boekjaar en komt vlak voor het zomerreces. Nog twee vergaderdagen en het is alweer Prinsjesdag. Toch is er voor de ChristenUnie-fractie reden om nu te spreken over dit voorstel. Of eigenlijk hebben we twee redenen.

De eerste reden voor dit debat is de volgende. Ondanks onze grote zorgen hebben we in december ingestemd met de Justitiebegroting. De minister beloofde monter dat er bij de Voorjaarsnota echte oplossingen zouden worden gepresenteerd. Die blijken nu onvoldoende. Het ministerie van Veiligheid en Justitie blijft werken met een krakende begroting, die voor de politie, de rechtspraak en het Openbaar Ministerie nog steeds gaten bevat. Dat hadden wij niet voor ogen toen wij instemden met de begroting.

De tweede reden voor dit debat is de volgende. Deze zomer wordt Prinsjesdag opnieuw en verder voorbereid. Ik bewaar, eerlijk gezegd, slechte herinneringen aan de vorige Justitiebegroting, die in september 2015 werd gepresenteerd. De opgaven voor 2016 werden er niet in erkend. Pas in de loop van het najaar begon het kabinet te bewegen. De resterende opgave zou bij de Voorjaarsnota worden verwerkt. En nu wordt alweer gezegd dat in de volgende begroting, die voor 2017, alles in orde gaat komen. Na een teleurstellende Prinsjesdag in 2015 en een aangepaste hakken-over-de-sloot-begroting in december, met beloftes voor het voorjaar, die dan in het voorjaar worden gereduceerd tot minder, ontstaat wel een trend. Deze trend moet stoppen en mag niet het richtsnoer zijn voor de volgende Justitiebegroting en de plannen die op Prinsjesdag zullen worden gepresenteerd.

Deze begroting kraakt. Eigenlijk geeft de minister dat ook toe. Daarom komt hij ook met deze suppletoire begroting. Mijn fractie keek daarnaar uit, omdat wij hoopten dat die recht zou doen aan de motie van collega Engels, die wij van harte hebben ondersteund. In de motie werd de regering opgeroepen om bij de Voorjaarsnota te komen tot een sluitende begroting, waarmee risico's voor mogelijke tekorten en achterblijvende prestaties bij rechtspraak, OM en politie tot een minimum zouden worden gereduceerd.

In de afgelopen weken werd echter eens temeer duidelijk dat het Openbaar Ministerie door een kritische ondergrens dreigt te zakken. Prioriteiten kunnen niet worden waargemaakt. De eerste signalen komen binnen dat bijvoorbeeld de aanpak van mensensmokkel zoveel vraagt dat er veel minder mensenhandelzaken worden opgepakt. Het zou zelfs om 20% minder zaken gaan. Dat is zeer ernstig. Uit het jaarbericht van het OM blijkt dat één op de tien zaken wordt geseponeerd wegens onvolkomenheden in het proces-verbaal, dat cybercrime groter wordt en ingewikkelder wordt om op te sporen en aan te pakken en dat meer ICT-investeringen nodig zijn. Tegelijk hebben allerlei rapporten klip-en-klaar duidelijk gemaakt dat de bodem van de schatkist bereikt is en dat extra taakstellingen of onbalans in de strafrechtketen alleen nog kunnen worden opgevangen door het verminderen van de operationele sterkte. Desondanks lees ik in het jaarbericht van het OM zelf dat er ook voor 2016, 2017 en verder extra taakstellingen voor het OM zijn en worden ingeboekt. De top van het Openbaar Ministerie benoemt duidelijk dat er al een tekort is voor 2016. Ik heb begrepen dat het om 17 miljoen gaat.

Welk antwoord geeft de regering in de Voorjaarsnota en de suppletoire begroting? Ik zie geen heldere analyse van de risico's en geen bijsturing om het tekort te voorkomen. Ik zie alleen reguliere mutaties. De rest moet bij de volgende begroting maar weer worden opgelost.

Ik kom op de situatie in de rechtspraak. Vanmorgen is al gesproken over de grootschalige ICT-investeringen die nodig zijn en over de kwaliteitsslag die daarbij past. Voor de rechtspraak was bij de begrotingsbehandeling al duidelijk dat er dit jaar 30 miljoen verlies zou worden geleden, waarbij nog 15 miljoen uit de reserves kon komen; dan zijn de reserves op. Op basis van de debatten van vorig najaar en december had ik de verwachting dat hier een reparatie zou plaatsvinden. Bovendien ligt er een zeer kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer, waarin wordt gesproken over structurele onderfinanciering van de rechtspraak sinds de aanpassing van de begrotingssystematiek in 2010. Ik heb destijds met vreugde kennisgenomen van het besluit van de minister om de rechtbanken in het land niet te sluiten. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit betaald gaat worden. En ook nu lees ik in de suppletoire begroting dat alleen de reguliere mutaties worden ingeboekt. Is dat het antwoord op de motie-Engels? Denkt de minister daadwerkelijk dat de risico's tot een minimum zijn verkleind?

