Plenair De Graaf bij behandeling Twee derden meerderheid van stemmen voor goedkeuring van EU-verdragen



Verslag van de vergadering van 24 januari 2017 (2016/2017 nr. 15)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.25 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer De Graaf i (D66):

Voorzitter. Ik begin met oprechte complimenten aan de heer Van der Staaij voor zijn verdediging van zijn wetsvoorstel en voor de zinnige wijze waarop hij reageerde, met verve, zoals al is gezegd, maar ook met een grote gedegenheid op de gewisselde argumenten. Dat wil niet zeggen dat wij het eens zijn geworden, maar het debat was van niveau en dat heeft vooral te maken met zijn beantwoording.

Er is inderdaad al lang veel gedoe over artikel 91, lid 3. Er is nog steeds geen bevredigende oplossing, zowel met betrekking tot de procedure van artikel 91, lid 3 — mevrouw Van Bijsterveld wees daarop — als met betrekking tot de vraag hoe eng of hoe ruim wij artikel 91, lid 3 moeten interpreteren. Toch is er sprake van een grondwettelijk imperatief. Er is een gebod geformuleerd in artikel 91, lid 3 en wij dienen ons daartoe te verhouden. Daarom wil ik echt dat de regering en de beide Kamers nog eens grondig nadenken over de vraag hoe een ruimere interpretatie kan worden toegepast. De heer Schrijver heeft daar ook een zekere weg in gewezen. Daarbij zou niet alleen de letter van de grondwetsbepaling in ogenschouw genomen moeten worden, maar ook de achterliggende beginselen.

Het kernstuk van de verdediging van de heer Van der Staaij is de constitutionele moraliteit, een juiste en correcte vorm om met de constitutie om te gaan. Naar mijn smaak is zijn keuze echter beperkt, een eenzijdige keuze voor een omgangsvorm. Zijn voorstel ziet namelijk niet op andere, buitengewoon belangrijke en ingrijpende regelgeving die de burgers en de rechtsorde direct regardeert. Hij beperkt zich tot de Europese verdragen, de verdragen die de Europese Unie grondvesten. Dat vind ik onbevredigend, zoals hij het op zijn beurt onbevredigend vindt dat bijvoorbeeld een bepaling omtrent het voorzitterschap van de gemeenteraad door de burgemeester een tweederdemeerderheid vraagt bij een wijziging, maar ingrijpende besluiten niet. Zijn voorstel geeft echter geen oplossing voor die hiërarchie van besluitvorming. Dan zal dat veel breder en beter moeten. Daarvoor had hij dan echt moeten kiezen voor een materieel, functioneel criterium. Maar goed, ook daar zijn, zoals bekend, de nodige problemen mee. Vindt de heer Van der Staaij bijvoorbeeld niet dat ook het Schengenverdrag, dat geen verdrag van de Europese Unie is, maar niettemin buitengewoon belangrijk is en ook de soevereiniteit van Nederland raakt, onder zijn eigen criterium had horen te vallen en dus ook een tweederdemeerderheid had vereist?

Ik ben zelf weggebleven van vragen over de gevoelens die thans bestaan over de Europese Unie of de huidige raadgevendreferendumwet, niet omdat dit geen belangrijke onderwerpen zijn, maar omdat het hier gaat om een voorstel van constitutionele ordening. Ik vind dat zo'n diep ingrijpend voorstel moet worden losgezongen van de actualiteit en gevoelens van nu. Het gaat om een ordening die over 10, 20, 30 of 40 jaar ook nog moet bestaan en die niet afhankelijk is van de vraag of het raadgevend referendum er dan nog is, of verdragen daar wel of niet onder vallen of dat die wet geheel wordt ingetrokken, zoals sommige politieke partijen bepleiten. Vandaar dat ik daar niet op inga.

Wij voelen niets voor de suggestie van de heer Van der Staaij om de eerste lezing te aanvaarden en vervolgens de staatscommissie rustig haar gang te laten gang. Daarover hebben wij in een interruptiedebat met de minister van Binnenlandse Zaken al iets gezegd. Wat mij betreft is het duidelijk dat zowel de regering als mijn fractie daar om constitutionele redenen niets voor voelt.

Dat leidt tot mijn slotconclusie over het wetsvoorstel. Ondanks de gedegen verdediging vinden wij het wetsvoorstel niet overtuigend in motivering en ook niet consistent genoeg. Wij zullen tegenstemmen. Over de motie van mevrouw Duthler wil mijn fractie zo meteen nog beraad in eigen kring.