Plenair Meijer bij behandeling Sint-Eustatius



Verslag van de vergadering van 6 februari 2018 (2017/2018 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.17 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Meijer i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik stond zonet al helemaal in de startblokken.

Dit is een zwarte dag, nu de regering ons, gekozen volksvertegenwoordigers, voorstelt ermee in te stemmen om andere gekozen volksvertegenwoordigers en bestuurders af te zetten op Sint-Eustatius en daar de macht over te dragen aan een door de regering benoemde commissaris. Sinds 1951 hebben we van dit paardenmiddel — afzetting vanwege grove verwaarlozing — geen gebruik gemaakt, ook al omdat de enkele daarmee opgedane ervaringen heel slecht waren. Dat het zover is gekomen, roept de vraag op waarom we dit niet hebben voorkomen. Wie het rapport van de commissie van wijzen leest, vraagt zich af hoe we zo dom hebben kunnen zijn om de situatie zo ernstig te laten escaleren. Wat er bijvoorbeeld is gebeurd, hoor ik vanaf Statia, is dat volksvertegenwoordigers die het beste met het eiland voor hadden, zijn vertrokken, vrijwillig of onder dwang. Ze zijn vervangen door vriendjes, recht onder onze ogen. Ik hoor graag van de regering hoe het nou kan dat zaken zo lang op hun beloop zijn gelaten.

Want hoewel veel van wat er mis is, op het conto geschreven moet worden van degenen die hun democratische uitverkiezing te schande hebben gemaakt, kunnen we niet voorbijgaan aan het feit dat onze regering het liet gebeuren. Ook in het rapport dat ons nu toegestuurd is, klinkt deze kritiek op de regering. Natuurlijk weet ik wel dat deze staatssecretaris daarvoor niet de blaam treft, maar zijn voorgangers wel degelijk.

De democratie werkt niet op Statia en onze reactie is om de democratie voorlopig buiten werking te stellen. Dat is een uiterst wrange ontwikkeling. We sturen het bestuur naar huis, dus de gedeputeerden en de gezaghebber en ook de democratisch gekozen eilandsraad, omdat het daar finaal foute boel is volgens onze regering. Volksvertegenwoordiging en bestuur van Statia worden beschuldigd van willekeur, selectief toezicht en handhaving, discriminatoire vergunningverlening, wetteloosheid, financieel wanbeheer, het negeren van wettelijk gezag, discriminatie en intimidatie en het nastreven van persoonlijke macht. Gisteren hoorde ik meneer Knops zeggen: als dit in Nederland was gebeurd, was er allang ingegrepen. Maar sinds 10 oktober 2010 ís Sint-Eustatius Nederland, voor honderd procent. Dus misschien kan hij daar enige woorden aan wijden. Want je zult er maar wonen. Ik ken enkele bewoners wat beter en ik heb met ze te doen. Zoals Koos Sneek van de Democratic Party, de tweekoppige oppositie op het eiland treffend zegt: "De manier waarop deze regering werkt, heeft negatieve effecten op de hele bevolking. Het remt de ontwikkeling van het eiland en staat het verbeteren van het welzijn van de inwoners in de weg." Dat kan en mag toch nooit de bedoeling of het effect van een bestuur zijn? De Statianen verdienen beter dan dit. Zij hebben net als wij recht op goed bestuur, waarbij het niet uitmaakt wiens vriendje je bent.

De oplossing die nu wordt voorgesteld, is een paardenmiddel. De democratie werkt niet naar behoren en de reactie is om de democratie voorlopig terzijde te schuiven. De bevolking lijdt en leed onder het bestuur; dat is waar. Maar het antwoord op een gebrekkig of niet functionerende democratie moet toch niet juist minder democratie zijn? Waarom is het dan blijkbaar de oplossing om de macht over te nemen en de verkiezingen die waren gepland voor volgend jaar, uit te stellen tot minstens 2021 of misschien wel later?

Voorzitter. Ik ben aanhanger van het tegenovergestelde. Om de democratie te herstellen, gaan we ervoor zorgen dat die zo snel mogelijk weer wél werkt, door met elkaar af te spreken dat er zo snel mogelijk verkiezingen worden gehouden. Die stembusgang moet niet worden georganiseerd door hen die nu zijn aangeklaagd, maar door deze staatssecretaris, met nationaal en zo nodig internationaal toezicht, zodat de mensen zich vrij kunnen uitspreken in eerlijke verkiezingen. Gelukkig heb ik gisteren deze staatssecretaris tegen mijn partijgenoot Van Raak horen zeggen dat hij het daarmee eens is en dat ook hij vindt dat er zo snel mogelijk verkiezingen moeten komen. Maar ik wil hierin nog een stapje verder gaan. De verkiezingen stonden gepland voor maart 2019, over ruim een jaar dus. Dat zou toch voldoende moeten zijn om in een dorp van 3.000 zielen goede vrije verkiezingen te organiseren? Dat zou zelfs eerder moeten kunnen lukken.

