Plenair Van Apeldoorn bij Algemene financiële beschouwingen en behandeling pakket Belastingplan 2018



Verslag van de vergadering van 12 december 2017 (2017/2018 nr. 12)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.40 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. De SP-fractie heet de nieuwe minister en staatssecretaris van Financiën van harte welkom. Ook voor mij is het natuurlijk bijzonder hier een gewaardeerd oud-collega tegenover mij achter de regeringstafel te zien. Vandaag combineren wij bij wijze van uitzondering de Algemene Financiële Beschouwingen met een debat over het Belastingplan. Daar is in zoverre wel wat voor te zeggen dat uitgaven en inkomsten natuurlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

De uitgaven enerzijds en de financiering daarvan via de belasting anderzijds geven tezamen in hoge mate richting aan de samenleving. Hoeveel geld je waar aan uitgeeft, zijn uiteraard cruciale politieke keuzes. Kies je voor toegankelijke en goede zorg zonder boete op ziek zijn of neem je genoegen met een bevriezing van het eigen risico in ruil voor een premieverhoging? Kies je ervoor om de tweedeling en de ongelijkheid in de samenleving echt aan te pakken door bijvoorbeeld de al jaren achtergebleven uitkeringen structureel te verhogen en meer te investeren in armoedebestrijding of verlaag je de uitkering van een van de meest kwetsbare groepen in onze samenleving? Kies je ervoor te investeren in militairen of in de verdere militarisering van de internationale verhoudingen en in de contraproductieve war on terror?

Voorzitter. Welke keuzes je überhaupt kan maken aan de uitgavenkant is natuurlijk in de eerste plaats afhankelijk van hoeveel belasting je ophaalt. De totale omvang van de overheidsfinanciën, en van onze publieke sector, is ook een politieke keuze. En vervolgens is het een fundamentele politieke keuze bij wie je die belastingen ophaalt. Of je eventuele extra belastingen vooral laat drukken op hen voor wie het leven al zo duur is en die al het meeste ingeleverd hebben of op hen die er juist het meest op vooruitgegaan zijn. Of je de lasten verlicht voor hen die de waarde creëren of voor hen die zich de waarde vooral toe-eigenen. Of je de lasten verlicht voor werkenden in Nederland of voor overheden en aandeelhouders in het buitenland.

Voorzitter. Het moge duidelijk zijn dat mijn fractie van mening is dat het nieuwe kabinet niet altijd de goede keuzes maakt. Sommige keuzes juichen wij toe of zien we als een stap in de goede richting. Maar uiteindelijk is onze conclusie dat dit kabinet onvoldoende investeert in de samenleving, in mensen. Waar multinationals boven mensen gaan, kunnen dit kabinet en deze minister en staatssecretaris niet op onze steun rekenen.

Voorzitter. De nieuwe regering erft van haar voorganger een begroting die in evenwicht is, een nationale schuld die daalt en een economie die na een triple dip-recessie eindelijk weer groeit. Maar deze minister erft ook een Nederland waarin de tweedeling gegroeid is en waar, door de bezuinigingen van Rutte I en Rutte II, de publieke sector is verschraald. Een inhaalslag qua publieke investeringen is dus hard nodig. Met de financiële crisis van 2008 is bovendien gebleken dat de verhoudingen tussen de reële economie en de financiële sector alsook tussen arbeid en kapitaal volledig uit het lood geslagen waren.

