Plenair Lintmeijer bij voortzetting behandeling Opzegging statuut VN-organisatie Industriële Ontwikkeling



Verslag van de vergadering van 19 december 2016 (2016/2017 nr. 12)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.45 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Lintmeijer i (GroenLinks):

Voorzitter. Dank aan de minister voor de toelichting op enkele vragen die zijn gesteld. Als ik het palet van argumenten van het kabinet zo overzie en wat de minister eraan toevoegt, blijft er eerlijk gezegd toch een ongemakkelijk gevoel dat het wat willekeurig is hoe de scores uitpakken. Ik kan me voorstellen dat je zegt: we gaan werken met scorecards, want dan geven we een objectieve maat aan de hand waarvan we organisaties kunnen toetsen. Als je dat doet, stelt dat wel wat eisen. Dan zou je in ieder geval willen dat die scorecards in transparantie tot stand komen, ook voor degenen die beoordeeld worden. Het is dan ook wel handig om te weten of je nu een 7 of een 8 moet halen om een voldoende te hebben. In de toelichting van de minister hoor ik dat de WHO en UNESCO ook maar een 7,5 of een 7'tje hadden, net als UNIDO, "maar die laten we toch maar slagen omdat ze in het mondelinge examen misschien net wat beter waren, of omdat ze misschien too big to fail zijn of omdat ze nu net dat ene specifieke puntje hebben wat ze onderscheidend maakt." Het maakt de transparantie van de afweging niet groter. Het lijkt dan wat willekeurig waarom de ene organisatie met een 7,5 door mag naar de volgende ronde, terwijl de andere dat niet mag. Dat gevoel van ongemak is bij ons niet helemaal weg.

Ook op een ander punt hoor ik graag wat meer reflectie van de minister. Van UNIDO horen wij: eigenlijk is er heel weinig contact geweest en ook in de briefings en in de verdere bilaterale contacten die er geweest zijn, hebben wij niet echt het gevoel gehad dat wij ons verhaal kwijt konden. Ik zeg het even in mijn woorden. De minister zegt: "we hebben de indruk" en "ons is niet gebleken dat". Dan blijft het langs elkaar heen lopen, en dat vinden wij jammer.

Ik ben blij dat de minister de handreiking doet om zich in EU-verband sterk te blijven maken voor een EU-lidmaatschap. Over de vraag hoe de positie van Nederland zich ten opzichte van andere EU-landen — ik noemde Duitsland, Zweden, Italië — zich verhoudt tot UNIDO, heb ik de minister nog niet echt gehoord. Onze stellige indruk is dat de scorecards daar misschien op een andere manier worden gemeten en in elk geval op een andere manier worden gewaardeerd.