Plenair Ten Hoeve bij voortzetting behandeling Wijziging Mijnbouwwet



Verslag van de vergadering van 20 december 2016 (2016/2017 nr. 13)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 22.38 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ten Hoeve i (OSF):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn uitgebreide en adequate beantwoording. Hij eindigde met de stelling dat we met elkaar — dat geldt zeker ook voor hem — moeten proberen het vertrouwen te herwinnen van de Groningers. Ik ben er ook van overtuigd dat hij daar zijn best voor zal doen. Het verlies van dat vertrouwen is natuurlijk voornamelijk gekomen door de gang van zaken bij de schadeafhandeling. Ik moet zeggen dat door de beantwoording en de eerlijkheid van de minister — waarvoor we trouwens wel even moeite hebben moeten doen — nu toch duidelijk is geworden dat het gevoel dat bij een heleboel mensen heerste, dat bij de schadeafhandeling de lange arm van de NAM iedere keer te herkennen is geweest, wel juist blijkt te zijn. Ik ben heel blij dat de minister van plan is om daar nu echt een eind aan te maken. De vaststelling van de schade en van de vergoeding moet volstrekt onafhankelijk kunnen plaatsvinden. Ik denk dat de minister er goed aan doet om ook het publiek heel duidelijk te maken dat hij dat zal bereiken. Tot zover de schadeafhandeling.

Over de versterkingsopgave blijft de minister onduidelijk. Daar ligt naar mijn gevoel ook een dilemma. Wij willen 24 miljard kuub winnen. Dat betekent dat er nog jarenlang bevingen en dus onveiligheid zal wezen, en dat er versterkt zal moeten blijven worden. De versterking zal nog heel veel jaren lang gaan duren en dat betekent dat het onverantwoord is om nog zo veel te winnen met als gevolg dat die onveiligheid blijft bestaan. Dat is een cirkel die niet logisch sluit. Ik ben bang dat de minister op dit moment geen oplossing heeft voor dat dilemma. Ik ben benieuwd hoe zich dat verder ontwikkelt. Zoals de minister ook zelf zegt, hangt dat vooral af van wat er uiteindelijk noodzakelijk zal blijken voor de versterking.

Ten aanzien van de opkoopregeling ben ik het eens met de motie die ingediend is. Ik heb die motie ook getekend. Ik denk dat collega Pijlman daar voldoende over gezegd heeft en sluit mij daar graag bij aan. Wat Limburg betreft ben ik blij dat de minister heel uitgebreid toegelicht heeft wat daar allemaal gebeurd is. Ik ben ervan overtuigd dat hij op deze manier de verantwoordelijkheid in dezen volledig genomen heeft, in overleg met provincie en gemeenten. Ik heb daar nog één kleine vraag over. De minister noemt het waarborgfonds. Dat is natuurlijk heel essentieel bij de schadevergoeding aan particulieren. De minister zei dat het waarborgfonds als het leeg raakt, aangevuld moet worden door de sector. Maar wat is in dit geval daar dan nog de sector?