Laten we vertrouwen stellen in de bevolking en ze eerder naar de stembus laten gaan, in plaats van ze een motie van wantrouwen te geven: jullie kiezen de verkeerde mensen en het kan nog wel jaren duren voor jullie weer je eigen bestuur mogen kiezen. Graag wil ik van de staatssecretaris horen hoe hij hierover denkt. Mocht hij het niet met mij eens zijn om eerder of desnoods op de oorspronkelijk vastgestelde datum naar de stembus te gaan, dan zou ik graag van hem horen hoe hij de termijn die door de commissie van wijzen gesteld werd, namelijk minstens tot 2021, verkort.

Voorzitter. Ik heb contact gehad met een aantal mensen die ik op Sint-Eustatius en de overige eilanden ken. Van hen begrijp ik dat dit een diepe wens van ze is. Eilandsraadslid Koos Sneek van Sint-Eustatius — even voor de goede orde: uit onverdachte hoek — dringt daar bijvoorbeeld op aan.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb een korte vraag. Mevrouw Meijer geeft aan dat zij zou willen dat er misschien volgend jaar al verkiezingen zijn. Maar stel nou dat er geconstateerd wordt dat dit echt een onverstandige route is. Is zij het er dan mee eens dat het wellicht toch beter is om dat wat uit te stellen?

Mevrouw Meijer (SP):

Ik ben een fervent tegenstander van verkeerde keuzes, maar als je nog meer dan een jaar de tijd hebt in een gebied met 3.000 inwoners moet je een heel eind kunnen komen. Ik hoor van de mensen daar dat er voldoende capabele mensen wonen die het bestuur moeten kunnen vormen. Ik denk dat je in een jaar tijd een heel eind moet kunnen komen. Misschien kan men zelfs eerder naar de stembus, zodat het bestuur daar zich kan normaliseren. Dat is misschien beter dan het voor je uit schuiven en het twee jaar of misschien wel langer uitstellen. Dat is mijn bedoeling, maar natuurlijk ben ik erg voor verstandige besluiten.

Het is dus een diepe wens van veel mensen daar om eerder naar de stembus te gaan. Eilandsraadslid Koos Sneek van Sint-Eustatius — ik zei net al: iemand uit onverdachte hoek — dringt er bijvoorbeeld op aan. Ook politici van de andere eilanden spreken zich in die richting uit. Vanuit Aruba hoor ik de opvatting dat er ook op Sint-Eustatius voldoende capabele mensen moeten zijn, die kunnen zorgen voor behoorlijk zelfbestuur. Ik zei dat net ook al tegen de heer Schalk. Mensen willen zo snel mogelijk hun bestuur kiezen en de weg naar boven weer vinden. Ik vraag me dan ook af wanneer de staatssecretaris de taak die Nederland nu op zich neemt, weer overdraagt aan het lokale bestuur. Waaraan moeten ze voldoen en wanneer is het goed genoeg? Aangezien op bijvoorbeeld Bonaire ook niet alles loopt zoals het zou moeten, lijkt het me goed om duidelijkheid te geven. Welke eisen stelt u?

Voorzitter. Ook al is het overheersende gevoel enerzijds opluchting omdat er iets gebeurt, anderzijds heeft men ook het idee dat ze van Nederland niet veel te verwachten hebben, want Nederland heeft onvoldoende geleverd, vooral in vastberadenheid. Toen het eiland op 10 oktober 2010 een bijzonder openbaar lichaam werd, was de verwachting dat de mensen daar mochten rekenen op eenzelfde standaard van levensonderhoud als hun landgenoten in het Europese deel. Maar zij kwamen bedrogen uit. De armoede is er bijvoorbeeld schrijnend. Deze Kamer vroeg de toenmalige staatssecretaris van Sociale Zaken om hiermee aan de slag te gaan.

De trieste constatering is dat we nog steeds niet weten wat een aanvaardbaar sociaal minimum volgens de regering is. Ook de voorzitter van de commissie van wijzen sprak zich hier vanmorgen over uit en noemde het een schande. Al jarenlang is bekend dat afgedragen pensioengelden van mensen die in overheidsdienst waren of nog zijn, niet in de pensioenpot terechtgekomen zijn. Die mensen zijn een deel van hun ingelegde geld kwijt en daarmee een deel van hun oudedagsvoorziening. Hoewel we dit al lange tijd weten, is er nog steeds geen zicht op een oplossing. Vind je het dan gek dat de teleurstelling groot is? Vind je het dan gek dat mensen zich afkeren van Nederland, zeker wanneer hun eigen bestuurders dat vuurtje ook nog aanwakkeren? Vind je het gek dat ze zich bedrogen en in de steek gelaten voelen door hun lokale bestuur en door het bestuur overzee? Niet voor niets bleek nog in 2015 dat minder dan een derde van de bevolking vond dat het Nederlands toezicht in orde was. In 1998 was dat nog ruim 75%. Laten we ook de hand in eigen boezem steken en constateren dat Nederland niet echt aanleiding heeft gegeven om mensen er een andere mening op na te laten houden.

