Plenair Peter van Dijk bij behandeling Wijziging Warmtewet



Verslag van de vergadering van 26 juni 2018 (2017/2018 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Peter van Dijk i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Wij spreken vandaag over het wetsvoorstel Wijziging naar aanleiding van de Warmtewet. En, voorzitter, volgens de minister verbetert dit wetsvoorstel de bescherming van gebonden afnemers van warmte. De minister vindt dat belangrijk. Misschien voor het draagvlak van warmtenetten. Wij vragen ons af of die bescherming niet uit eigen belang is, zodat diegenen die ongevraagd op een warmtenet worden aangesloten, hun mond zullen houden. En betekent dat dan dat die bescherming wordt losgelaten wanneer de hele energietransitie tegen de wil van de burger in erdoor is gedrukt, het hele land vol ligt met warmtenetten en draagvlak voor wat dat betreft een gepasseerd station is?

Het maximale tarief dat voor de levering van warmte in rekening mag worden gebracht, wordt gebaseerd op een gasreferentie. Dat betekent dat de kosten die een verbruiker maakt voor dezelfde hoeveelheid warmte niet hoger mogen zijn dan wanneer hij gas als warmtebron zou gebruiken. Dat klinkt natuurlijk aannemelijk, maar die gasreferentie is inclusief de energiebelasting die over het gasverbruik wordt geheven en die energiebelasting gaat juist gigantisch omhoog. De regering wil het verbruik van fossiele energie zoals gas terugdringen. En met een stijgende energiebelasting gaat dat nog lukken ook. Door de stijgende stookkosten zijn mensen immers gedwongen de kachel uit te zetten. Hoe redelijk vindt de minister het dan om het maximale tarief voor warmte mede te baseren op een kunstmatig stijgende belasting over een vorm van energie waar hijzelf vanaf wil? De minister kan immers via het verhogen van de belasting op fossiele energie de tarieven voor warmte opdrijven.

Voorzitter. Het kabinet wil Nederland van het gas af hebben. En om te beginnen moeten de huishoudens eraan geloven. Zij zijn immers makkelijke slachtoffers. Maar wat vinden die huishoudens daar eigenlijk zelf van? Hoe staat het met het draagvlak? Onlangs nog stond er in een regionaal blad een onderzoek, gehouden onder de lezers, en de stelling daar luidde: ik wil zelf de keuze kunnen maken of mijn huis wordt aangesloten op het gasnet. Dat is een duidelijke formulering. Net als de uitkomst, want maar liefst driekwart was het hiermee eens. Van het gas af, het wordt de burgers niet gevraagd, het wordt de burgers opgedrongen.

Ten slotte, voorzitter, de kosten. De hele energietransitie kost enorm veel geld. Maar hoeveel precies, dat weet niemand. Onlangs nog werd bekend dat het zo'n €18.000 kost om gasloos te wonen. €18.000 per woning. En dan hebben we het nog niet eens over de kosten van het verwijderen van alle gasleidingen, de hele gasinfrastructuur. Want dat is uiteindelijk ook de bedoeling, zodat het fysiek onmogelijk wordt om huizen nog langer op het gasnet aan te sluiten, want stel je nou toch eens voor dat men ooit in de verleiding zou komen om toch weer gas te gaan gebruiken. Bizar veel geld. Huishoudens hebben dat geld helemaal niet. Nu al leven een miljoen huishoudens in energiearmoede. Mensen kunnen de rekening niet meer betalen. Hebben de voorstanders van de energietransitie werkelijk niet door dat zij burgers in financiële ellende storten, nog dieper dan zij vaak al zitten? Of is het een kwestie van wegkijken, van minachting van de burger?

Ik dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Ik geef het woord aan de heer Pijlman.