Voorzitter. In de afgelopen jaren zijn de besteedbare inkomens vanaf modaal twee keer zo hard gestegen als de inkomens tot ongeveer modaal en is de loonkloof tussen de hoogst- en laagstbetaalden verder gestegen, terwijl uitkeringsgerechtigden, waaronder de meest kwetsbare groepen in deze samenleving, verder zijn achtergebleven. Wat doet nu dit kabinet? Wordt die groeiende ongelijkheid eindelijk een halt toegeroepen? Wordt die kloof teruggedrongen? Nee, de ongelijkheid neemt tijdens deze kabinetsperiode toe. De inkomens onder modaal gaan er jaarlijks 0,8% op vooruit, inkomens tot twee keer modaal 1,3% en inkomens boven twee keer modaal 1,4%. Komt dit nu tegemoet aan de breed gedeelde wens vanuit de samenleving echt wat te doen aan de groeiende ongelijkheid in ons land? Graag een reactie van de minister. En misschien kan de minister ons uitleggen waarom de ongelijkheid voor dit kabinet kennelijk helemaal geen thema is. In het regeerakkoord komt het niet één keer voor. Of is dit een vergissing? De vermogensongelijkheid blijft intussen stuitend groot in dit land, ook in internationaal perspectief. Hier lijkt het kabinet al helemaal niets aan te willen doen. Maar vindt de minister het normaal dat in Nederland 10% van de huishoudens 66% van het vermogen bezit? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Waar de groeiende tweedeling in de samenleving misschien wel het meest schrijnend is, is in de aanhoudende armoede onder kinderen. Een op de negen kinderen groeit op in armoede. Het rapport van de Kinderombudsman dat vorige week uitkwam, laat zien wat armoede voor kinderen betekent. Kinderen die thuis in armoede opgroeien, hebben veel stress en spanning, geven hun leven een lager rapportcijfer en komen op school moeilijker mee. Deze kinderen hebben vervolgens ook minder goede ontwikkelingskansen. Dit probleem aanpakken, lijkt mij een dure plicht. Wij waren daarom blij met het gedegen SER-rapport dat voor de zomer uitkwam als gevolg van een eerdere motie van deze Kamer, en de daarin gedane beleidsaanbevelingen. Onze fractie is daarom ook heel blij dat vorige week bijna Kamerbreed de motie-Kox is aangenomen, die de regering oproept, in navolging van een aanbeveling van de SER, te komen tot een voorstel tot een overheidsbrede reductiedoelstelling en dus tot een daadwerkelijke structurele verlaging van het aantal kinderen dat in armoede opgroeit. We zullen uiteraard nauwlettend op de uitvoering van deze motie toezien. Graag hoor ik van de minister of hij al ideeën heeft over hoe een dergelijke reductiedoelstelling gerealiseerd kan worden. Dit in aanvulling op de halve zin die er nu over in het regeerakkoord staat.

Voorzitter. Terwijl de economie sterk groeit en de overheid meer kan besteden zonder oplopende tekorten, kiest deze regering ervoor de al voorgenomen verlaging van de Wajong-uitkering niet terug te draaien. Iedereen gaat erop vooruit, beweert dit kabinet, maar de meest kwetsbare groep gaat er €80 per maand op achteruit. De SP-fractie vindt dit asociaal. Erkent de minister dat deze groep wel moet inleveren en kan hij uitleggen waarom hij dat gerechtvaardigd vindt? Door de loonkostensubsidie te vervangen door loondispensatie, dreigen bovendien mensen met een arbeidsbeperking minder dan het minimumloon betaald te krijgen voor hun werk. Wij vinden dit principieel onjuist. Naar onze mening is het ook in strijd met het eveneens door het kabinet gehuldigde principe dat “werken moet lonen”. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. De tweedeling is in Nederland ook gegroeid door het achterblijven van de lonen bij de productiviteitsgroei en dus bij de winsten. De arbeidsinkomensquote is historisch laag. Dit is niet alleen een probleem vanuit het oogpunt van sociale rechtvaardigheid, maar ook slecht voor de economie. Zoveel wordt nu zelfs erkend vanuit de hoek waar altijd het hardst om loonmatiging werd geroepen. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Zelfs VVD-premier Rutte en de president van De Nederlandsche Bank, Klaas Knot, roepen nu openlijk om hogere lonen. Maar deze minister lijkt zich bij dat groeiende koor niet echt te willen aansluiten, alsof hij nog ongeveer als allerlaatste ervan overtuigd moet worden dat het achterblijven van de lonen nu echt te lang heeft geduurd. In de Tweede Kamer wilde hij het de premier in ieder geval niet volmondig nazeggen. Daarom vraag ik hem hier: steunt de minister de oproep van de minister-president alsook van DNB-president Knot om de lonen te verhogen? Graag een helder ja of nee.