Voorzitter. Statia is geen gewone Nederlandse gemeente. Het is een openbaar lichaam met een koloniale geschiedenis. De bevolking zal er moeten kiezen wat ze wil: zelfbeschikkingsrecht of niet. Hierin zie je bijvoorbeeld het verschil tussen Statia en Saba.

De voorzitter:

Mevrouw Oomen, kunt u iets stiller zijn, want we kunnen u hier horen. Mevrouw Oomen! Hello! We kunnen u hier horen.

Mevrouw Meijer (SP):

Men is met de bevolking in gesprek gegaan en op Saba heeft men voor banden met Nederland gekozen. Met dit eiland zijn de verhoudingen goed. Mensen voelen zich gehoord en hebben een democratische keuze kunnen maken. Dit moeten we de inwoners van Sint-Eustatius ook gunnen en hen zo snel mogelijk aan het woord laten, want er is meer dan alleen de mogelijkheid om een zelfstandig land te worden. Nederland valt te verwijten dat hier niet eerder oog voor is geweest en dat niet eerder met het eiland het gesprek is gevoerd. Daarvoor zijn meerdere momenten geweest. Vanmorgen hoorde ik tot mijn verrassing dat er contacten zijn tussen politici op Sint-Eustatius, Bonaire en ook Curaçao, waarin men met elkaar overlegt om het scenario-Sint-Eustatius op de andere eilanden uit te rollen. We weten al dat deze gevoelens op Bonaire diep zitten, maar het leeft dus breder. Ik wil graag dat de staatssecretaris ons laat weten of hij nu snel met de hele regio in gesprek gaat om te voorkomen dat eenzelfde situatie ontstaat.

Voorzitter. Ik wil nog even ingaan op het rapport van de commissie van wijzen. Zij hebben een heel aantal zaken geconstateerd, zoals willekeur, wetteloosheid, financieel wanbeheer, discriminatie en intimidatie. Me dunkt dat de strafrechter hier een uitspraak over kan doen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook: worden de lieden die zich hieraan schuldig hebben gemaakt, ook vervolgd door het Openbaar Ministerie?

Daarnaast heeft de commissie een aantal aanbevelingen gedaan, zoals het oppakken van de coördinatie en het aanpakken van achterstanden in de infrastructuur. De staatssecretaris neemt de aanbevelingen van de commissie over en dat is te prijzen, maar het zijn aanbevelingen die we al lange tijd kennen. De enige vraag die dan rest, is: waarom nu pas? Waarom heeft de bevolking al jarenlang het gelag moeten betalen? Graag hoor ik van de staatssecretaris hoe hij het vertrouwen van de bevolking denkt terug te winnen, wat hij de komende tijd gaat aanpakken en hoe hij ons op de hoogte houdt van de voortgang.

De commissie noemt ook nog nadrukkelijk de armoedebestrijding. Ik refereerde net al aan het debat dat wij bijna twee jaar geleden hierover hadden. Ik hoorde gisteren de staatssecretaris aan de Tweede Kamer beloven dat hij het rapport van Sociale Zaken, waarin dus staat wat een aanvaardbaar sociaal minimum is, mee zal nemen in zijn eigen rapportage die voor 1 juni voorzien is. Ondanks dat het treurig is dat dit twee jaar op zich heeft laten wachten, hoop ik dat de staatssecretaris nu ook wil toezeggen dat hij op de kortst mogelijke termijn met de uitkomsten aan de slag gaat en ons van zijn vorderingen op de hoogte houdt. Ik mag toch aannemen dat hij het met mij eens is dat inwoners van Nederland recht hebben op een aanvaardbaar sociaal minimum, of ze nu in Europees Nederland of in Caraïbisch Nederland leven?

Voorzitter, ik ga afronden. We zijn met de staatssecretaris van mening dat er nu iets moet gebeuren en we betreuren het buitengewoon dat dit paardenmiddel nodig is. We spreken de wens uit dat deze situatie zo kort mogelijk duurt en dat het gesprek over een eventuele wens tot autonomie in de hele regio nu snel op gang komt. We spreken vooral de wens uit dat de mensen van Sint-Eustatius zo snel mogelijk een goed, betrouwbaar en goed functionerend bestuur kunnen kiezen. Ik wens de staatssecretaris daar alle succes mee.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Meijer. Ik geef het woord aan de heer Koffeman.