Plenair Meijer bij behandeling Ontwerpbesluiten Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 30 mei 2017 (2016/2017 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.44 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Meijer i (SP):

Voorzitter. Allereerst dank ik de minister voor haar antwoorden, hoewel ik niet overal tevreden mee ben. De minister zegt dat deze Kamer met nieuw beleid komt, maar deze Kamer wil dat er nu een slag geslagen wordt op het gebied van luchtvervuiling, geluid, gezondheid en beschermingsniveau. Je kunt natuurlijk wachten op de uiteindelijke invoeringswet, maar ik heb toch het idee dat we daar een heel eind in kunnen komen, zeker met deze AMvB's. Deze Kamer moet ook belangen behartigen van de Nederlanders, dus zij bekommert zich ook om bijvoorbeeld maximumsnelheden. Laten we inzetten op zo veel mogelijk verbeteren in plaats van verslechtering. WHO-normen staan aangemerkt als een gezonde norm, dus grijp die kans en grijp die gelegenheid aan om iets goeds te doen! Welke problemen lost de minister nu immers eigenlijk op?

De minister houdt vast aan de reguliere procedure, want die vindt zij helder. Vervolgens komt zij met allerlei termijnen: twaalf weken, zestien weken, achttien weken. Dat is ook niet echt duidelijk. Bovendien lopen we het risico dat je met allerlei dichtgetimmerde plannen komt te zitten. Dat geeft geen vertrouwen en het is ook niet flexibel. Ik besluit daarom toch om hierover een motie in te dienen.

De voorzitter:

Door de leden Meijer, Teunissen, Vos, Stienen, Overbeek en Bikker wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

de regering voornemens is de uitgebreide procedure alleen te laten toepassen wanneer dat een vereiste van Europa is;

gemeenten en provincies dan complexe vergunningaanvragen in acht weken af moeten handelen;

een periode van acht weken te kort is voor beoordelaars, zoals de gemeenteraden, belanghebbenden en omwonenden, om zich in die korte tijd een gedegen oordeel te vormen;

verzoekt de regering, lagere overheden zelf te laten beslissen of zij kiezen voor de reguliere of de uitgebreide procedure en daarmee recht te doen aan de soepele afhandeling van een vergunningaanvraag,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter V (33118).

Mevrouw Meijer (SP):

Inderdaad: welke problemen lost de minister nu op met deze reguliere procedure? Regent het soms klachten dat alle procedures te lang duren of zijn gemeenten en provincies de boel misschien aan het traineren?

Ik ga over op het punt van Aarhusproof, waarover zojuist ook al is gesproken. Het is mij toch niet helemaal duidelijk geworden. De minister zegt dat de wet Aarhusproof is. Het is ingewikkelde materie. Kan zij ons garanderen dat dit inderdaad zo is? Uit betrouwbare bron en bovendien uit verschillende hoeken heb ik immers gehoord dat dit niet zo is. Als dit niet klopt, is dat natuurlijk de bijl aan de wortel van deze wet. Ik zou dan ook graag van de minister willen horen hoe het verdergaat als nu blijkt dat dit niet Aarhusproof is. Ik ga daar een motie over indienen, maar als de minister ons de komende week op papier laat weten dat datgene wat zij zegt, wel klopt, ben ik natuurlijk bereid om de motie in te trekken. Mocht dat niet zo zijn, dan zie ik mij echter genoodzaakt om de motie te handhaven.

De voorzitter:

Door de leden Meijer, Teunissen, Vos, Stienen en Overbeek wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

zowel het Verdrag van Aarhus als de EU-richtlijnen (2001/42/EG, 2003/35/EG en 2011/92/EU) inhoudelijke eisen stellen aan de kwaliteit van burgerparticipatie in milieuaangelegenheden, terwijl zowel de Omgevingswet als het Omgevingsbesluit zich beperkt tot een procedureel voorschrift en dus geen eisen stelt aan de kwaliteit van burgerparticipatie;

Nederland zich middels het Verdrag van Aarhus en de genoemde EU-richtlijnen heeft gecommitteerd aan het stellen van inhoudelijke eisen aan de kwaliteit van burgerparticipatie in milieuaangelegenheden;

verzoekt de regering, de burgerparticipatie in de voorliggende ontwerp-AMvB's in overeenstemming te brengen met de internationale verplichtingen van Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter W (33118).

Mevrouw Meijer (SP):

Het is natuurlijk moeilijk om objectieve normen op te stellen voor de participatie, maar de voorliggende voorstellen zijn alleen procedureel en er zit ruimte tussen. Mijn vraag aan de minister is hoe zij garandeert dat de participatie zodanig is dat mensen zich echt gehoord voelen. Dat is wel iets anders dan alleen een motivering achteraf, hoezeer we die natuurlijk ook op prijs stellen. Ik zou dus graag zien dat bijvoorbeeld omwonenden evenveel inspraak hebben als de overheid of de aanvrager en net zoveel inspraak hebben als nu al het geval is. Voor de zekerheid heb ik ook daar een voorstel voor. Dat is tegelijkertijd het einde van mijn bijdrage.

De voorzitter:

Door de leden Meijer, Teunissen, Vos, Overbeek en Wezel wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

de procedure over een buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan wordt verkort van 26 weken naar 8 weken;

te verwachten is dat belanghebbenden zich minder kunnen verweren en dat er te weinig ruimte is voor een zorgvuldige afweging;

er dus sprake is van een vermindering van rechtsbescherming en inspraak;

de overheid aan de voorkant, in het bestemmingsplan, bepaalt wat zij wel en niet in het bestemmingsplan wil opnemen, en dat daarbij een zorgvuldige procedure met inspraak hoort;

een procedure waarin er een reactie en argumentatie komen op zienswijzen, meer recht doet aan de belanghebbenden dan de beperkte toetsing van bezwaar en beroep zoals die in de reguliere procedure geldt;

verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat andere belanghebbenden dan de overheid of de aanvrager, zoals omwonenden, evenveel inspraak hebben als nu het geval is bij het vaststellen van wat nu nog het omgevingsplan is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter X (33118).