Voorzitter. Ik kom nu bij het hoofdstuk publieke investeringen. In het regeerakkoord wordt de term “investeringen” veelvuldig gebruikt. En ja, er komt meer geld voor het basisonderwijs, en wij juichen dit toe. Er wordt eindelijk geïnvesteerd in de verpleeghuiszorg. Wij zijn daar als SP-fractie heel blij mee. Er komt meer geld voor de politie. Allemaal een goede zaak en hoognodig wat ons betreft. Maar een nadere analyse laat zien dat de echte inhaalslag uitblijft. Op de zorg wordt per saldo bezuinigd. De boete op ziek zijn wordt, ondanks de verkiezingsbeloften van verschillende coalitiepartijen, niet verlaagd. Er wordt, gelukkig, meer geld vrijgemaakt voor justitie en veiligheid, maar dit zal de opgelopen schade van opeenvolgende bezuinigingen van de vorige kabinetten niet kunnen repareren. De leraren in het basisonderwijs zijn niet zonder reden vandaag opnieuw gaan staken. Het hoger onderwijs komt er bekaaid af. Er is genoeg geld voor extra investeringen in de kwaliteit van onze samenleving. Dat is een kwestie van keuzes maken. Een politieke keuze die dit kabinet maakt, is om vast te houden aan een begrotingsoverschot voor de komende jaren. De SP-fractie maakt liever een ander keuze. Als de noden in de samenleving nog zo hoog zijn en als de economie nog maar net uit een diep dal is geklommen en juist nu investeringen nodig heeft om duurzaam toekomstbestendig te worden, moet je het geld niet gaan zitten oppotten. Van een oververhitting van de Nederlandse economie is nog geen sprake. En wat verhitting zou juist goed zijn; dan gaan die lonen eindelijk ook omhoog. Maar ook als we kiezen voor een begrotingsoverschot voor de komende jaren, zouden we veel meer kunnen investeren dan we nu doen. Ook dat is een kwestie van keuzes. Is de minister het met ons eens dat het kabinet wel degelijk had kunnen kiezen voor meer investeringen, ook zonder schuldfinanciering en zelfs met een gelijkblijvend overschot? Graag een reactie.

We zouden er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen — iets waar mijn partij al jaren voor pleit — om grote vermogens in Nederland eindelijk eens echt te gaan belasten. Hiermee pak je niet alleen een belangrijke maar vaak veronachtzaamde dimensie van de ongelijkheid aan, maar breng je ook structureel meer geld in het overheidslaatje. Geld dat je kan besteden aan zaken die de kwaliteit van onze samenleving verbeteren: aan hogere salarissen in het basisonderwijs bijvoorbeeld of aan meer docenten in het hoger onderwijs, of aan betere arbeidsvoorwaarden in de zorg, of aan verdere vergroening of aan bestrijding van de armoede in Nederland.

Voorzitter. De SP-fractie vindt het onbegrijpelijk dat we in het regeerakkoord zo weinig lezen over de plannen van dit kabinet ten aanzien van de armoede onder kinderen, terwijl tegelijkertijd wordt aangekondigd dat 1,4 miljard per jaar over de balk gegooid wordt om directiekamers van Shell en Unilever tevreden te stellen. Ja, ik kom dus nu even bij het tussenkopje “lastenverlichting voor het buitenland”, om de term uit de CPB-doorrekening nog maar even te gebruiken. Ik was die term nog niet eerder tegengekomen. Misschien is het wel een novum in de geschiedenis van de rijksbegroting. Lastenverlichting voor het buitenland, alias het megacadeau voor hen die het niet nodig hebben en ten koste van hen die het heel goed wat meer zouden kunnen gebruiken. Kortweg, in coalitiekringen ook wel bekend als: de meloen. De ChristenUnie in de Tweede Kamer is het uiteindelijk gelukt deze meloen te slikken. Dat is buitengewoon knap. Ik ben benieuwd of zij dit staaltje ook in de Eerste Kamer zal laten zien. Zij heeft overigens, net als de overige leden van de coalitie, nog ruim de tijd om te oefenen in de kunst van het meloenslikken, want het zal nog wel even duren voordat dit voorstel hier als wet zal worden behandeld. Ook het kabinet heeft nog even de tijd om te werken aan de memorie van toelichting en aan een hernieuwde poging om tot een deugdelijke onderbouwing te komen. De SP-fractie kijkt daarnaar uit, samen met de heer De Grave. Maar als die onderbouwing uitblijft, zou het eigenlijk voor de hele Eerste Kamer in haar rol kritisch te reflecteren op de kwaliteit van wetgeving, een rotte meloen moeten zijn die men beter kan laten staan. Dat het voor de D66-fractie nog geen uitgemaakte zaak is, zoals wij vorige week hoorden, geeft hoop.