Wekelijks, zo niet vaker, valt in de kranten te lezen dat er tekorten zijn bij de politie, dat de opsporingskwaliteit terugloopt, dat het slecht gaat met de Politieacademie, dat de problemen op ICT-gebied groot zijn, dat het ziekteverzuim hoog is en dat de aanrijtijden niet op orde zijn. Een oppervlakkige lezing van de Voorjaarsnota levert goed nieuws: er wordt 188 miljoen toegekend. Verder lezen en narekenen levert het volgende op: 49 van de 188 miljoen komt uit de middelen die beschikbaar worden gesteld bij de Voorjaarsnota voor de extra kosten als gevolg van de vluchtelingenproblematiek en de overige 139 miljoen was reeds beschikbaar gesteld in de begrotingsbrief november 2015. Dat is geen nieuw geld! Als ik het goed lees — ik hoor graag een bevestiging hiervan van de minister — is bovendien een derde van dit bedrag bestemd voor de cao-problematiek en is 86 miljoen een gedeeltelijke compensatie van de structurele tekorten. Eerder leverde het P&M-onderzoek op dat het tekort in 2016 oploopt tot 140 miljoen. Dit betekent nog steeds een gat van 54 miljoen. Ik heb dan nog niet gesproken over andere tegenvallers en over de signalen dat ook de politie moet bijdragen aan het compenseren van de verdere financiële problematiek van het ministerie. Zelfs als wij terughoudend zijn beslaat het tekort bij de politie tientallen miljoenen. Zowel het Openbaar Ministerie, de rechtspraak als de politie geven een helder, maar alarmerend signaal. Op deze voet verder leven gaat gevolgen hebben voor de operationele sterkte en daarmee voor de effectiviteit van de strafrechtketen.

Ik heb nog niet eens gesproken over het ministerie zelf, dat verantwoordelijk is voor de Dienst Justitiële Inrichtingen, waar jaar na jaar bezuinigd wordt en het ziekteverzuim hoog is, en dat veel maatregelen heeft beloofd om de incidentenreeks van de afgelopen jaren niet langer te laten voortduren. Ondertussen wordt op het ministerie ook de modernisering van het Wetboek van Strafvordering voorbereid. Is het eigenlijk wel mogelijk om zo'n grootse operatie te willen starten, nu zo'n beetje alle onderdelen van de strafrechtketen in zwaar weer verkeren?

Dagelijks zien wij wat een geweldig werk de mannen en vrouwen in de strafrechtketen verrichten. Terwijl de terreurdreiging onverminderd hoog is, de komst van vluchtelingen veel spanning oplevert in de samenleving en de criminaliteit steeds complexer in haar verschijningsvormen is, wordt er dagelijks hard gewerkt aan de veiligheid van Nederland, met resultaat. Het is bijzonder knap hoe al deze politiemannen en -vrouwen, de rechtspraak en het Openbaar Ministerie veel werk blijven verzetten, terwijl de organisatie en de financiering ervan al jaren onrustig is, om het vriendelijk uit drukken. Ik spreek mijn grootste waardering uit voor de inzet van al deze mensen. Tegelijk is het onbegrijpelijk dat de meest klassieke overheidstaak, het zorgdragen voor recht en daarmee het waarborgen van de veiligheid, nu alle jaren van de kabinetten Rutte schraalhans als keukenmeester heeft. Dit ministerie mag jaarlijks de nieuwste gaten in de kleding bij het ministerie van Financiën laten zien en krijgt dan na aanhoudend klagen of zeuren, een paar nieuwe lapjes of een setje nieuwe kniestukken opgespeld. Bovendien geeft de minister van Financiën inmiddels ook nog eens aan dat het nu wel eens klaar moet zijn. Zeuren is inderdaad heel vervelend, maar dan moet ook gezorgd worden dat de basis op orde is. Ik ben benieuwd wat de visie van het kabinet is: is dit zeuren of is hier iets anders aan de hand? Moet een begroting gebaseerd zijn op wensdenken en opsommingen uit de krant van de weken ervoor of moet er een duidelijke analyse zijn van wat er nodig is om de klassieke overheidstaken goed en zorgvuldig uit te voeren, met ruimte voor een enkele tegenvaller? Ik vraag de minister juist daarom: kom met een grondiger verhaal, zet de rapporten op een rij, maak een samenhangend beeld van wat nodig is en verbind daaraan beleidsvoorwaarden! Laat 2016 het jaar zijn waarin de begroting van het ministerie van Justitie voorzien wordt van een solide basis en stop met doorschuiven!