Plenair Dercksen bij behandeling Vastleggen en bewaren van kentekengegevens



Verslag van de vergadering van 14 november 2017 (2017/2018 nr. 7)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dercksen i (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Ook namens de PVV-fractie feliciteer ik de minister met zijn benoeming, ondanks dat we met de privépersoon wellicht wat verschillen van mening hebben, variërend van Zwarte Piet tot de behandeling van jihadisten.

Dat gezegd hebbende: de wereld en daarmee de criminaliteit verandert in rap tempo. Het is aan de wetgever om daar telkens weer op te anticiperen en niet steeds op grotere achterstand te worden gezet. Zo is de wereld van vandaag alweer een heel andere dan die in 2013, het jaar waarin het initiatief voor deze wet is genomen. De politiek is dus vier jaar bezig geweest met een toch relatief eenvoudige wet over het vastleggen van kentekengegevens. We lopen dus niet alleen achter de feiten aan, we lopen ook nog eens erg langzaam, zeker hier in de senaat.

Voorzitter. Nog voordat ik in de politiek ging, viel mijn oog op een stuk — ik meen dat het in de Elsevier was — waarin uit de doeken werd gedaan dat de politie, gebruikmakend van camera's, feilloos drugskoeriers van de weg kon plukken. Dat kwam van het weekend nog in het nieuws terug. De pakkans was zo'n beetje 100%, maar de zaak hield geen stand voor de rechtbank, want de desbetreffende camera's waren niet opgehangen om drugskoeriers te vangen. Ik was stomverbaasd. De overheid heeft middelen in handen om de criminaliteit te bestrijden, maar het mág niet. Wat is dit voor een land? Een aantal partijen in dit huis zal dat misschien vanzelfsprekend vinden, maar ik maak mij sterk dat buiten deze Haagse kaasstolp bijna niemand dat begrijpt.

Voorzitter. Nederland heeft de landsgrenzen opgeheven. Daardoor reizen nu volstrekt ongehinderd Oost-Europese criminelen door het land. Albanezen waren vorige week in het nieuws, maar morgen kunnen dat zo weer Roemenen zijn. Ook terroristen kunnen ongehinderd ons land binnenkomen. U herinnert zich wellicht nog de heer El Bakraoui, moslimzelfmoordterrorist van beroep en een van de daders van de aanslagen in Brussel. Hij kon ongehinderd geruime tijd vrijelijk door de EU reizen. Niets werd hem in de weg gelegd. Het is dus goed dat gedurende het proces waarin deze wet naar dit huis onderweg was, de mogelijkheid is toegevoegd dat ook de AIVD gebruik kan maken van het systeem van kentekenplaatherkenning om terrorisme te bestrijden en terrorismenetwerken in kaart te brengen. Het systeem heeft zijn meerwaarde al bewezen, daar het hier en daar al functioneerde onder de Politiewet. Het kentekenregistratiesysteem kan net dat beetje bewijs leveren om zware criminelen en terroristen op te sporen en op te sluiten. Wat nog ontbreekt — de burgemeester van Baarle-Nassau wees daarop — is een snelle uitwisseling van gegevens. Daarvoor is nu een internationaal rechtshulpverzoek nodig. Kan de minister aangeven of er stappen worden gezet om dit probleem bij grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken? Daar zitten ze in het zuiden van het land om te springen.