Voorzitter. Ik herinner u eraan dat het gaat om 1,4 miljard per jaar, structureel jaar in jaar uit. De minister en de staatssecretaris weten niet eens wie daar precies wijzer van worden, zo blijkt ook uit beantwoording van vragen uit deze Kamer. Het enige wat wij zeker weten, is dat de burgers van Nederland er helemaal niets aan hebben. Graag een reactie van de minister en de staatssecretaris. Wel is duidelijk dat veel van het belastinggeld straks rechtstreeks de schatkist van andere landen, de VS voorop, in zal vloeien. Er werd al gerefereerd aan het SOMO-rapport. Waar het aan buitenlandse aandeelhouders wordt weggegeven, verwacht de SP-fractie daar eerder negatieve dan positieve effecten van. Het zal zeker niet helpen onze bedrijven tegen vijandige overnames te beschermen. Of is deze minister daar echt van overtuigd? Graag een reactie.

Voorzitter. De voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting is voor ons een teken dat het kabinet zich heeft laten ringeloren door de lobby van het grootbedrijf. Natuurlijk is het niet de eerste keer dat dit gebeurt. De macht van multinationals op de financiële sector is veel te groot. De politieke invloed van de directiekamers van Shell en Unilever, die zo duidelijk naar voren komt in het kabinet-Rutte III, betekent niets anders dan een uitholling van onze democratie. Of kan de minister nog eens uitleggen wat het democratisch draagvlak is van een voorstel dat in geen enkel verkiezingsprogramma stond? Is dit een uitdrukking van de wil van de kiezer die op 15 maart naar de stembus ging? Of is het een uitdrukking van het feit dat de coalitiepartijen, en de premier voorop — en hoe precies, dat mogen wij niet weten — graag hun oor te luisteren hebben gelegd bij een lobby van een machtige economische elite? Graag een reactie van de minister.

Voor zover er van kabinetszijde al argumenten zijn gegeven voor dit cadeau van jaarlijks 1,4 miljard, komt het erop neer dat wij vooral moeten toegeven aan de druk van het mobiele kapitaal, vooral moeten toegeven aan activistische aandeelhouders, vooral moeten meegaan, voorop moeten gaan zelfs in de belastingconcurrentie in plaats van aan dit alles via wet- en regelgeving paal en perk te stellen. En dat terwijl Nederland — deze coalitie is ongeveer de laatste die dit ontkent — al sinds jaar en dag een belastingparadijs is voor diezelfde multinationals. Intussen stelt het kabinet voor de vennootschapsbelasting te verlagen naar 21% voor het hoge tarief, dit terwijl de winstbelasting in de meeste omringende landen hoger is. Zo lopen wij dus voorop in de race naar de bodem. Waar houdt het dan op, zo vragen wij de minister.

