Plenair Lintmeijer bij voortzetting behandeling Opzegging statuut VN-organisatie Industriële Ontwikkeling



Verslag van de vergadering van 21 november 2017 (2017/2018 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.03 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Lintmeijer i (GroenLinks):

Voorzitter. De derde ronde UNIDO, nu in de vorm van een derde termijn, elf maanden na het afbreken door de minister van de tweede termijn. Maar eerst wil ook ik namens mijn fractie de nieuwe minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, na de plezierige kennismaking van vorige week, welkom heten in deze vergaderzaal.

In deze derde, of misschien 2,5de termijn — want feitelijk is de tweede termijn niet helemaal afgerond — zal ik niet alle standpunten van mijn fractie uit de voorgaande behandelingen herhalen. Ik pak een paar hoofdpunten beknopt samen en weeg, even beknopt, een paar nieuwe ontwikkelingen mee.

Een eerder wetsvoorstel — er is al eerder op gewezen — over het beëindigen van het lidmaatschap van UNIDO, dat we nu bespreken, stamt uit 2012 en is in 2013 in deze Kamer door de minister teruggenomen. Inmiddels zijn we vier jaar verder en is er aan de kant van de VN het nodige gebeurd. De lidstaten hebben de millenniumdoelen vervangen door zeventien veel meer integrale Duurzame Ontwikkelingsdoelen richting 2030. Doelstelling 17 van de zogeheten SDG's is het versterken van het wereldwijd partnership voor het werken aan duurzame ontwikkeling. Het klimaatakkoord van Parijs heeft de urgentie om met alle middelen wereldwijd samen te werken aan de klimaatdoelen, enorm vergroot. Onder leiding van de nieuwe secretaris-generaal Gutteres wordt een hervormingsagenda doorgevoerd die de VN slagvaardiger en meer proactief moet maken, onder meer om de SDG's te bereiken en om tegemoet te komen aan veel kritiek op het functioneren van de VN.

Voorzitter. Ten opzichte van ons vorige debat een jaar geleden zijn voor UNIDO, maar ook voor andere organisaties, nieuwe scorekaarten ontwikkeld. Het kabinet schrijft daar zelf over: "De geanalyseerde multilaterale organisaties worden over het algemeen positief beoordeeld op hun functioneren. Er is sprake van een verbetering ten opzichte van de scores in 2015." Specifiek voor UNIDO geldt dat met name voor strategie en verantwoording, waar het kabinet zich in 2015 nog expliciet zorgen over maakte, inmiddels een voldoende wordt behaald. Minister Ploumen zei vorig jaar in haar eerste termijn: "Als wij om ons heen van anderen alleen maar zouden horen dat de werkwijze van UNIDO veel strategischer is geworden, veel meer focus heeft gekregen, als wij dat soort signalen gekregen zouden hebben, dan zouden we daar natuurlijk absoluut nader op zijn ingegaan." Welnu, de minister wordt bediend: de scorekaarten spreken met name op dit onderdeel in elk geval klare taal. Ook op het gebied van resultaatgerichtheid en operationeel management is er sprake van vooruitgang. In de brief over de nieuwe scorekaarten 2017 schrijft het kabinet dan ook: "Samenwerking met slecht functionerende organisaties is al eerder gestopt." Wat dat betreft lijkt er ook in de ogen van het kabinet geen dringende reden meer om tot opzegging van het UNIDO-verdrag over te gaan.

Anders dan voor minister Ploumen waren die scorekaarten overigens niet ons belangrijkste punt. Meer fundamenteel zeiden wij dat het lidmaatschap van de Verenigde Naties geen vrijblijvende zaak is of een cafetariamodel vertegenwoordigt, maar dat het een commitment is dat structureel wordt aangegaan met alle kansen en vraagstukken die daarbij horen. Onze fractie wil deelname aan de VN en hun organisaties baseren op continuïteit en wil mede richting geven aan de ontwikkelingen, in mindere en naar het zich nu laat aanzien ook betere tijden. Dat fundamentele punt staat nog steeds. Sterker nog, nu de VN als geheel onder leiding van de nieuwe secretaris-generaal met een ingrijpende hervormingsagenda bezig zijn, nu UNIDO belangrijke stappen vooruitzet en nu het gewicht van de duurzame ontwikkelingsdoelen alleen maar toeneemt, is er alle reden om, juist vanuit een structureel commitment, de bijdrage van UNIDO aan bijvoorbeeld doelstelling 9 en misschien ook 12, en de bijdrage van UNIDO aan Nederlandse prioriteiten als klimaat, water, energie en groene groei, te blijven ondersteunen. Dit wat meer fundamentele punt is overigens in de beantwoording in tweede termijn vorig jaar een beetje blijven hangen. Misschien kan de minister daar nu nog wat over zeggen.

Voorzitter. De scorekaarten geven wat mijn fractie betreft geen eenduidige uitslag richting de uitgang. Dat is interessant, zeker omdat de vorige minister in december vorig jaar expliciet op uitnodiging van u, voorzitter, aangaf dat met de nieuwe scorekaarten alle opties open zouden staan. Meer fundamenteel zeggen wij: investeer in de samenwerking. Mijn vraag aan de huidige minister is of zij openstaat voor alle opties en welke alternatieven zij naast opzegging van het verdrag ziet. Om een beetje te helpen: mijn fractie denkt dan bijvoorbeeld aan een inzet van Nederlandse kant om de resultaten van UNIDO verder te helpen verbeteren door een nauwere samenwerking aan te gaan met bijvoorbeeld het UNDP-programma. Zeker nu het lidmaatschap van de Veiligheidsraad ons volgend jaar toevalt, heeft de Nederlandse stem extra gewicht, ook in deze aanpak. Wij zijn dan ook, tot slot, benieuwd naar de mogelijkheden die deze minister ziet om tot een alternatieve omgang met UNIDO te komen.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Lintmeijer. Ik geef het woord aan de heer Schaap.