Voorzitter. Het verzamelen van gegevens van burgers raakt ook de privacy van die burgers. Daarom is het goed om nog eens te recapituleren hoe het systeem werkt. Er is sprake van hit/no hit. Men mag alleen zoeken naar een bekend kenteken. Er is dus geen sprake van grasduinen in gegevens van Jan en alleman of het vastleggen van het gedrag van onverdachte burgers. Alleen een geautoriseerd opsporingsambtenaar krijgt toegang tot het systeem na voorafgaand bevel van de officier van justitie, die moet toetsen of aan de eisen wordt voldaan. Het kan alleen gebruikt worden bij ernstige strafbare feiten en voortvluchtige personen. Bij een strafzaak toetst de rechter of de officier van justitie een juiste afweging heeft gemaakt en daarmee of het bewijs rechtmatig is verkregen. Het systeem logt. Dat wil zeggen dat wordt geregistreerd wie toegang krijgt tot het systeem en wanneer. Iemand die dat ongeautoriseerd doet, kan een sanctie tegemoetzien, tot ontslag aan toe. Alleen de kentekenplaten worden geregistreerd. Mocht er onverhoopt een bestuurder op de foto staan, dan wordt die in het dossier geblurd. Met dat laatste zijn wij niet onverdeeld gelukkig, daar waar het om terrorismeverdachten of verdachten van zedenmisdrijven gaat.

Kan er dan nooit wat misgaan? Natuurlijk kan dat. Niets is onfeilbaar, maar als er iets misgaat bij het achtervolgen van criminelen door de politie, zeggen we ook niet dat de politie nooit meer criminelen mag achtervolgen. Dan evalueer je en kijk je hoe het beter kan, net zoals in dit wetsvoorstel is opgenomen. Het uitgangspunt is dus bijzonder zorgvuldig, zo zorgvuldig dat iemand met dit systeem ook zijn of haar onschuld kan bewijzen of althans daartoe een poging kan wagen. Ik vind het systeem zo zorgvuldig dat ik me afvraag aan welke kant de critici nu eigenlijk staan. Staan ze wel aan de kant van de samenleving? Staan ze aan de kant van de samenleving, die beschermd dient te worden tegen criminaliteit en terreur? Staan ze aan de kant van slachtoffers en nabestaanden? Staan ze wel aan de kant van de mensen bij de politie, die tegen een nogal karig salaris proberen Nederland veiliger te maken?

Voorzitter. Op basis van dit voorstel kunnen de kentekengegevens vier weken worden bewaard. Elke termijn die je afspreekt is arbitrair, dus ook deze, maar ons komt die nogal kort voor. Er zijn gevallen bekend waarbij een moordenaar is veroordeeld zonder dat het slachtoffer is gevonden en de dader blijft zwijgen. Welk onbegrensd en onbeschrijfelijk leed wordt hier aangericht bij de nabestaanden? Een langere bewaartermijn zou heel misschien toch een oplossing dichterbij kunnen brengen. Het systeem is niet zaligmakend, maar het kan net dat puzzelstukje voor de oplossing bieden, kan leiden tot rust voor nabestaanden. Die kans vergroten we natuurlijk aanzienlijk als we de bewaartermijn verlengen naar langer dan vier weken. Ook het terrorismevoorbeeld dat ik net gaf, waarbij de dader een jaar voor de aanslagen door Nederland reisde, geeft aan dat een termijn van vier weken veel te kort is. Vandaar ook dat ik de minister zou willen vragen hoe hij naar deze vier weken vraagt, temeer daar veel partijen in de Tweede Kamer, die na de verkiezingen van maart intussen een meerderheid vormen, een veel langere bewaartermijn wilden. Die partijen hebben hier in dit huis overigens ook een meerderheid.

Voorzitter. In Engeland is de bewaartermijn twee jaar. Ze hebben die teruggebracht van vijf naar twee jaar. Dat zullen ze niet zonder reden hebben gedaan. De Britten lijken dus bij een evaluatie te hebben vastgesteld dat een bewaartermijn van twee jaar zinvol is. Is de minister bereid om onderzoek te doen naar de meerwaarde van uitbreiding van de bewaartermijn van vier weken naar die Britse twee jaar? Is hij bereid om op basis van die ervaringen ons, maar ook de Tweede Kamer, te informeren en, als daar reden voor is, ook met voorstellen te komen om die bewaartermijn te verlengen?

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dercksen. Ik geef het woord aan mevrouw Bredenoord.