Plenair Ganzevoort bij behandeling Lerarenregister en registervoorportaal



Verslag van de vergadering van 14 februari 2017 (2016/2017 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.47 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Voorzitter. Wie de stukken over het lerarenregister leest, raakt welhaast ontroerd door alle goede bedoelingen. Het gaat erom de professionele ruimte van de leraar beter te erkennen en de kwaliteit van het beroep van leraar steviger te verankeren door professionele standaarden te ontwikkelen, en het gaat om een lerarenregister waarbij leraren zelf een belangrijke stem hebben in het bepalen van de kaders en de criteria.

Mijn fractie deelt die goede bedoelingen voluit. We behandelen deze maand bijna elke week een wetsvoorstel over het onderwijs en ik kan alleen maar blijven herhalen hoe belangrijk onderwijs is als investering in de samenleving van de toekomst. Een samenleving die steeds meer wordt bepaald door complexiteit en waarin veranderingen steeds sneller zullen gaan door de exponentiële groei van kennis. Dan ben je er niet met een iPad en Google, maar is het juist steeds belangrijker dat we docenten hebben die in die snel veranderende wereld - vol van informatie, desinformatie en "alternatieve feiten" - jongeren kunnen leren hun weg te vinden. Mijn vader, zelf een leraar, zei weleens voor de grap dat een goede leraar van bijna alle dingen bijna alles afweet, maar dat is niet wat we vandaag verwachten, juist omdat bijna alles blijft veranderen.

We verwachten wel van een leraar dat zij of hij in staat is om steeds weer snel veranderende kennisdomeinen te ontsluiten voor leerlingen op een effectieve manier die hen helpt om hun vaardigheden en hun talenten te ontwikkelen en zo hun plek in de samenleving in te nemen. Dat vraagt nogal wat en daarom is dit debat ook een goed moment om onze waardering uit te spreken voor al die goede leraren die steeds weer jonge mensen helpen om zich te ontwikkelen en die voor en met die jongeren de brug slaan naar kennis, inzicht en vaardigheden.

Dat is, wat ons betreft, ook precies die goede bedoeling van dit wetsvoorstel. Want hoe kan een leraar die complexe rol vervullen wanneer zij of hij zelf niet voldoende tijd, ruimte, mogelijkheden en uitdaging zou krijgen om mee te groeien en steeds voldoende up-to-date te zijn? Als de wereld van leerlingen snel verandert, dan verandert de wereld van leraren ook. En dan is het niet voldoende als je 5, 10, 20 of 35 jaar geleden je opleiding met succes hebt afgerond. In die zin is bevoegdheid wel een voorwaarde maar nog niet voldoende, en is ook bekwaamheid op moment a niet hetzelfde als bekwaamheid altijd. Het vak van leraar vereist een voortdurende ontwikkeling en bijscholing. En het lerarenregister dat met dit wetsvoorstel wordt verankerd zorgt er dan ook vooral voor dat dat voortdurende bijspijkeren wordt gegarandeerd en dat leraren erkenning krijgen voor die broodnodige vernieuwing van hun deskundigheid. Bevoegdheid en bekwaamheid moeten daarom de vanzelfsprekende norm zijn. En daarom is transparantie goed, zo zeg ik ook tegen de heer Schalk van de SGP die banger lijkt voor verlies van gezag als ouders ontdekken dat een leraar onbevoegd is, dan dat hij dat gezag zou willen borgen met een vanzelfsprekende bevoegdheid. Daar zou het gezag immers vandaan moeten komen. Dat is bijna uitlokking, maar ik ga er niet, zoals de heer Schalk, van uit dat gezag per se van boven gegeven is. Ik denk dat dit gebaseerd moet zijn op kwaliteit, bevoegdheid en bekwaamheid.

Je zou dus verwachten dat de regering met haar voorstel veel steun heeft weten te verwerven in het veld. Maar in plaats daarvan werd er vandaag een petitie aangeboden aan deze Kamer, waarin veel leraren zeggen: we zijn hier niet per se op tegen, maar we willen niet dat het wordt opgelegd terwijl er geen draagvlak is, we willen niet dat daarmee onze keuzevrijheid bij professionalisering wordt ingeperkt, en we willen vooral dat het niet in de plaats komt van al die andere zaken die nodig zijn om het onderwijs te verbeteren, zoals kleinere klassen, minder lesuren en meer bevoegde leraren. En de sectorraden zeggen: goed idee, maar zonder draagvlak onder leraren en zonder goede inbedding in de schoolpraktijk zien wij het niet zitten. Daarom stelt mijn fractie aan de staatssecretaris toch de vraag hoe hij het voor elkaar heeft gekregen om een plan, waar in theorie iedereen voor is en waar de vrijwillige variant van het lerarenregister redelijk breed omarmd wordt, zo te laten ontsporen dat het vandaag lijkt alsof er massale weerstand is tegen het hele voorstel. Zeker, er zijn ook andere stemmen te horen, ook vanuit de beroepsgroep. Zo kregen we vandaag ook een andere petitie. Maar de vele handtekeningen onder de petitie geven wel aan dat er onrust is.

Mijn vraag, iets vriendelijker geformuleerd, is: wat heeft de staatssecretaris gedaan om de brede steun die er in principe is, te verzilveren voor een door de beroepsgroep zelf gedragen register? Hoe komt het dat alle woorden van de regering in bijvoorbeeld de memorie van antwoord, namelijk dat dit voorstel precies aansluit bij wat Leraren in Actie wil, door de actievoerende leraren niet worden herkend? Ik heb vandaag eerder al gehoord dat we wel zien dat de bezwaren van Leraren in Actie in het plan grotendeels worden gedekt, maar kennelijk is er toch een mismatch in de communicatie ontstaan. De vraag aan de staatssecretaris is waar hem dat in zit.

Deze vragen klemmen voor mijn fractie omdat ze niet alleen de intenties delen, maar ook denken dat het voorstel in de goede richting wijst. Met de inmiddels aangebrachte temporisering bij de invoering zien we alle reden om op deze weg verder te gaan. Maar dan is het gebrek aan draagvlak wel een punt van zorg. Graag een reactie van de regering op de vraag hoe bij de uitwerking de beroepsgroep zo wordt meegenomen dat de bezwaren en de weerstanden verdwijnen, wellicht zelfs de bezwaren en weerstanden en koudwatervrees in deze Kamer.

Mijn fractie ziet de waarde van de invoering van een lerarenregister, maar is het wel met de protesterende leraren eens dat er ook echt andere zaken nodig zijn, waaronder het terugdringen van het tekort aan bevoegde leraren. De regering heeft naar aanleiding van de motie van de Tweede Kamerleden Grashoff en Ypma aan de Tweede Kamer aangegeven haar uiterste best te doen om voor 15 februari 2017 met een plan van aanpak te komen, specifiek gericht op het bestrijden van het lerarentekort. In mijn agenda is het vandaag Valentijnsdag, 14 februari, en dus de laatste dag voor die bedoelde 15 februari, de dag waarop mijn vader, de leraar, jarig is. We horen graag van de regering hoe dat plan van aanpak eruit zal zien; als het morgen wordt ingediend, zal het nu immers wel al klaar zijn. Wat doet de regering om het tekort aan te pakken?

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor een korte pauze.