Plenair Bikker bij voortzetting behandeling Verlaagd wettelijk collegegeld



Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 16.33 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):

Voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording en vooral voor het hart voor hoger onderwijs dat hieruit spreekt. Daar ben ik heel blij mee. Dat blijkt vandaag uit de voorstellen voor het verbeteren van de toegankelijkheid van het onderwijs, maar dat blijkt nog meer uit de aankondiging van de minister dat er nog meer aan zal komen. Daar zie ik dus naar uit.

Voorzitter. Ik dank de minister ook voor die stap dat er meer aan gaat komen. Juist dat geeft mij de bemoediging dat we dat verdrag waar we samen zo veel van houden — de minister en ik — hoog houden. Ik moet één ding corrigeren. In mijn eerste termijn heb ik het verkeerde artikelnummer. genoemd. Dat heeft wellicht geleid tot de verwarring in de ambtelijke advisering die de minister kreeg. Het is artikel 13, lid 2, sub c. Daar wordt toch echt begrip "kosteloos" voor het hoger onderwijs genoemd. Ik ben geen kniesoor, maar ik zou de minister gewoon willen vragen om hierop terug te komen in het najaar. Als zij dan toch weer aan de slag gaat met het verlagen van drempels, dan is dit een prima punt om er even bij te pakken.

Voorzitter. Dan gaan we verder, want we hebben het gehad over de aanpak van het lerarentekort. Ik heb daar een ambitieuze minister gehoord, en daar ben ik blij mee. Dit wetsvoorstel is een bouwsteentje, en niet meer dan dat. Er is veel voor nodig. Ik zeg daarbij: de eerste evaluatie kan daarop nog geen antwoord geven. Ik ben blij dat deze minister zich daarin ook een realpoliticus toont. Ik hoop dat dat ook zal blijken uit de evaluatie.

Er is nog wel een vraag blijven liggen. Die gaat over de kwalitatieve doelstelling, want het wordt gewoon heel lastig om die te evalueren. Eigenlijk hoor ik dat ook van de minister. Wat zijn haar verwachtingen van de studie die hiernaar gedaan zal worden? Zijn daar uiteindelijk wel zinnig dingen over te zeggen? Ergens zou ik dat heel mooi vinden, bijvoorbeeld als het gaat om die technische studies of die langere studies die ik noemde. Maar hoe? Daar mag de minister ook in het najaar op terugkomen, als er wat meer inspanning voor nodig is om daar over een jaar of drie tot een beter of sterker verhaal te komen.

Ik wil samen met de minister de uitvoeringsorganisaties danken die in heel korte tijd een ontzettend grote klus hebben geklaard. Dat is echt knap en ik ben er blij mee dat het wetsvoorstel zo snel toepassing kan vinden. Tegelijkertijd heeft mijn fractie wel zorgen over hoe de compensatie zal uitpakken voor de instellingen die hiervoor op korte termijn veel moeten doen. Daarom heb ik, met enig enthousiasme zelfs, de motie van collega Bruijn meeondertekend.

Dat alles maakt dat mijn fractie positief gestemd is over dit wetsvoorstel. Dat kan ik nu al verklappen, maar ik zie toch ook nog uit naar de beantwoording van de minister in tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker. Ik geef het woord aan de heer Rinnooy Kan.