Voorzitter. De heer Dijkhoff noemde het afschaffen van de dividendbelasting een gok. De SP-fractie gokt niet graag met 1,4 miljard. Van het kabinet en van deze minister hadden wij dat eigenlijk ook niet verwacht, maar het past wel in het beeld van het casinokapitalisme dat ons hele financieel-economische systeem in 2008 aan de rand van de afgrond heeft gebracht en de wereld in een diepe en lange recessie stortte. Een economie die werkt voor ons allemaal, is ook een economie waarin de financiële sector dienstbaar is aan de samenleving. Ook hier mist mijn fractie een visie van het kabinet. Misschien kan de minister die alsnog geven? Welke lessen trekt hij uit de financiële crisis? In hoeverre vindt hij dat inmiddels al genoeg is gedaan om het financiële systeem weer veilig te maken? Het lijkt erop dat hij vindt dat het genoeg is, want in het regeerakkoord wordt voorgesteld de kapitaalbuffereisen weer te verlagen van 4% naar 3%. De SP-fractie vindt dat buitengewoon onverstandig. De voorganger van deze minister pleitte in het voorjaar nog voor 6%; dat gaat in ieder geval de gewenste richting uit. Met dit kabinet en deze minister lijken wij weer de andere kant op te gaan. Kan hij deze keuze uitleggen?

Voorzitter. Intussen — en ook hierover is al veel gezegd — worden de boodschappen duurder door de verhoging van het lage btw-tarief. Dit treft uiteraard het meest de mensen voor wie de dagelijkse boodschappen al zo duur zijn en die zich weinig luxe kunnen permitteren. Zoals ook uit een eerdere studie van het CBS blijkt, verhoogt dit vooral de belastingdruk voor de laagste inkomens. Onderschrijft de minister dat de btw-verhoging vooral voor de laagste inkomens slecht uitpakt? Dus dat zijn de keuzes die deze regering maakt: de boodschappen duurder maken en tegelijkertijd 1,4 miljard weggeven aan de aandeelhouders van multinationals en aan de buitenlandse fiscus. En dit omdat de bazen van Shell en Unilever en zijn vrienden van VNO-NCW zo vaak op de premier hebben ingepraat dat hij het ging voelen tot in al zijn vezels. Wat een aanfluiting van onze democratie. Vindt deze regering het dan gek dat mensen hun vertrouwen in de politiek verliezen?

Ten slotte het Belastingplan 2018. De SP-fractie steunt het overgrote deel van de voorstellen, maar niet het voorstel om de belastingvrije voet en de vermogensrendementsheffing te verhogen van 25.000 naar €30.000, omdat dit vooral ten goede komt aan mensen met grote vermogens. Iemand met een vermogen van €27.500 gaat er jaarlijks twee tientjes op vooruit, met een vermogen van €75.000 is dat vier tientjes, en boven 1 miljoen acht tientjes. De SP wil de vermogenswinstbelasting juist verhogen en al helemaal voor miljoenenvermogens.

Voorzitter. Samenvattend is ons oordeel dat het kabinet tekortschiet als het gaat om de eigen ambitie om ervoor te zorgen dat Nederland niet alleen vooruitgaat in de statistieken, maar dat Nederlanders dat ook zelf ervaren. De tweedeling neemt eerder toe dan af, waardoor een aantal Nederlanders het herstel wel zullen ervaren maar anderen veel minder of zelfs helemaal niet, waaronder de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Intussen laat het kabinet zich door de lobby van het grootkapitaal een oor aannaaien ter waarde van 1,4 miljard per jaar. Voor echt vertrouwen in de toekomst en vertrouwen in de politiek zal meer nodig zijn. Wij zien daarom uit naar de eerste echte begroting van deze minister volgend jaar om te zien of de hand naar de oppositie alsnog uitgestoken zal worden. Wij kijken intussen uit naar de beantwoording van de minister en de staatssecretaris.

Mevrouw Sent i (PvdA):

Ik heb de heer Van Apeldoorn niet gehoord over de uitbreiding van de inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting die tot een budgettaire derving van 30 miljoen leidt. Kan hij daar nog een oordeel over geven? Dat is onderdeel van de Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Gaat het over de dividendbelasting?

Mevrouw Sent (PvdA):

Het gaat over het onder de dividendbelasting brengen van de houdstercoöperatie in combinatie met het uitbreiden van de inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting die leidt tot een budgettaire derving van 30 miljoen.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dat zit in het belastingpakket.

Mevrouw Sent (PvdA):

Ik zou het er niet mee eens zijn, meneer Van Apeldoorn.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dank voor deze suggestie. Dat zit inderdaad in het pakket en daar zijn wij het ook niet mee eens. Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Ik geef het woord aan de heer Van Rij.